Voor me ligt een klassenfoto. Mijn vierde klas middelbare school. Het jaar 1987-1988.
31 tieners van 15-16 jaar kijken lachend, starend, dromerig, vriendelijk, stug, welwillend naar of langs de fotograaf tegen de betonnen achtergrond van de school. Hun namen weet ik allemaal nog wel; wat er van hen geworden is, weet ik in de meeste gevallen helemaal niet.
Dankzij Facebook en Linked-in heb ik met een aantal sinds een paar jaar marginaal contact of kan ik in ieder geval hun loopbaan uitstippelen. Op die manier kun je een heleboel dingen over ze te weten komen: of ze kinderen hebben, of ze getrouwd zijn. Hoe hun vakanties waren. Waar ze wonen of waar ze hebben gewerkt. Best leuk deze feiten, maar eigenlijk weet ik natuurlijk niets van ze. Ik weet niet of ze gelukkig zijn, wat voor cijfer ze het leven geven en of het glas voor hen halfvol of halfleeg is. Ik weet niet wat ze allemaal al hebben meegemaakt, of hun ouders nog leven of ze ziek of gezond zijn. Zijn ze verliefd, getrouwd of gescheiden? Hebben ze zorgen om hun banen of hypotheek, gaan hun kinderen al naar de middelbare school of lopen ze nog in de luiers?
26 jaar geleden hadden we het best leuk samen. Maar wat wist je nou eigenlijk echt van de meesten? Volgens mij werd er niet veel gepest. Maar ook daar kan ik naast zitten en misschien is er wel iemand die nog steeds last heeft van een heel rottig middelbare school verleden.
Twee gezichten kijken me met extra betekenis aan. Dat zijn de twee gezichten waarvan ik wel iets belangrijks weet. Ik weet dat ik aan hen deze vragen nooit meer zal kunnen stellen, omdat ze niet meer leven. Een van hen pleegde zelfmoord, niet heel lang nadat we eindexamen hadden gedaan en de meesten van ons gingen studeren. Een periode waarin je snel volwassen werd en werd geconfronteerd met je heden, verleden en toekomst. Zij ging hieraan ten onder. Zij was, voor zover ze dat toeliet, een vriendin van me, maar ik kon haar niet helpen. Heel intelligent, maar niet opgewassen tegen het grote leven.
De ander overleed bijna vier jaar geleden als gevolg van een ongeval in zijn huis. Hij was een niet onverdienstelijk dj, op school al en daarna maakte hij van zijn passie zijn beroep. Op school kende ik hem nauwelijks, door zijn publieke beroep daarna wat beter. Geestig, belezen, vol kennis en compleet zichzelf.
Begin veertig zijn we nu, ongeveer halverwege onze levensloop. Een fase waarin we al gepokt en gemazeld kunnen zijn door het leven en een fase waarin we vaak belangrijke beslissingen nemen op het gebied van werk, relaties en levensopvattingen.
Mijn glas is halfvol. Ik geef het leven op dit moment een 9. Ik hou van herinneringen, ze geven je bagage voor de toekomst. Daarom ben ik blij dat ik deze foto weer eens zag.