Toen ik een jaar of elf was, had mijn vader op een zaterdag een plan. Ik werd naar boven gestuurd om “iets leuks en netjes” aan te trekken. Zelf dacht ik dat mijn net afgemaakte, zelfgebreide beenwarmers wel geschikt waren voor die gelegenheid. De blik van mijn ouders toen ik beneden kwam, deed vermoeden dat zij er anders over dachten.
Niet lang daarna vertrok ik met mijn vader en de beenwarmers in de auto naar Zutphen. Daar, zo vertelde hij, zou in een boekhandel een beroemde Nederlandse dichteres haar boeken signeren. Zij was niet alleen een dichteres die hij bewonderde om haar dichtkunst, maar ook was zij zijn lerares klassieke talen geweest op De Werkplaats in Bilthoven waar hij was opgegroeid. Mij zei het allemaal niet heel veel, maar tijd met mijn vader was altijd leuk en ik was er aan gewend om veel tijd in de boekhandel door te brengen, want hij nam ons altijd mee als hij ‘even’ boeken ging kijken bij Praamstra in Deventer.
In de boekhandel in Zutphen zat een ‘oude’ mevrouw achter een tafel. We stonden een tijdje in de rij en toen waren we aan de beurt. Ik merkte dat mijn vader toch wel een beetje benieuwd was of zij zich hem nog zou herinneren. Hij vertelde haar wie hij was en ja, ze wist het nog wel. Ik werd verlegen, want opvallen was niet mijn favoriete bezigheid, helemaal niet meer toen hij mij aan haar voorstelde. We gaven elkaar een hand en ze sprak de woorden “veel belofte”. Mijn vader was trots en drukte me op het hart deze woorden, tot mij gericht door zo een wijze vrouw, niet licht op te vatten en vooral nooit te vergeten.
En nee, ik ben die dag, om een heleboel redenen, nooit vergeten. Al was het alleen maar omdat wij daarna, toen mijn vader natuurlijk ook nog ‘even’ in die boekhandel wilde blijven rondkijken, tussen de boeken een nogal opvallend, luid pratend heerschap zagen lopen in zo’n lange groene loden jas. In mijn herinnering zelfs met een pijp in zijn mond. Mijn vader herkende hem, want zei tegen mij: “zo nu heb je op een dag een van de belangrijkste Nederlandse dichteressen en een van de belangrijkste Nederlandse schrijvers van deze tijd gezien…”
De dichteres was Ida Gerhardt, de schrijver was Harry Mulisch.
Deze herinnering werd weer levendig naar aanleiding van het overlijden van Harry Mulisch en mijn vader in respectievelijk 2010 en 2012 en het verschijnen van De geest in dit huis is liefderijk van Daniela Hooghiemstra eerder dit jaar, over het leven en De Werkplaats van Kees Boeke.