Wat ideeën van een rechtshandige over De linkshandigen

linkshandigenChristiaan Weijts schreef een in omvang bescheiden roman van 191 pp., klein formaat (12,5 x 19,5 cm.). De titel is De linkshandigen. Zonder ook maar een letter meer te hebben gelezen dan die op de voor- en achterflap kom je al te weten dat linkshandigen anders zijn, anders omgaan met dingen dan rechtshandigen. Dit boek is namelijk zo vormgegeven van buiten dat het lijkt of de rug aan de rechterkant zit en je dus het boek van links naar rechts moet openslaan en dus ook lezen? Het blijkt een optische grap en met enig frutselen en vouwen verandert het toch in een ‘normaal’ – daar gaan we al – te lezen boek. Meteen rijst de vraag hoe ik, als rechtshandige mijn boek lees. In welke hand houd ik het vast, met welke hand sla ik de bladzijden om? Zelf heb ik helemaal niets met links en voelt bijvoorbeeld een beker in mijn linkerhand onnatuurlijk en smaakte vroeger een sigaret met links vastgehouden minder goed dan met rechts opgerookt… Nooit zo over nagedacht hoe dat met een boek lezen gaat. De proef op de som genomen, merk ik dat ik het boek overwegend met links vasthoud en gebruik ik rechts om de bladzijde om te slaan. Als dit een wet van Meden en Perzen is, zou een ‘omgekeerd’ boek voor een linkshandige lekkerder lezen, beter hanteerbaar zijn. Misschien is dit inderdaad zo, in ieder geval voor Weijts en is dat de reden dat hij zijn boek dat voor een belangrijk deel gaat over het sinistere gezelschap van linkshandigen, in ieder geval van buiten omgekeerd heeft vorm laten geven? Of heeft hij dit helemaal niet zelf bedacht en was dat een heel creatieve (linkshandige) vormgever of redacteur die dat bedacht heeft? Maakt wat mij betreft niet uit, je wordt als lezer in ieder geval al meteen aan het denken gezet en je vormt je een houding ten aanzien van het boek en dat is mooi.

In vier delen – vier dagen van ieder elf hoofstukken – die steeds korter worden (resp. zondag 63 pp., maandag 55 pp., dinsdag 37 pp. en woensdag 26 pp.) maakt de lezer kennis met Simon Sinkelberg tijdens een omwenteling in zijn leven. Hij is op zondagochtend nog de gevierde, bekende cartoonist van een van de vooraanstaande dagbladen in Nederland, maar op zondagmiddag is hij werkeloos, on the road, vergezeld van een liftster met een onduidelijke missie (dit geldt zowel voor Simon als voor zijn metgezel Katharina en haar onafscheidelijke witte cellokoffer).

Zelf heeft Simon ook de nodige bagage. Naast een veel te dure, kalfsleren rechterschoen, zijn dit vooral herinneringen, ervaringen en spoken uit het verleden en zijn denkbeelden over heden en toekomst. Simon Sinkelberg is linkshandig en schaart hiermee zichzelf in het sinistere gezelschap der linkshandigen – NB voor degene die dit nog niets wist: sinister betekent links. Hij ziet zijn leven als een aaneenrijging van toevalligheden en hij houdt er interessante denkbeelden op na:

 Haar leugenachtigheid intrigeert hem en hij is vast besloten het spoor te volgen dat haar gekte haar ingeeft. En dan is er ook nog die linkshandigheid, die hij geleerd heeft te beschouwen als een brandmerk van het lot, het sinistere keurmerk van de uitverkorenen. Hij denkt: jij bent een linkshandige van het juiste slag. Je bent een sinistere vrouw in wie zich het noodlot voltrekt. Nu kan ik daarin meegaan. Nu moet ik erin meegaan. Omdat ik nu vrij ben. Of zou het zelfs omgekeerd zijn: dat ik vrij ben opdát ik hier met jou on the road kan zijn?

Dit levert een aangenaam verhaal op, met snelheid en vindingrijkheid geschreven. Een verhaal dat je aan het denken zet over privacy, vrijheid van meningsuiting – nog meer dan Weijts voor ogen kon hebben, omdat pas na de verschijning van zijn boek de gruwlijkheden op de redactie van Charlie Hebdo plaatsvonden – en over de voor- en nadelen van linkshandigheid, voor linkshandigen.

 Ze vormen een verborgen minderheid, eentje die nooit als groep vervolgd is en zich daarom ook nooit als groep heeft verenigd. Ze delen een handicap die geen handicap is. Ze zijn geen serieus object van discriminatie. Ze hebben geen gedeelde ideologie of levensovertuiging. Er wordt geen geld voor ze ingezameld. Toch zijn ze anders.

Een lichtvoetig, linkshandig verhaal. Weijts is linkshandig, maar hoe schreef hij dit verhaal? Ik denk op een toetsenbord met links en rechts? Tenminste zo doe ik het met rechts en links, waarbij rechts wel ene beetje dominant is. Maar op het toetsenbord voelt het bijna alsof ik ambidexter ben. Fascinerend.

Dit boek is een kritische noot en een kwinkslag ineen. Een verfrissend inkijkje in het leven van een interessant fictief persoon en zijn wederwaardigheden in vier dagen. Ik zal er misschien iets langer aan denken dan vier dagen, maar zoals een andere blogger het mooi zei: ‘dit is geen roman die de Nederlandse literatuur op haar grondvesten laat trillen.’

Gelezen met de online literaire boekenclub Een perfecte dag voor literatuur. Lees hier wat andere bloggers van EPDVL van dit boek vinden.

%d bloggers liken dit: