Als Agneta Matthes (1847-1909) op haar zeventiende de technologie student Jacques van Marken (1845-1906) leert kennen, voelt zij zich al snel zielsverwant met hem. Beiden uit welgestelde families en mete en goede achtegrond, vinden zij elkaar in de verlichte ideeën over de relatie tussen de arbeidersklasse en de rijke bovenklasse. Agneta steunt haar man in zijn ambitie om ‘de welvaart en het levensgeluk van arbeiders te vergroten’. Deze ambitie krijgt gestalte in het Agnetapark. Het eerste tuindorp of arbeiderspark van Nederland, dat de fabrieksdirecteur Van Marken onder de rook van zijn Gistfabriek laat oprijzen. Hier is (woon)plaats voor de arbeiders van de fabriek en hier wonen de directeur en zijn vrouw te midden van de arbeiders. Wel in een kapitale villa, want verschil moet er natuurlijk nog zijn. Dat het echtpaar kinderloos blijft, is vooral voor Agneta een bittere pil en een lot dat zij dapper draagt. Haar geëmancipeerde levenshouding maakt dat zij zich stort op andere bezigheden. Ook heeft zij meer en meer haar handen vol aan de fysieke en geestelijke toestand van haar man die lijdt aan zenuwpijnen en een daaruit volgende morfineverslaving. Ze neemt taken van hem over en doet alle mogelijke moeite om zijn levenswerk in stand te houden en zijn gedachtegoed verder uit te dragen.
Dan doet zij een ontdekking die haar (gevoels)leven radicaal verandert. Ze komt er achter dat haar man al vanaf vroeg in hun huwelijkse leven een minnares heeft bij wie hij drie (het zijn er uiteindelijk vijf, maar twee sterven in hun babytijd) kinderen heeft verwekt. Deze ontdekking houdt ze geheim voor haar man en ze vraagt zijn maîtresse hetzelfde te doen. Deze vrouw, Maria Eringaard, lijdt aan tuberculose en Agneta belooft haar te zullen zorgen voor haar kinderen als zij er niet meer is. Op de dag van haar begrafenis, drie jaar later, confronteert zij haar man met het feit dat zij op de hoogte is van zijn verhouding en zijn kinderen. En ze gaat nog verder. Ze staat er op dat de kinderen bij hen in huis komen en vanaf dat moment als ‘pleegkinderen’ door hen opgevoed worden. Deze ingrijpende verandering in het leven van alle betrokkenen heeft grote impact op hoe zij vanaf dat moment verder leven en de beslissingen die zij nemen en de manier waarop zij tragedies in hun leven dragen.
Het hierboven vertelde is waargebeurd. Jan van der Mast heeft op magische wijze een waargebeurd verhaal, een vergeten verhaal, verteld en ingevuld. Zonder dat je ook maar een moment het idee hebt dat iets verzonnen is of dat je slechts een droge opsomming van feiten leest, word je meegenomen in een wereld, in levens die ruim honderd jaar geleden werkelijkheid waren in Nederland. Het doet je beseffen hoeveel er is veranderd in de afgelopen honderd jaar, maar ook dat mensen in die tijd dezelfde dingen meemaakten als wij nu.
Een heerlijk boek om te lezen. Het leest als een roman, maar de wetenschap dat het is gebaseerd op een echt verhaal en de subtiele verwerking van de feiten, geeft net dat extra cachet. Knap als je dat als auteur kunt bewerkstelligen.
Agneta. Waargebeurd verhaal over het opmerkelijke verbond tussen twee vrouwen. Jan van der Mast. 256 pp. Gelezen voor Een Perfecte Dag voor Literatuur. Een exemplaar werd me beschikbaar gesteld door de uitgever: Nieuw Amsterdam. Lees hier wat andere bloggers van EPDVL van dit boek vonden.