Categorie: Zwart op wit

  • Zwart op wit: Indrukwekkende tentoonstelling

    Het is Kinderboekenweek 2012. Het thema van dit jaar luidt: Hallo Wereld! –over verschillende culturen. Met boeken ontdek je de wereld. Je reist naar verre landen, leert allerlei bijzondere uithoeken van de aarde kennen en maakt kennis met mensen uit een andere cultuur. Met het Kinderboekenweekgeschenk van Tosca Mentink op zak kun je tijdens de kinderboekenweek drie musea gratis bezoeken: het Museum Volkenkunde in Leiden, het Afrika Museum in Berg en Dal of het Tropenmuseum in Amsterdam. Toen oudste zoon met deze informatie thuiskwam uit school, besloten wij het Museum Volkenkunde te bezoeken. In Leiden hebben wij veel voetstappen liggen (drie van ons gezin zijn er geboren, vier hebben er gewoond), dus een goede reden om er weer eens heen te gaan. Iets later dan gepland, om een uur of half twee zondagmiddag 7 oktober liepen wij in opperbeste stemming het terrein van het museum op. Dat de directeur op ons af kwam, zich voorstelde en een vriendelijk praatje maakte, wekte bij mij en mijn zoon geen argwaan op, we kletsten er vrolijk op los en vertelden dat het zijn idee was en dat we daarom hier nu waren. Op het moment dat we deur door liepen, begrepen we opeens het doel van het gesprekje: bloemen, fotoflitsen, handen schudden: onze zoon was de honderdduizendste bezoeker van 2012. Hij was overdonderd en liet alles rustig over zich heen komen. We kregen cadeaus en taart en heel veel aandacht. Wat een bijzondere ervaring.

    Dat weekend was ook de feestelijke opening van de nieuwe, grote, interactieve familietentoonstelling van het museum: ‘Het verhaal van de totempaal’. Deze tentoonstelling vertelt het verhaal van de indianen van de Noordwestkust van de Verenigde Staten en Canada. Het zijn deze indianen die wereldberoemd zijn om hun prachtige totempalen. Speciaal voor het museum en deze tentoonstelling hebben Indiaanse houtsnijkunstenaars een acht meter hoge totempaal gemaakt van een duizend jaar oude boom. Gedeeltelijk in Canada gemaakt en hier in Nederland afgemaakt. Indrukwekkend. De tentoonstelling vertelt dit verhaal en het verhaal van de Noordwestkust indianen. Het is een prachtige, overzichtelijke tentoonstelling vol kleur en geluid. De interactieve ontdekroute maakt het voor kinderen extra interessant, maar de opzet en de inhoud van deze tentoonstelling spreekt jong en oud aan. Voor de opening, dit weekend, was een groep van twintig Kwakwaka’wakw indianen aanwezig om de bezoekers kennis te laten maken met hun tradities. Ze vertelden, lieten zien en dansten. Ons bezoek was in alle opzichten indrukwekkend.

    Kijk voor meer informatie over de tentoonstelling en onze ervaring eens op http://volkenkunde.nl/nl

  • Zwart op wit: Stille wateren…

    Met enige regelmaat melden de media dat er in Nederland een klein kind is verdronken. In ons waterrijke land met vele rivieren, meren, sloten en andere waterbronnen moeten ouders van kleine kinderen permanent op hun hoede blijven voor dit gevaar. Toen ik mijn eigen zoontje van drie eens in een kort moment van onoplettendheid uit het oog verloor en ik hem vervolgens niet meer zag op het plein achter ons huis, waar hij aan het spelen was, rende ik meteen naar de voorkant van ons huis, waar een sloot loopt, om het water af te speuren. Een buurman die mij zag staan, had meteen door wat mijn angst was en vertelde me later dat hij, toen hij een jaar of zeventien was, meehielp met het zoeken naar een klein buurjongetje dat ook was verdwenen. Hij was degene die hem uiteindelijk vond, verdronken in de sloot…

    Extra oplettendheid is dus vereist voor ouders van jonge kinderen zolang ze niet een bewezen proeve van zwemvaardigheid en zelfredzaamheid hebben. In ons dichtbevolkte land, met dichtbebouwde woonwijken en kleine aan elkaar grenzende tuinen ligt echter nog een extra watergevaar op de loer: vijvers. Een hobby van vele mensen die hun tuin pas compleet vinden als er een mooie waterpartij, groen begroeid als een natuurlijk object in hun tuin is verwerkt. En ja, natuurlijk, iedereen mag in zijn tuin een vijver maken als hij dat mooi vindt. Probleem is dat je vaak niet van het bestaan van zo’n vijver een paar huizen verderop afweet, zeker niet als je ergens nog niet zo lang woont en niet bij alle buren in je wijk de deur plat loopt. Een extra reden waarom je je kinderen goed in de gaten moet houden en waarom je je kinderen al jong moet leren dat ze niet zomaar bij jan en alleman de tuin in kunnen lopen. Hoe aardig de bewoners ook lijken en hoe aanlokkelijk de kinderen, glijbaan of ander object in aangrenzende tuinen ook zijn.

    Toen een paar jaar geleden een buurman, een paar huizen verderop, en met zijn tuin uitkomend op hetzelfde plein als onze tuin, dan ook met veel vertoon zijn tuin opnieuw liet aanleggen inclusief imposante vijver, waren wij extra op onze hoede. We hadden het geluk dat de installatie van deze vijver ons niet kon ontgaan, omdat zijn directe buurvrouw, die zelf ook twee heel jonge kinderen heeft, met veel verontwaardiging en lawaai iedereen aan het plein hiervan op de hoogte bracht. Ze sprak er schande van. Hoe kon iemand zo asociaal en onnadenkend zijn en alleen maar aan zichzelf denken. Wij waren blij met deze ophef, want een gewaarschuwd mens telt voor twee. We waarschuwden onze kinderen en letten extra op als ze buiten waren, of de toegang tot de vijvertuin wel dicht was. Toen bleek dat de al wat oudere kinderen van de vijverbuurman de deur van hun tuin vaak openlieten, spraken we de kinderen en hun ouders hier vriendelijk op aan en hun toezegging dat ze er extra op zouden letten, kwamen ze na en sindsdien was de deur altijd gesloten. Hun directe buurvrouw liet echter geen gelegenheid onbenut om de rest van dat jaar haar luide ongenoegen over de vijver en het gevaar dat deze met zich meebracht, met name voor haar eigen kinderen, te benadrukken.

    Het jaar daarna kreeg dit verhaal een nat staartje. De vrouw, die het jaar daarvoor zo’n ophef had gemaakt over de vijver van haar buurman, kwam met een blik die het midden hield tussen vijandig en schuldig, ons vertellen dat – ook al vond ze het eigenlijk onze eigen verantwoordelijkheid en hoefde ze het ons dus eigenlijk niet te melden – ze een grote vijver in haar tuin had aangelegd. Ze bewees ons een dienst door dit te vertellen, want zo benadrukte ze nog maar eens, eigenlijk hoefde ze ons dit niet te vertellen want het was onze eigen verantwoordelijkheid, maar ze zou het toch wel heel erg vinden als een van onze kinderen, die tot dat moment veel bij haar in de tuin kwamen, zou verdrinken in haar vijver. Toen ik haar zeer beduusd vroeg of ze dan geen zorgen had over haar eigen kinderen, deed ze dit af met een opmerking in de trant van dat de oudste al kon zwemmen en dat de jongste zo voorzichtig en gewaarschuwd was dat ze daar geen zorgen over had. Bovendien merkte ze fijntjes op dat zij wel op haar eigen kinderen zou letten, maar dat ze geen zin had om de verantwoordelijkheid voor andere, waaronder onze, kinderen te nemen. Ze deed nog wel de belofte dat ze de toegang tot haar tuin dicht zou houden. Een uitspraak die ze vanaf het begin tot op heden niet is nagekomen. Ons bleek geen andere oplossing dan onze oudste, die inmiddels ook kon zwemmen, extra te waarschuwen en onze jongste te verbieden daar nog te komen zonder dat hij eerst aan ons had gevraagd of hij naar zijn vriendinnetje toe mocht.

    De moraal van dit verhaal is wat mij betreft een dubbele: water en jonge kinderen gaan niet zomaar samen en voor ouders moet dit een duidelijk punt van constante oplettendheid blijven. De andere is meer een verbaasde conclusie over het soms ondoorgrondelijke motief achter iemands handelen: ook niet zo stille wateren hebben soms diepe, onbegrijpelijke gronden.

  • Zwart op wit:

    De ouderavond werd goed bezocht. Veel ouders waren komen kijken naar de tentoonstelling van tekeningen die hun kinderen uit groep 4 hadden gemaakt. Het thema was simpel, maar doeltreffend en had de kinderen uitgedaagd om zo treffend mogelijk uit te beelden hoe zij hun thuissituatie zagen. Waarschijnlijk had de juffrouw gezegd: “Denk maar aan thuis, aan papa en mama en wat doen ze dan?” Het was duidelijk dat de kinderen geen enkele moeite hadden gehad met de opdracht. De tekeningen waren kleurrijk en zeer veelzeggend. Of de ouders er ook zo over dachten, was nog maar de vraag. Her en der zag ik peinzende gezichten, vragende uitdrukkingen en in sommige gevallen meer dan dat: ontzette blikken en rode hoofden. Het was duidelijk dat sommige ouders niet zo blij waren met het beeld dat hun kinderen hadden van hun thuissituatie. Flarden van gesprekken dreven mijn kant op. “Stofzuig ik echt in mijn BH?” vroeg een vrouw bezorgd aan haar man, op een toon die aangaf dat zij niet anders dan een ontkennend antwoord van hem verwachtte. Maar met een besmuikte blik deed hij het tegenovergestelde en knikte bedeesd dat zij dat inderdaad wel eens deed. Een ander ouderpaar keek bedenkelijk bij het zien van een huis waarin grote hopen ondefinieerbare rotzooi lagen, die met kringelende streepjes aangaven dat ze ook niet zo fris roken. Daartussen stonden de leden van het gezin afgebeeld. Ook zag ik een tekening van een huiskamer, waarin de duidelijk herkenbare vader met een flesje bier op de bank lag voor de televisie terwijl moeder stond schoon te maken. En zelfs een tekening die op het eerste gezicht een gelukkig gezinnetje uitbeeldde, staande voor een mooi huis, bleek meer te zijn dan dat. Uit het gesprek maakte ik op dat de vaderfiguur op de tekening niet de vader was, maar de nieuwe vriend van de moeder. De echte vader, die aanwezig was op de ouderavond, sprak zijn verontwaardiging uit over zijn afwezigheid op de tekening, maar werd door zijn enthousiaste zoon onderbroken die aanwees dat hij wel degelijk op de tekening stond. Heel klein in een hoekje omdat hij altijd zo ver weg was… Bovendien werd het huis vanuit de lucht belaagd door een angstaanjagende haai.

    Nee, dat was niet de ouderavond op de school van mijn kinderen, maar een scène uit een populaire serie bij de commerciëlen. En enige gniffels kon ik niet onderdrukken bij het zien van deze beelden. Hoe herkenbaar is die pijnlijke eerlijkheid van kinderen in combinatie met het ontbreken van gevoel voor decorum die inderdaad voor dit soort situaties kunnen zorgen. Maar het blijft natuurlijk wel televisie met sterk overdreven situaties. Toch verleidde deze scène mij tot het bedenken van wat de kinderen die ik ken, zouden tekenen, zouden ze deze opdracht krijgen. Een paar beelden schoten meteen in mijn gedachten. Een huis van keuken tot zolder vol rommel met uitpuilende was- en droogmachine, stapels papieren, overal spullen en speelgoed, onopgemaakte bedden met onbestemd ruikend beddengoed, waartussen de kinderen hun eigen gang gingen terwijl vader en moeder ieder met hun eigen laptop op de bank of aan tafel zaten of rokend als een schoorsteen in hun werkkamer. Een gezin met oordoppen, van die mooie gele herriestoppers, in hun oren op de bank. Behalve mama, die dag in dag uit, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat op haar klarinet speelt, de rest van het gezin tot waanzin drijvend. Of een beeld van een gezin aan tafel met teleurgestelde, zelfs boze, gezichten van de kinderen omdat hun moeder weer patat aan het bakken is in de frietpan die zwarte walmen uitstoot, terwijl knapperige blaadjes groente, komkommers en fruit onder de deksel van de pedaalemmer uitpiepen. Een kind op de bank, de vader aan het koken en de moeder huilend in een hoekje omdat ze zo’n verdriet heeft over het feit dat er nooit een broertje of zusje is bijgekomen. Een vader die zijn kinderen in bad doet, terwijl moeder vanuit het trapgat stiekem toekijkt of hij geen onzedelijke handelingen met ze verricht. Drie kinderen aan tafel met de au-pair, overal eten behalve op hun bord, terwijl papa en mama buiten het huis staan getekend. De een in een grote auto met mobiele telefoon aan het oor, de ander in een kamer in een hoog kantorenpand dat helemaal donker is op dat ene kantoor na. Kinderen die alleen thuis televisie zitten te kijken, terwijl moeder een paar huizen verderop met de buurman op de bank ligt. Kinderen met moeder aan de ontbijttafel terwijl een verdieping hoger, papa in bed ligt te snurken, met van die mooie z z z z uit zijn mond. En een vrolijke schets van een gezin dat samen – vader, moeder en de kinderen – naar school toe huppelt. Terwijl de toelichting van de tekenaar, het oudste kind van het gezin, onthult dat dit niet een gewone situatie is, maar juist heel bijzonder, omdat papa eindelijk eens meeging om hem en zijn zusje weg te brengen. Hij roept iedereen uitgelaten toe: “Kijk, dat was die ene keer dat papa wel eens mee ging om ons weg te brengen…”

    Allemaal uit het leven gegrepen, weliswaar in sommige gevallen een beetje aangezet met extra zwarte stift. En nu natuurlijk de belangrijkste vraag: hoe zouden mijn kinderen ons neerzetten? En hoe ik ook denk, ik kan niet echt iets heel pijnlijks verzinnen waarvan ik, geconfronteerd in het openbaar op school met een dergelijk beeld, het schaamrood op de kaken zou krijgen. Of het moet zijn dat papa en mama allebei een boer laten en hun kinderen ze toeroepen: “je vergeet pardon te zeggen”. Ons huis is niet altijd glimmend en glanzend schoon en de was is niet altijd meteen opgeruimd, maar toch wel binnen afzienbare tijd. De kasten zijn nooit leeg en ik hoef nooit uit de bergen schone, maar onopgevouwen was te zoeken naar het juiste shirtje voor mijn dochter. We eten een keer in twee weken patat onder groot gejuich van de kinderen. Mijn wens van een groot gezin is vervuld met drie prachtige kinderen en we brengen ze gezamenlijk of elkaar afwisselend naar school en crèche, zodat ze ons overal kennen. We werken om te leven en niet omgekeerd en we zitten doorgaans met het hele gezin op tijd aan tafel aan een gezond maal, gekookt door een van ons of door ons samen bereid met hulp van de kinderen. Al mijn buurmannen zijn al bezet – door hun vrouw of andere wanhopige buurvrouwen – en ik heb nog nooit ook maar de minste aanleiding gevoeld om mijn man te wantrouwen op welk punt dan ook… Klinkt redelijk perfect toch? Maar hoe waar de door mij beschreven en op tv getoonde familieschetsen ook kunnen zijn, ze zijn niet door kinderen getekend. Het is de perceptie van een volwassen scriptschrijver of een volwassen moeder en niet van een kind van zeven jaar. Het is de visie van een volwassene op de wereld om zich heen, soms zwaar gechargeerd of juist niet en bijna altijd slechts een klein glimpje van een veel grotere waarheid.

    De vraag is natuurlijk of in real life een juffrouw dit soort situaties zou uitlokken en of kinderen, zeker van die leeftijd, wel dit soort beelden zouden kiezen. In verreweg de meeste gevallen zal het kind de situatie als normaal ervaren en desgevraagd gewoon een mooie tekening maken waarin een volkomen, in de ogen van iedere waarnemer, normaal gezin de huis, tuin en keuken dingen doet, bekend uit even zovele televisiebeelden, verhalen in boeken en vooral uit de eigen thuissituatie.  Omdat zelfs een kind van die leeftijd al heel goed beseft wat wel wenselijk is om openbaar te maken voor iedereen en wat beter verborgen kan blijven…