Het conservatieve, katholieke Ierland van begin jaren zestig van de twintigste eeuw. De na-oorlogse manier van leven, opkomende moderne geneugten als telefoon, televisie, een eigen auto worden langzamerhand ook hier gemeengoed. Een klein stadje in het zuidoosten, vlakbij de kust. Met grote sociale controle, waar aanzien en een goede naam bepalend kunnen zijn. In dit tijdperk, in deze omgeving leeft Nora Webster. Een vrouw van in de veertig, sinds kort weduwe en moeder van vier opgroeiende kinderen. Een intelligente vrouw, een vrouw die iedereen kent, de vrouw van een gerespecteerde leraar, een koppige vrouw, met een eigen mening. Haar schoolgaande en studerende kinderen zijn allemaal op hun eigen manier bezig met het verdriet om het verlies van hun vader en de zorgen om hun moeder en de nieuwe manier van samenleven, zonder hun vader. Daarnaast ontwikkelen ze zich binnen de maatschappij en gaan ze hun eigen mening vormen over de politiek, hun sociale leven, hun opvoeding en hun moeder. Al deze gegevens en eigenschappen bepalen Nora’s positie en manier van leven. Maar bovenal bepalen ze haar gevoelsleven.
In het verhaal gebeurt weinig opzienbarends. Tenminste in de buitenwereld. De ‘Troubles’ zijn nog in hun ontwikkelingsfase, Ierland is slaapt nog en is net bezig om langzaam wakker te worden. Maar binnen het gezin Webster en in het leven van Nora Webster gebeurt een heleboel. Nora probeert al haar kinderen in hun waarde te laten en mist haar man bij het nemen van beslissingen of bij het bespreken van zaken die zich voordoen. Ze doet het vanaf nu helemaal alleen en ze laat anderen eigenlijk niet toe bij deze belangrijke beslissingen. Ze trekt zich hun mening wel aan, maar zij is de baas.
Soms komt dit heel afstandelijk en kil over, maar eigenlijk is dit zoals het gaat. Er gaat zoveel om in je hoofd, in je leven. Je kunt niet overal even lag bij stil blijven staan. De gebeurtenissen de tijd bepalen wat prioriteit krijgt en wat niet. Dit verhaal kabbelt, zwelt aan, zwakt af, is rustig, komt weer in een stroomversnelling, raast voort en raast uit.
Ook dacht ik wel eens, kom moeder, toon eens wat meer liefde. Maar uiteindelijk denk ik dat ze dat ook wel doet, maar omdat het zo vanuit haar zelf is beschreven, komt dat stuk niet zo aan bod. Dat stuk s vanzelfsprekend voor haar, denk ik, en daarom wordt er in het verhaal geen aandacht aan besteed. Pas als ze twijfelt of ze dat wel goed genoeg doet of wanneer ze zelf behoefte heeft aan liefde en aandacht dan komt het ter sprake.
Op het omslag en in meningen van anderen wordt dit boek vergeleken met Stoner. Aanvankelijk zag ik dit niet zo, maar na eng nadenken, begrijp ik het wel. “Een klein verhaal op een grootse manier verteld,” zoals ik iemand hoorde zeggen.
Zo is Nora in meerdere opzichten een zinvol, mooi boek waarin prachtig een tijdgeest een en innerlijk gevoelsleven van ‘zomaar iemand’ in die tijd en omstandigheden wordt beschreven.
Dit boek lazen we met de literaire online boekenclub Een perfecte Dag voor Literatuur. Op 30 december publiceerde een ieder over dit boek een blog. Deze blogs kun je hier lezen. Een exemplaar van het boek werd me ter beschikking gesteld door Uitgeverij De Geus.
Nora. Colm Tóibín. 2015.Vertaald uit het Engels (2014) door Anneke Bok. De Geus. 378 pp.