Categorie: Boeken

  • Zwart op wit citeert:

    Auteur Rebekka W.R. Bremmer (o.a. van het boek De evolutie van een huwelijk) over literatuur:
    “Mensen kunnen hun eigen leven beter ordenen door literatuur te lezen. Gebleken is dat psychopaten veelal niet voldoende hebben gelezen en gespeeld in hun jeugd. Dat geeft te denken. In spel ontwikkel je sociale vaardigheden. Kinderen willen vaak hetzelfde verhaal horen: dat heeft te maken met veiligheid en geruststelling, maar vervolgens verwerken ze die verhalen in hun eigen spel. Zo leren ze hoe zich tot anderen te verhouden.”

  • Een perfecte dag voor literatuur: Het labyrint

    labyrintLabyrint
    1. Doolhof. Tuin met vele kunstig door elkaar gevlochten slingerpaden.
    2. (figuurlijk) Verward, duister geheel – netelige toestand.

    Het kenmerk van een labyrint is dat het door mensen is gemaakt, door mensen is uitgedacht. Het is dus kunstmatig, bedacht. Net als dit boek. Via de vier personages, die in elkaar verschillende en soms overlappende periodes hun gedachten loslaten over hun leven, hun werk, hun relaties, hun trauma’s, komt de lezer met omwegen, doodlopende suggesties, snelle passages en vertragende overpeinzingen tot het middelpunt, tot in het hart van het labyrint. Hier ligt de oplossing. Met de herinneringen die ik heb aan de doolhoven waarin ik wel eens heb gelopen, weet ik dat als je al komt tot het middelpunt, tot de oplossing, dit slechts een tijdelijke opluchting geeft. Je moet immers ook nog terug, je moet de weg naar buiten ook weer vinden. Misschien iets gemakkelijker dan heen, maar omdat je toch vaak als een dolle stier door zo’n doolhof rent, op goed geluk een gang proberend, ben je al snel je oriëntatie kwijt en vind je vaak de goede weg op goed geluk, zonder echt op te letten wat je nu eigenlijk hebt gedaan. Zo is het ook in dit boek. Je volgt de kronkelige weg die de auteur je biedt, je verdenkt deze en gene en je komt bij het eind, bij de oplossing. Dan heb je het boek uit, maar dan moet je nog terug. Nadenken over wat je nu precies hebt gelezen, wat precies de personages bewoog en hoe alles in elkaar grijpt. Je gaat door het labyrint, maar de echte uitdaging is er weer uit te komen, er buiten te komen. Met het einde van dit boek komen we tot de conclusie dat de oplossing niet in het labyrint ligt, maar er buiten.

    Vier mensen (twee mannen en twee vrouwen, twee paren) laten hun gedachten gaan over hun leven, hun relatie tot elkaar, maar vooral over hun relatie tot een elfjarig meisje. Een meisje dat is verdwenen. Wisselingen van perspectief en tijd zorgen voor fragmentarisch geheel. Wat mij betreft te gekunsteld, te bedacht. De vorm zit als een soort glazen muur tussen de lezer en de personages. Maar neemt niet weg dat het knap in elkaar zit en goed geschreven is.

    Het labyrint door Sigge Eklund. 336 pp. Meridiaan Uitgevers.

    Dit was het laatste boek dat ik las en beschreef voor Een perfecte dag voor literatuur in 2014. Ik ben benieuwd wat 2015 ons gaat brengen. Lees hier wat anderen van dit boek vonden.

  • Zwart op wit: Verborgen schatten en vergeten herinneringen

    overzichtmenuBoeken zitten vol onverwachte verrassingen. Natuurlijk zitten die meestal in de inhoud, maar soms kom je ook iets heel anders tegen als je ze na jaren uit de kast pakt om wat voor reden dan ook. Boeken zijn bij uitstek geschikt om dingen in te bewaren of in op te bergen. Het kan gaan om geld of brieven die beter niet door iedereen gelezen kunnen worden. Maar vaker lenen boeken zich uitstekend voor het bewaren van papieren bewijzen van een reis of verblijf ergens anders dan thuis. Waar beter kun je je kaartjes van musea, bioscoopbezoek of andere attracties, foldertjes, hotel- en restaurantrekeningen en boardingpassen in steken als je opruimt bij vertrek of onderweg? Precies, in het boek dat je op dat moment leest. Als je zo’n boek met extra schatten heropent na maanden, jaren dan heb je daar een instant herinnering met details die je vaak al lang was vergeten en bovendien heb je er de literaire ervaring die je op dat moment had, meteen weer bij. Dit overkwam mij vorige week: Herinneringen uit een leven zonder kinderen, met een fulltime baan op een werkelijk wonderbaarlijke plek. Ik was daar omringd door de mooiste, interessantste, zeldzaamste en om die redenen soms zeer kostbare boeken. Ik werkte bij een toonaangevend, internationaal antiquariaat en vele bijzondere boeken gingen dagelijks door mijn handen. Mijn baas kocht en verkocht boeken aan zeer tot de verbeelding sprekende cliënten, particulieren en bibliotheken of andere handelaren in oude boeken. En ik vergezelde hem door heel Europa naar de internationale antiquarenbeurzen waar de crème de la crème van handelaren, verzamelaars en geïnteresseerden bij elkaar kwam voor een parade die gemiddeld drie dagen duurde. Zo was ik in mei 2000 mee naar Parijs. Mijn baas verheugde zich al op het weerzien met een gewaardeerd Frans collega, even fameus om zijn handelswaar als om zijn voorliefde voor en kennis van goed eten. Ieder jaar nodigde hij een select gezelschap uit voor een diner in een vooraanstaand restaurant. Mijn baas hoorde bij de gelukkigen en vertelde zijn Franse vriend dat hij graag kwam mits er ook een plaatsje was voor zijn assistent, moi. En zo belandde ik bij restaurant Laurent. Van de avond zelf herinner ik me niet heel veel. Ik was moe van de reis, het harde werken, het Frans praten. Wie mijn tafelgenoten waren, waar we het over hadden, hoe het eten smaakte? Ik weet het niet meer. Maar wel weet ik nog dat het een belevenis was, iets waarvan je zeker op dat moment in je leven dacht: “Dit moet ik niet vergeten, hier kom je nooit meer, dit is bijzonder.” Natuurlijk vergat ik het. De afgelopen veertien jaar zijn voorbij gevlogen. Gisteren pakte ik dit boek uit de kast om het aan mijn 12-jarige dochter te laten zien en dit viel er uit: Uitnodiging voor het diner, de menukaart en een foldertje van het hotel waar we logeerden. Voilà, een kant en klare herinnering in Daughter of Fortune van Isabel Allende. Het boek dat ik toen kennelijk las. De herinneringen aan die tijd, aan die boekenbeurs, aan de mooie boeken, het diner, de ervaringen, die kwamen terug. Ik kan me niet meer herinneren waar het boek over gaat… menu1 menu2 menu3 boekallende

  • Een perfecte dag voor literatuur: De offers van Kees van Beijnum

    offersVlak voordat ik met het lezen van dit boek begon, redigeerde ik de vertaling van een groot dik (coffeetable) boek boordevol tekst en beeldmateriaal over de Tweede Wereldoorlog. Het complete verhaal van de aanloop tot de nasleep. Tijdens het werk kwam ik er tot mijn tevredenheid achter dat ik er al best veel vanaf wist. Dat wil zeggen van de Europese oorlog. Van de oorlog aan de andere kant van de wereld, startend met de Japanse aanval op Pearl Harbor en met het gruwelijke einde van de twee atoombommen op Japan, wist ik veel minder. Ik las er interessante dingen over de zeeslagen, de strijd om alle eilanden aldaar, de rol van Japan, de onaantastbaarheid van de Japanse keizer, over de brandbommen op Tokio, de honger van de bevolking na afloop van de oorlog en de wederopbouw van Japan. Tot dat moment wist ik niet veel meer dan de gruwelijke wreedheden die de Japanners hadden begaan, en dan met name uit de eerste hand, namelijk de verhalen van mijn opa die als krijgsgevangene heeft gewerkt aan de Birma spoorlijn, terwijl mijn oma met haar twee oudste kinderen (waaronder mijn moeder) in een Jappenkamp op Sumatra zat. De Japanners hebben vreselijke daden begaan, daar in voormalig, koloniaal Nederlands-Indie maar ook in China. Mijn opa is er uiteindelijk goed uitgekomen en heeft de verschrikkingen die hij meemaakte een plaats kunnen geven. Maar alles wat met Japan te maken had, was fout. Ik weet nog dat mijn moeder in de jaren tachtig een Japanse auto kocht en het moeilijk vond om dit aan hem te vertellen…
    Met al deze oude en nieuw opgedane kennis begon ik aan de De offers. Ik kon me daardoor een goed beeld vormen van de situatie waarin Tokio op dat moment verkeerde: hele wijken weggebrand, de rijkdom in het centrum waar de Amerikaanse bezetter de dienst uitmaakte. De compleet terneergeslagen Japanse bevolking, letterlijk en figuurlijk, die misschien nog wel meer uit het veld geslagen was door het besef dat hun goddelijke keizer ook maar een mens was die de Japanse overgave bekendmaakte, dan door het verlies van de oorlog zelf en het verlies van hun huizen en geliefden.
    Tegen deze achtergrond beschrijft Kees van Beijnum de verhalen van drie personen: De Nederlandse rechter Rem Brink die in Tokio deel uitmaakt van het internationale tribunaal dat de Japanse kopstukken die verantwoordelijk worden gehouden voor de rol van Japan in de oorlog, moet berechten. De Japanse zangeres Michiko, die haar ouders heeft verloren tijdens de brandbommenaanval op Tokio en die nu als protegee van een rijke Duitse dame een veelbelovende carrière als zangeres tegemoet kan zien. En de verminkte Japanse soldaat Hideki, die terugkomt uit de oorlog tegen China als een gebroken jongeman en in zijn dorp in de bergen ervaart dat de oorlog eigenlijk nog niet voorbij is. Het verhaal van deze drie mensen, wier paden zich meerdere malen kruisen in dit boek en de vraag over goed en kwaad, verantwoordelijkheid en toeval, onschuld en schuld, is door Van Beijnum prachtig verteld. Je leert de personages goed kennen en leest ademloos mee met hun fysieke en geestelijke reizen en zoektochten naar wat goed is. Goed voor de wereld, goed voor hun families, goed voor hen zelf. Daarnaast krijg je als lezer een mooi beeld van de situatie op dat moment in Japan en de belangen die daarachter schuilgaan.

    De offers. Kees van Beijnum. De Bezige Bij. 512 pp.
    Gelezen voor de online boekenclub Een perfecte dag voor literatuur. Lees hier wat andere bloggers van dit boek vinden.

  • Een perfecte dag voor literatuur: De evolutie van een huwelijk

    evolutieEen familieopstelling. Vijf mensen, zittend, staand, alleen of tegen elkaar aanleunend, stuk voor stuk beschreven, in stilte. De zesde persoon komt binnen, staat in de deuropening en overziet dit tafereel, de kamer waarin ze zitten en de tuin op de achtergrond als een toneeldecor. Het is niet duidelijk wat hun relaties of onderlinge samenhang is. Zo begint De evolutie van een huwelijk. Als het einde van een toneelstuk, of als het begin. In dit geval is het meer het einde van het middenstuk of het begin van het eindstuk. Breekpunt tussen alles wat is geweest, gedaan, gedacht en alles wat vanaf nu zal zijn, zal gebeuren, zal veranderen. Zes personen en een baby: twee broers, hun vrouwen en hun drie dochters, daar gaat het om in dit verhaal. Een verhaal dat een wonderlijke vorm heeft en waarin de compositie een belangrijke rol speelt. Zeven delen, een deel voor ieder van de zes personen: Masha, haar dochter Molly Bloem, haar man Bastiaan, hun andere dochter Anna K, Shannon, vrouw van Freek, die op zijn beurt de broer van Bastiaan is. De baby is Deirdre, dochter van Shannon en Freek. Het achtste en laatste deel zet de puntjes op de i, vult de laatste gaatjes en maakt het geheel rond. Ieder deel vanuit het perspectief van een van de zes personen, vertelt afwisselend over Vandaag: de dag waarop het boek begint, Gisteren, de dag daarvoor en Morgen de dag erna. Verder wordt met flashbacks de zomer, herfst en winter aan deze drie dagen voorafgaand beschreven. De echte hoofdpersoon is Masha. Noem het toeval maar het vorige boek dat ik las (Misschien wel niet van Hannah Loontjens) gaat ook over een Mascha, ook een vrouw met een gezin, een carrière en zekerheid die blijkt te bestaan uit onzekerheden. Beiden studeerden literatuurwetenschap. In beide boeken zitten veel literaire verwijzingen, maar De evolutie van een huwelijk staat er werkelijk bol van. Al te beginnen met de namen van de drie dochters: Molly Bloem en Anna K (voluit Anna Karen), directe verwijzingen naar Molly Bloom, de vrouw van Leopold Bloom, hoofdpersoon uit Ulysses (1922) van James Joyce en Anna Karenina, hoofdpersoon uit gelijknamige boek (1877) van Tolstoj. Bij Deirdre, de naam van de babydochter van Freek en Shannon moet ik sterk denken aan Deirdre en de zonen van Usnach (1920) van Adriaan Roland Holst. Maar hier houdt het niet op. Veel boektitels passeren de revue allemaal met hun eigen functie. Een grappige verwijzing is naar een ander boek, het debuut, van de schrijfster Rebekka W.R. Bremmer. In De evolutie van een huwelijk denkt Freek na over wat hij betekent voor Masha en hij denkt: “Alsof hij een roman voor haar was geweest, waar ze intens en betrokken was terwijl ze erin verdiept was, maar een vage herinnering werd nadat ze het had uitgelezen. Het was uit. Ze kon hen nu analyseren, deconstrueren, opslaan, in een mapje op haar computer.” Vervolgens pakt hij het boek waarin hij las, geleend van Masha uit haar enorme boekenkast en “gooit het tegen de grond, trapt er nog eens tegen. Het was toch niet om door te komen: weinig actie, nauwelijks plot. Een vrouw op een eiland wier man niet thuis was gekomen van het vissen, een mysterieuze buitenstaander.” De auteur debuteerde met Eb (2012), een verhaal over een eiland met een vrouw die op haar man wacht die niet thuiskomt van het vissen en dan komt er nog een vrouw op het eiland… Een andere belangrijke verwijzing is die naar het boek The Riders (1994) van Tim Winton, een prachtige roman van een Australische auteur waarin een vader en zijn jonge dochter worden verlaten door hun vrouw/moeder, waarna een wanhopige zoektocht door Europa volgt, zonder resultaat, althans ze vinden haar niet. Masha geeft dit boek aan Freek, een kleine twintig jaar eerder, nadat ze hem naar Schiphol heeft gebracht. Ze haalde hem ook op toen hij aankwam en er is iets gebeurd in de tussentijd. Was het alleen een blik, was het meer? Dat blijft onduidelijk, maar feit is dat, als Freek nu terugkomt naar Nederland met Nieuw-Zeelandse vrouw en pasgeboren baby, er heel wat speelt tussen Masha en Freek. Het beheerst Masha zo dat ze eigenlijk geen oog heeft voor haar twee tiener/puber dochters die zelf nogal met hun eigen problemen, vragen en levens worstelen. Vooral de oudste Molly Bloem is met dingen bezig waar haar ouders geen weet van lijken te hebben. Ook Anna K voelt zich kennelijk niet zo fijn thuis, want kleeft als een kleefballetje aan Shannon en het Nieuw-Zeelandse avontuur. Op de laatste dag van het boek, Morgen, blijkt dat alle vrouwen in het verhaal zo hun eigen beslissingen hebben genomen die hun verhaal en hun relaties compleet ondersteboven gooien. Mooi boek!

    Lees hier wat andere bloggers voor Een perfecte dag voor literatuur ervan vonden.

  • Geloof, hoop en liefde in het ‘slechtste’ dorp van Nederland

    hollandssiberieAuteur Mariët Meester groeide in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw op in de Drentse gevangeniskolonie Veenhuizen . Het gebied met zijn uitgestrekte veenmoerassen, weidse uitzichten en ruige uiterlijk werd al van oudsher Hollands Siberië genoemd. Met de stichting in 1823 van een detentiedorp kreeg deze benaming een extra betekenis door de vergelijking met het Russische Siberië waar misdadigers naar verbannen werden. De inrichtingen in Veenhuizen werden gebouwd met als doel de opvang en heropvoeding van bedelaars, landlopers en wezen. De bewoners van deze gestichten of rijkswerkinrichtingen werden ‘verpleegden’ genoemd. Steeds meer kwam echter de functie van de inrichtingen te liggen op het herbergen van delinquenten en gevangenen. Na de tweede wereldoorlog zaten er veel oorlogsmisdadigers vast. Tegenwoordig staan er nog steeds gevangenissen in Veenhuizen. Naast de inwoners van de inrichtingen woonden in Veenhuizen ook het personeel van de inrichtingen met hun families en andere werknemers van justitie die nodig waren om het dorp te laten functioneren (schoolmeesters, dominee, pastoor etc.). Meester schreef als writer in residence het boek Hollands Siberië tijdens een verblijf in de pastorie van Veenhuizen. Ze verbleef er zestien maanden en sprak met vele inwoners van het dorp over hun herinneringen aan vroeger en de verhalen van hun voorouders. Dit leverde een schat aan informatie op over de periode voorafgaand aan WO II, tijdens en vlak daarna. Ze kwam op het spoor van een van de inwoners van de pastorie, een Franciscaner pater die er woonde en werkte van 1936 tot 1950. Zijn voorgangers hielden het maar kort uit in de ingewikkelde samenleving die het dorp – dat afgesloten was van de buitenwereld – vormde. Deze pater, in het boek Peter Pex genaamd, was zeer toegewijd aan zijn werk en probeerde voortdurend iedereen in het dorp, bewaarder, verpleegde, huishoudster, collega, boer en kind te helpen, te woord te staan en bij te staan. Het is al vrij snel duidelijk dat hij hierbij handelt vanuit een diep menselijk gevoel dat hem niet zo zeer door zijn geloof is ingegeven als wel door zijn hele wezen. Mariët Meester heeft een prachtig boek geschreven over het leven in Veenhuizen, gebaseerd op historische feiten en persoonlijke verhalen, gezien vanuit het perspectief van deze bijzondere man. Hierbij heeft zij zich natuurlijk waar het zijn gedachten en gevoelsleven betreft, vrijheden geoorloofd. De combinatie van feiten en fictie is in dit boek heel geslaagd en geeft een prachtig beeld van een vooraanstaand man in deze unieke samenlevingsvorm in drie opeenvolgende periodes: de vooravond van de Tweede wereldoorlog als de pastoor aangesteld wordt en langzaamaan zijn weg zoekt en soms vindt tussen zijn parochianen en de andere bewoners van het dorp, de Tweede wereldoorlog zelf als de pastoor en zijn huishoudster in het verzet zitten en meer en meer naar elkaar toegroeien en de periode vlak na de oorlog waarin de ontwikkelingen in het leven van de pastoor en in de functie van de inrichtingen en het soort gevangenen elkaar snel opvolgen en voortdurend van aard veranderen. Een fascinerend verhaal dat mij van begin tot eind boeide en aanleiding gaf tot het zoeken naar meer informatie over Veenhuizen en de auteur. In een radio-interview vertelde ze over haar periode in de pastorie waarin ze steeds meer ontdekte over de pastoor, zoals een geheime bergplaats waarin hij zich verstopte in de oorlog en een oud schilderij van hem, geschilderd door een Duitser die gevangen zat in Veenhuizen na de oorlog. En het waren ook ‘politieke delinquenten’ (oorlogsgevangenen) die in de periode vlak na de oorlog de huidige namen van de inrichtingen verzonnen na het uitschrijven van een prijsvraag. Alleen al deze aspecten geven aan hoe zeer de levens van de inwoners van het dorp, binnen en buiten de muren en hekken van de inrichtingen met elkaar verweven waren. En dit leidde tot mooie, komische maar ook treurige situaties die uiteindelijk ook niet goed uitpakten voor pastoor Pex. Hollands Siberië door Mariët Meester. Arbeiderspers. 280 pp. Deze recensie schreef ik als lid van de online boekenclub Een perfecte dag voor literatuur. Lees ook wat andere bloggers voor Een perfecte dag voor literatuur van dit boek vonden. Lees o.a. meer over de auteur en haar andere boeken op www.marietmeester.nl.

  • Een perfecte dag voor literatuur: Turks Fruit en de Ballade van de gasfitter

    Omslag-misschien-wel-niet-lrVoor de online boekenclub Een perfecte dag voor literatuur lazen we Misschien wel niet van Jannah Loontjens. Het is haar derde roman, maar ik had nog niet eerder iets van haar gelezen dan wel überhaupt van haar gehoord. De teksten op websites en flap kondigen een verhaal aan over een vrouw van nu met man, huis, kinderen en carrière (deze opsomming overigens in willekeurige volgorde); de hedendaagse vele ballen die zij in de lucht moet houden met zorgen, werken, familiebeslommeringen en een sociaal leven. Een sociaal leven dat tegenwoordig niet alleen maar bestaat uit etentjes met vrienden maar ook uit de constante toevoer van informatie via internet, en de social media via telefoon en laptop.
    In het geval van de hoofdpersoon bestaat het sociale leven ook uit een incidenteel snuifje coke – gewoon thuis terwijl de kinderen liggen te slapen – , een sinds haar achtste verdwenen moeder, haar man die een oogje heeft op de grote borsten van de buurvrouw en haar eigen Facebook relatie met een meer dan tien jaar jongere Marokkaan. “Pfff”, dacht ik toen ik dit boek las, “ik ben ook van die generatie, maar ben blij dat haar leven niet het mijne is.” Als ik natuurlijk heel eerlijk ben, heb ik ook wel mijn dingen en verleden en zorgen en twijfels en begrijp ik tot op zekere hoogte datgene wat de hoofdpersoon doormaakt. Dat maakt het boek soms herkenbaar (ik herken me zelf, maar meestal anderen, bijvoorbeeld in dat stukje over de IKEA keuken), maar verder vond ik het niet heel bijzonder. Blijkbaar herkende ik me niet genoeg in het beeld dat van mijn generatie wordt geschetst: Dertigers en jonge veertigers die vaak niet weten wat ze nou eigenlijk willen, die teveel keuzes hebben en voortdurend twijfelen over wat ze leuker of belangrijker vinden. De titel vind ik overigens wel goed gekozen.
    Wat ik wel herkende waren de citaten uit De ballade van de gasfitter. Een sonnettenreeks van de Nederlandse dichter Gerrit Achterberg. Deze bundel verscheen in 1953 en bestaat uit veertien sonnetten. De gasfitter kan ook gezien worden als dichter. Hij moet zowel de gaten dichten als versregels. Prachtig. Voor mijn speciaal onderwerp/gedichten bij mijn mondeling eindexamen Nederlands koos ik deze bundel. Op advies van mijn vader, een wijs en belezen man. Mooi hoe Jannah Loontjens hier die paar regels citeert uit Achterbergs werk en zo de wispelturigheid van de gedachten van de hoofdpersoon beschrijft: van de lekkage in haar woning, via de loodgieter/vriend die gebeld moet worden naar haar favoriete bundel van Achterberg en weer terug.
    En er viel me nog iets op. Iets wat je krijgt als je maar genoeg leest, denk ik. Er is een passage in dit boek over Turks Fruit. Niet over het boek Turks fruit van Jan Wolkers, maar over het echte Turkse fruit, de zoete, zachte lekkernij. Hoofdpersoon Mascha krijgt een doos met Turks fruit cadeau – om uit te delen aan haar vrienden – van de Turkse kruidenier, nadat ze hem heeft gevraagd of hij zijn familie of zijn vrienden belangrijker vindt. Dat uitdelen aan haar vrienden doet ze, ’s avonds tussen het wijn drinken, pokeren en coke snuiven door. Er wordt beschreven hoe zij zelf en de twee andere aanwezige vrouwen het kleverige spul eten. Die avond escaleert de vriendschap. Toevallig las ik hiervoor het boek De verzamelde werken van A.J. Fikry, boekhandelaar. Een boek dat bol staat van de literaire verwijzingen. Hierin beschrijft A.J. Fikry hoe hij altijd gefascineerd was geweest door de beschrijving van Turks Fruit in De leeuw, de heks en de kleerkast (het tweede deel uit de Kronieken van Narnia van C.S. Lewis) waarin Edmund zijn familie verraadt voor een doos Turks fruit. Fikry bedacht dat het dan wel heel erg lekker en bijzonder moest zijn, wilde je je er je familie voor verraden. Toen hij later van zijn vrouw een doos cadeau kreeg en het Turks fruit (“een soort poederig, kleverig snoep”) zag en proefde was hij nog nooit zo teleurgesteld. Er wordt door hem gesuggereerd dat er niet veel voor nodig is dan om je familie te verraden. Is dat wat Mascha in Misschien wel niet doet? Nee, vast niet. Of misschien wel?

    Misschien wel niet. Jannah Loontjens. Uitgeverij Ambo Anthos. 236 pp.
    Lees hier wat andere bloggers voor Een perfecte dag voor literatuur van dit boek vonden.

  • Recensie: De verzamelde werken van A.J. Fikry, boekhandelaar.

    ZevinNooit gehoord of gelezen van Gabrielle Zevin. Toch is dit boek al haar zevende roman.
    Een boek over boeken, boekhandels, kleine literaire uitgeverijen, boekclubjes en mensen die van lezen houden. Zo’n boek kan al snel heel saai worden en verzanden in een lofzang of bloemlezing over mooie en minder mooie juweeltjes uit de literatuur en waarbij je al snel iets denkt als: “Goh, ik dacht dat ik best wat had gelezen, maar van de hier genoemde boeken ken ik er geen…”of “Weer zo’n afgezaagd, intellectueel wenselijk boek waarin de auteur graag zijn of haar mening wil opdringen aan anderen…”
    In dit geval viel dat reuze mee. Het is een lief, mooi en interessant verhaal over de liefde voor boeken en het geschreven woord en over mensen die van lezen houden en hierover praten, maar die ook nog een leven te leven hebben. Deze mensen zijn A.J. Fikry en de mensen om hem heen.
    A.J. Fikry is eigenaar van de boekhandel op een eilandje voor de oostkust van de VS. In het stadje leven de gebruikelijke eigenaardige en markante personen die allemaal met elkaar te maken hebben: de politieagent, de schooljuffrouw, de brandweervrouw, de enigszins bekende schrijver en de eigenaar van de boekhandel en zijn vrouw. Na het overlijden van deze vrouw komen alle slechte eigenschappen van A.J. Fikry in volle hevigheid boven drijven en sympathiek kun je hem nauwelijks noemen. Eigenlijk wil hij zo snel mogelijk stoppen met werken en deze wens ligt ook binnen handbereik. Dan gebeuren er twee dingen die zijn leven totaal veranderen − eigenlijk drie, maar de derde gebeurtenis, waar het boek mee begint, heeft pas op lange termijn een gevolg. Je leest mee met het wel en wee en de grote en kleine gebeurtenissen uit het leven van deze mensen en die beschrijvingen zijn grappig, mooi, soms herkenbaar maar in de meeste gevallen wel wat dik aangezet. Het boek is goed geschreven en even zo goed vertaald. Ieder hoofdstuk begint met een korte introductie van A.J. Fikry over een verhaal of boek dat hij mooi vindt en dat hij aanraadt aan zijn dochter. Ook zijn er vele verwijzingen naar boeken, karakters uit boeken en auteurs in het verhaal, zonder dat dit storend is. Heerlijk om te lezen.

    Uitgeverij Atlas Contact vroeg of dit me een leuk boek leek om te lezen en er iets over te schrijven. Na het lezen van de informatie antwoordde ik hier positief op. Als klap op de vuurpijl kreeg ik ook nog een exemplaar om weg te geven. Dus als je enthousiast bent geworden en dit boek ook wel wilt lezen en wilt hebben, stuur een reactie op deze blog en wie weet stuur ik jou mijn extra exemplaar!

    De verzamelde werken van A.J. Fikry, boekhandelaar door Gabrielle Zevin. Oorspronkelijke titel The storied life of A.J. Fikry. Vertaald in het Nederlands door Lidwien Biekmann en uitgegeven door Uitgeverij Atlas Contact. 224 pp.

  • Een perfecte dag voor literatuur. Eén, nee, twee blogs over Alles hiervoor van André Platteel

    Platteel-Alles-hiervoor-LR15 juli 2014:
    Het was al even geleden dat ik dit boek las, en al die tijd tot aan nu, dacht ik er over na wat en hoe ik over dit boek zou gaan bloggen voor Een perfecte dag voor literatuur. Op 28 juni schreef ik onderstaand stuk dat ik afsluit met de zin: “Ik weet het niet. Ik zal er nog eens over nadenken.”
    Dat heb ik inderdaad gedaan en dat resulteerde in het tweede stuk van 9 juli. Beiden geven denk ik aardig mijn gevoel over dit boek weer:

    Eerste stuk, 28 juni 2014:
    Als je veel leest, kun je veel hebben, veel mooi vinden, veel naast je neerleggen, veel nadenken over wat je leest en hebt gelezen. Dat is ook het mooie aan een boekenclub. Je leest dan wel eens boeken die je anders nooit gelezen zou hebben. Mooie boeken, genres die je anders niet zo snel zou lezen, schrijvers waar je nog nooit van hebt gehoord. Als je veel leest, leer je ieder boek ook meer op waarde schatten. Je hoeft niet alles even mooi of even goed te vinden. Je hoeft niet meteen een mening klaar te hebben. Soms dringt een mening of een gevoel zich meteen op tijdens of na het lezen. Sommige boeken blijven je lang bij. Andere verhalen raken meteen weer op de achtergrond.
    Als het een boek betreft dat je leest voor een boekenclub, en je gaat het bespreken voor de andere lezers dan heb je al snel het gevoel dat je er iets van moet vinden.
    Ik moet bekennen dat ik veel heb nagedacht over wat ik vind van Alles hiervoor. Ik heb nagedacht over de hoofdpersoon Jonathan, zijn liefde voor Bette, zijn verdriet om het verlies van zijn moeder en broertje, de moeizame relatie met zijn vader, de aparte personen die hij tegenkomt tijdens zijn reizen, figuranten in het decor. En natuurlijk de vreemdsoortige relatie die hij heeft met de Noor. En wat ik er ook over bedacht, het lukte me niet om iets zinnigs over dit boek te zeggen, iets waardoor het er voor mij uitsprong, iets wat me triggerde om een bepaalde invalshoek te kiezen om dit blog te schrijven.
    Alles hiervoor is een mooi boek, het is goed geschreven, sommige beelden die er in opgeroepen worden zijn heel sprekend, het verdriet om het verlies van dierbaren is soms voelbaar, de band tussen twee geliefde soms bijna tastbaar zo dik hangt hij in de lucht. Het politieke, het geëngageerde en de artistieke aspecten spraken me minder aan; waren te gekunsteld. Het geheel komt niet bij me binnen en voor mij blijft dit boek hangen tussen de vele boeken die ik heb gelezen. De recensies die ik over dit boek las, zijn redelijk lovend ze prijzen de compositie, vinden het geraffineerd, proeven de wil om te leven die er uit spreekt.
    Ik weet het niet. Ik zal er nog eens over nadenken.

    Tweede stuk, 9 juli 2014:
    Na jaren van verdriet, rouw en afwezigheid is Jonathan nu weer aan het opkrabbelen en neemt hij weer deel aan het leven. Het verlies van zijn moeder en broertje en daardoor eigenlijk ook het verlies van zijn vader en zichzelf heeft hem veel gekost. Nu krijgt hij langzamerhand weer grip op het leven, zijn werk, de liefde, de relatie met zijn vader, ontmoetingen, het landschap, de kunst.
    Dit leidt tot intensieve gebeurtenissen en heftige herinneringen.

    Het knappe aan dit boek vind ik dat het niet heel dik is (ruim 250 pp.), anders gezegd er staan niet heel veel woorden in, maar toch staat er heel veel in. Heel veel details, heel veel informatie, waardoor het veel dikker lijkt. Ik denk dat dit komt door de zintuigelijke manier van schrijven, van waarnemen. Er is veel aandacht voor beeld, geur, smaak, kleur, licht, fysieke ervaring. Schitterende glitterbollen, druipend vet, de smaak van een kus, de geur van bloed, een knetterende klank, veelvuldig huidcontact en andere aanrakingen, de kracht van de wind, de beschrijvingen van stoffen en kleuren van kleding, een voet op een aangevreten muis, gaatjes in een pyjamabroek.

    “Hij stopt de vijg in zijn mond, proeft en zegt: ‘Alles komt hierin samen.’ Zijn bovenlip wordt in het ene hoekje dikker, met zijn tong gaat hij langs zijn tanden en zuigt een stukje vruchtvlees ervan los.”

    “De geur van stront en pis kruipt me tegemoet. Zodra hij de deur openzwiept, bijt die geur elke omschrijving weg.”

    “Blouse, colbert, hemd, rokje, kousen, broek; een lichaam van textiel.”

    “Het vette vel van de kip wil maar niet doorzakken. De fijne haartjes zijn net weerhaken die zich in mijn maagwand hebben vastgezet.”

    “Een vrouw kwam binnenlopen, lang zwart haar, dik als stroop, een pony tot net boven haar wenkbrauwen, groene ogen. We wisselden een korte blik, ik verdween in haar gezicht, een landschap vol sproeten en kleine moedervlekjes.”

    “Mijn woede is voelbaar op plekken waar ik het niet verwachtte, mijn kloten tintelen.”

    De overgangen van heden naar verleden en weer terug, naar de herinneringen aan zijn moeder en broertje, aan toen ze er nog waren, aan hun ziek zijn, aan het gemis, die zijn prachtig; het verhaal in het heden spreekt me minder aan. Het is door de manier van beschrijven, het gebruik van de woorden, details, combinaties van woorden, dat dit boek me bijblijft, dat het een gevoel oproept, dat het bij me binnenkomt. Door de fysieke, gedetailleerde, rake beschrijvingen komt het dichtbij, maar door het verhaal, de grote lijn blijft het ook ver van me weg.

    Lees hier wat anderen schreven over dit boek voor Een perfecte dag voor literatuur

  • Een perfecte dag voor literatuur. Het Boschhuis van Pauline Broekema

    Broekema-Boschhuis-LRPauline Broekema vertelt het verhaal van haar familie van moeders kant. Het is haar te doen om het grote verdriet dat op de familie drukt vanaf het einde van de Tweede Wereld Oorlog, toen haar moeders broer, Pieter door de Duitsers werd gefusilleerd. Ze gaat terug tot haar overgrootmoeder, een rijke boerendochter uit Muiderberg die met haar man, pionier en tabaksplanter voor de Deli Maatschappij enige jaren in Indië doorbrengt. Terug in Nederland krijgen ze vier kinderen. De jongste, een zoon Julius (Juul) ter Beek is Paulines grootvader en er volgt een beschrijving van zijn gezin, ook met vier kinderen, waarbij de nadruk ligt op het opgroeien van de twee jongsten Joke (Paulines moeder) en Pieter. Hun vader is een wispelturig man, met grote gedachten en veel normen en waarden. Veel van zijn tijd brengt hij door met en in dienst van Kees Boeke en de kring om deze vrijdenker heen. Het Boschhuis in de titel van dit boek is het huis van de familie Boeke, eigendom van de stichting die het kapitaal van Boekes vrouw uit de Cadbury dynastie beheert en lange tijd het woonhuis van de familie ter Beek. Het is vanuit dit huis, in de bossen rond Bilthoven dat Pieter zich wijdt aan het verzet in WOII. Na een mislukte aanslag wordt zijn groep opgerold en Pieter gearresteerd. Hij komt op de dodenlijst te staan en wordt gefusilleerd als vergelding op een vermoorde Duitser. Deze gebeurtenis heeft een onuitwisbare stempel gedrukt op het gezin en de volgende generatie(s).
    De Duitsers, NSB’ers en andere betrokkenen in Utrecht en Bilthoven tijdens de bezetting in het algemeen en de gevangenschap van Pieter in het bijzonder, krijgen een gezicht en zo schetst Broekema een gedetailleerd beeld van de aanleiding, omstandigheden en gevolgen van de executie van haar jonge oom. Broekema heeft geput uit een uitgebreid familiearchief met brieven, dagboeken en andere papieren, naast gesprekken met primaire bronnen en vele naslagwerken en geschriften van derden. Zo is een mooie kroniek ontstaan, wisselend van toon, stijl en tempo. In vogelvlucht gaan we langs de wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam en het harde leven op de tabaksplantages in Nederlands-Indië, het gedachtegoed van Multatuli en de uitbarsting van de Krakatau naar een zeer gedetailleerd verslag van een aantal bewoners van het villadorp Bilthoven, woonplaats van vrijdenkers, verzetsstrijders, collaborateurs en onderduikers. Vele verhalen en personen krijgen aandacht en een naam en dit doet je als lezer beseffen hoe veel algemeenheden je weet over het Nederlands verleden van de afgelopen 150 jaar en hoe weinig details. Het doet je verlangen naar meer kennis over je eigen recente familieverleden. De achtergronden, gewoontes, connecties, gedachten, geheimen, tragedies, trivialiteiten en verhalen van je (over)grootouders en hun gezinnen. Je eigen (oud)ooms en tantes, hun wensen, dromen en ideeën over het leven, hun teleurstellingen en hun geluk, de ontmoetingen die ze hadden met grote en kleine wereldverbeteraars, hun voetstappen in de geschiedenis. Als je interesse hebt voor geschiedenis, mensen en verhalen is dit boek het lezen waard.
    Met een opa en oma die een Indië-verleden hadden en een opa en oma en mijn vader (weliswaar een generatie jonger dan Pieter en zijn ouders) die in Bilthoven woonden en bekend waren met het gedachtengoed van Kees Boeke, was het lezen van dit boek af en toe alsof ik een kijkje nam in de wereld van mijn eigen voorvaderen en de tijdsgeest waarin zij leefden. Dit boek heeft me aan het denken gezet over mijn eigen familiegeschiedenis en wie weet waar dat nog toe gaat leiden…

    Lees hier wat andere bloggers voor Een perfecte dag voor literatuur van dit boek vonden.