Tag: verhalen

  • Waarom lees ik?

    hoe-lees-ikHoe lees ik? Dat is de vraag die lezer en uitgever en columniste en recensente en lector Lidewijde Paris zichzelf stelt. Niet zozeer omdat zij dat zelf niet weet, maar omdat het een vraag is die ze regelmatig van andere lezers krijgt. Omdat ze dacht dat zij met haar decennialange leeservaring daar wel iets zinnigs over kan zeggen, besloot ze aan de hand van haar eigen leeservaringen, leesmethodes en leesprocessen dit overzichtelijke boek te schrijven om andere lezers een handvat te reiken waarmee zij meer uit een boek kunnen halen, mochten zij dat willen.

    Geen lesboek vol theorie, ook al wordt er wel een aantal begrippen genoemd en besproken. Aan de hand van een groot aantal uitgebreide fragmenten en citaten vertelt ze welke signalen een boek/verhaal kan bevatten en hoe je die als lezer kunt herkennen en volgen. Schrijvenderwijs behandelt ze en passant de literaire technieken en trucs die een schrijver kan toepassen bij het schrijven van een verhaal/boek.

    Met mijn achtergrond (studie literatuurwetenschap, redacteur, recensent en ervaren lezer) was er op het gebied van de begrippen en technieken niet heel veel nieuws onder de zon te lezen, maar het was desondanks toch weer even een opfrissertje en een eye opener om sommige dingen op haar manier uitgelegd te krijgen. Dicht bij de lezer, dicht bij de boeken, zonder de afstand die een theorieboek al snel heeft.

    Mijn dochter moet over twee weken een leesverslag inleveren door vragen over een boek te beantwoorden. Ze mopperde, dat ze dat maar onzin vindt. Ze houdt enorm van lezen en doet niets liever, maar ze vindt een boek mooi of niet mooi en kan goed uitleggen waarom, gebaseerd op wat ze van de personages vindt, wat ze van de uitwerking vindt, van het verhaal en van het einde. Vragen naar bijvoorbeeld het benoemen van de emotionele spanningsbogen vindt ze nog veel te technisch en maar raar. Ik probeerde haar uit te leggen dat ze zo’n emotionele spanningsboog zeker wel ervaart tijdens het lezen, maar dat het soms lastig is om hem onder woorden te brengen, en dat het ook wel eens interessant kan zijn om nog meer uit een boek te halen tijdens en na het lezen.

     Ik hoop dat ik dàt heb laten zien: dat teksten die ogenschijnlijk ‘gewoon’ lijken, meer geconstrueerd blijken te zijn dan gedacht…Het mag wat training vergen om een natuurlijke artistieke argwaan te ontwikkelen, maar als die er is, wordt een tekst steeds rijker.

    Dat is wat Lidewijde Paris met dit boek bij mij heeft gedaan: mijn natuurlijke artistieke argwaan weer even flink wakker gemaakt, door elkaar geschud en opnieuw aangezet tot hard werken. Onder woorden brengen wat je ervaart tijdens het lezen en waardoor dat komt. Hoe lees je? Wat denk je? Wat vind je? Wat vind je zelf (wat is je mening?) maar vooral ook wat vind je in de tekst? Wat heeft de schrijver er in gestopt en wat haal jij er uit?

    En dan die prachtige teksten die ze heeft gebruikt. Sommige bekend, sommige onbekend, sommige nog ongelezen door mij. Maar daar gaat verandering in komen. Mijn leeslijst is nog langer geworden! En ik ga haar boek aan mijn tienerdochter geven en later aan mijn tienerzoons, ik denk dat ze er wat aan zullen hebben.

    Hoe lees ik? Lidewijde Paris. Uitgeverij Nieuw Amsterdam. 288 pp.

    Dit boek las ik samen met een aantal ander bloggers van de pop-up leesclub voor bloggers met een literaire smaak Een perfecte Dag voor Literatuur. Lees hier wat zij van dit boek vinden. Een exemplaar van Hoe lees ik? Werd me beschikbaar gesteld door d e uitgever.

  • Toetje van het tweede jaar vol Perfecte Dagen voor Literatuur: Mens vs. Natuur van Diane Cook

    mens vs. natureVan de initiatiefneemster van Een perfecte Dag voor Literatuur kregen we een toetje aangeboden. Een toetje omdat het extra was aan het einde van het tweede jaar van bloggen over literatuur. Een toetje omdat het zo lekker en leuk is om nog met iets extra’s af te sluiten en op een moment dat je zelf mag kiezen, na een heerlijk jaar vol van literatuur. En het boek dat als toetje is gekozen, is dan ook echt een toetje. Extra, goed, mooi, lekker voor mijn part, en je neemt het tot je als een toetje. Kleine hapjes, dan weer even stoppen, goed proeven, nadenken en dan nog weer eens een hapje. De bundel met twaalf verhalen van Diane Cook, Mens vs. Natuur, leent zich hier uitstekend voor.

    De verhalen zijn heftig, geven stof tot nadenken. Lees ze niet allemaal achter elkaar als dat je lukt.

    Net zoals gedichten en boeken, spreken niet alle twaalf verhalen me evenveel aan. Maar dat lijkt me logisch.

    Verhalen die gaan over de mens tegen de natuur. In de eerste plaats letterlijk, de mens tegen de overweldigende kracht van de natuur, een zondvloed van water, een meer zonder oever, een woud zonder rand. Met daarbinnen mensen in een onwenselijke situatie. En hoe gaan deze mensen om met de situatie, met de natuur, en uiteindelijk blijkt dat ze de natuur wel kunnen bedwingen, maar of ze dat ook kunnen met hun eigen natuur?

    Veel van de verhalen beginnen schijnbaar gewoon, in een wereld die wij kennen, een wereld die de onze zou kunnen zijn. Maar dan blijkt dat er buiten de muren van een huis, buiten de grenzen van een dorp, buiten de gedachten van een personage, een heel andere wereld schuilgaat dan die wij kennen. Vol bedreigingen, met andere regels.

    Mijn favorieten waren het eerste verhaal, Verdergaan en het laatste verhaal, Het woud der overbodigen. Maar alles wat er tussenin in zit, is ook heel erg de moeite van het lezen waard.

    Lees maar eens een verhaal terwijl je op het strand ligt, in je tuin in een ligstoel of aan het einde van een lange zomerdag. Je kijkt weer even helemaal anders aan tegen de wereld waarin we leven, je buren, je zelf! Heerlijk toetje.

    Mens vs. Natuur, Diane Cook. 256 pp. Meridiaan Uitgevers.

  • Een perfecte dag voor literatuur: Lopend door het Roemenië van Herta Müller

    barrevoetse februariDit keer lazen we met onze online boekenclub het boek Barrevoetse februari van Herta Müller. Een heruitgave van deze bundel van de Nobelprijs voor literatuur-winnaar (2009) uit 1987.
    Net als het schrijven van korte verhalen een kunst apart is, is het lezen van korte verhalen ook iets anders dan het lezen van een roman. Ieder verhaal, iedere schets vraagt een nieuwe blik, een nieuw begrijpen, een nieuw voelen. Je wilt graag het grote geheel vinden, de overheersende thematiek, de rode draad, dezelfde stijl. Die is er niet altijd of je vindt hem niet altijd. Het ene verhaal spreekt meer aan dan het andere.
    Zo verging het mij tenminste bij het lezen van deze tegelijk sobere, maar ook zo veel zeggende en heel visuele verhalen en schetsen in dit boek. Ik vond de gebruikte bijvoeglijke naamwoorden in veel gevallen prachtig gekozen en ook goed vertaald. Knokige snoet, erwtengroene jurk, doodgewalst lied, dartelende sneeuw, glad goud, argeloze vinger, verwelkte herfst, dampende veren, schuwe ogen en natuurlijk de titel barrevoetse februari.
    Deze titel die iets zegt over de woordkeuze en stijl van de inhoud zegt ook iets over de beweging in de verhalen. Het lopen, bewegen, soms rennen; het te voet ergens heen gaan of terug komen van de personages in de verhalen. In het naoorlogse communistische Roemenië, dat sinds 1967 onder dictatuur stond van Ceausescu, bleef de modernisering op het platteland achter bij de steden en de rest van Europa, zeker in de Duitstalige gebieden die sinds het collaboratie-verleden in WO II nog verder werden achtergesteld. In de verhalen wordt incidenteel iets gezegd over een tractor of een kar, maar verder leggen de mensen veel te voet af. En deze lopende manier van voortbewegen krijgt veel aandacht in de verhalen van Herta Müller. Ze bepalen het tempo in de verhalen, het tempo van het lopen, rustig, aandachtig’, snel, gehaast, angstig, onbevangen, zorgelijk.
    In het titelverhaal Barrevoetse februari de zin: De aarde ligt. Ik loop over haar heen. Deze beweging komt veel terug in de volgende verhalen en afstand wordt in stappen aangegeven: In het verhaal De grote zwarte as loopt de ik-figuur over het plaveisel haar schaduw achterna en ze tilde haar schoenen uit de schaduw van haar benen. Later loopt ze twee stappen achter haar grootvaders zondagse schoenen en even later nog maar een halve stap. Haar vader loopt de hamer achterna naar de boom. Benen stappen als stelten en stappen galmden onder het plaveisel en kwamen achter haar hielen uit de stoep naar boven. De stappen van de landbouwkundige: zijn gang lag kniehoog boven de grond, niet op het plaveisel.
    In een ander verhaal loopt een zwangere vrouw in de schaduw van haar buik door het lege dorp. In de verhalenserie over Matthias Veel vertrekken liggen onder de huid gaat het onder andere over een straat die aan de kant van de burgemeesterswoning wel is geasfalteerd en aan de andere kant niet. Ook hier gaat het over lopen. Lopen aan de modderige kant en lopen aan de asfaltkant: De man met de hoed loopt ook als het regent aan de modderige kant. Hij vermijdt het waterbeeld op het asfalt. Dat meeloopt. En van onderaf kijkt. Het waterbeeld vervormt zijn hoed. En even verderop: De man met de hoed heeft een langzame tred. Draagt de weg in zijn schoen. En Matthias zelf: Omdat de stappen die Matthias zet niet zwaar zijn, loopt hij snel. In het verhaal Hagedissen een jonge vrouw die over het asfalt onder de bomen liep, liep alsof ze de stilte in meende te lopen. Aan haar tred was te zien dat ze nadacht onder het lopen. Als de hakken van haar schoenen niet zo hard waren geweest achter haar hielen, had ze naakt met blanke kuiten door de weerschijn van het licht gelopen.
    En met het lopen komen de voeten, al dan niet omhuld door schoenen ook veelvuldig aan bod. Het geluid van het lopen, hard, zacht door het geluid dat de schoenen en de gang van de loper maken: De kleine grijze man heeft twee harde schoenen aan als koude strijkijzers.

    Het lopen bepaalt het tempo van de verhalen, het bepaalt de sfeer: het lijkt of er veel naar beneden gekeken wordt, naar de grond. De mensen lopen niet met opgeheven hoofd, maar kijken weg, kijken naar beneden. Een beeld dat past bij een angstig volk, bij angstige mensen. Daarbij komt dat verreweg de meeste verhalen worden geschreven vanuit het perspectief van een kind, een meisje, een herinnering van de auteur zelf? Een kind staat dichter bij de grond, kijkt en ziet vanuit een laag perspectief omhoog, maar ook naar beneden, dicht bij de grond. De grond waar overheen zij loopt.

    De verhalen en schetsen van Herta Müller in deze bundel zijn zware kost, geen luchtige weergaves van een onbezorgde jeugd of leuke anekdotes uit een andere wereld en tijd. Geen mooie wereld, maar wel een wereld waar zij het mee moest doen. Een wereld die ze nu met prachtige taal heeft verwoord.

    Herta Müller, Barrevoetse februari. De Geus, 2014. 160 pp.
    Lees hier wat andere deelnemers aan Een perfecte dag voor literatuur van dit boek vonden.

  • Recensie: Niets is wat het lijkt. Bundel met tien verhalen van onbekende, veelbelovende auteurs.

    Eerlijk is eerlijk, korte verhalen zijn niet mijn ding. Ik duik graag wat dieper een boek in en wil graag wat meer en langer met een verhaal en ideeën er achter bezig zijn. Verhalen geven mij snel een onbevredigend gevoel. Daarom lees ik ze ook bijna nooit. Maar omdat je ook  open moet staan voor nieuwe dingen, was het lezen en recenseren van deze bijzondere verhalenbundel een extra grote uitdaging voor me.

    Een bijzondere verhalenbundel in de eerste plaats door het idee er achter. Een nieuwe uitgeverij schrijft (tot nu toe) twee keer per jaar een verhalenwedstrijd uit rond een bepaald thema. De tien beste, meest originele, mooiste verhalen worden gebundeld en gepubliceerd en zo krijgen onbekende schrijvers een podium en een kans om een groter publiek te bereiken. (lees hierover meer in mijn blog: Werk in uitvoering: Uitgeverij Fenikso voor boeken met een blijvend karakter).

    niets is wat het lijktDe eerste bundel Niets is wat lijkt verscheen in maart 2013. De tien verhalen die er in staan, zijn geschreven door drie mannen en zeven vrouwen (er van uitgaande dat Anne ter Beek een vrouw is). Twee van de mannelijke schrijvers kozen voor een mannelijk perspectief/hoofdpersoon en dit zijn meteen ook de twee verhalen met en magisch tintje, De angstwinkel en Het kwaad. ‘Het kwaad’ speelt in deze twee verhalen een rol. Vooral het verhaal van Henk Kruijff geeft een nieuwe visie op de meest traditionele personificatie van het kwaad. Het is het verhaal van ‘de derde man’ Jaap Boekestein, Walter Scholkamps vrouw dat mij aangenaam verraste. Een snelle stijl, direct, maar op een manier geschreven die in de korte tijdsspanne van het verhaal toch een situatie schetst die ons ook zou kunnen overkomen en waarin ook heel menselijk gereageerd wordt… Van de vrouwen kozen er twee voor een mannelijk en vijf voor een vrouwelijk perspectief. Het verhaal van Jacquelien Vroemen, De schat, is leuk bedacht, maar het loopt niet lekker. Mijns inziens komt dit voor een deel door het taalgebruik. Soms wil iemand dingen te mooi schrijven en worden woorden gebruikt die niet passen bij de personen. De verjaardag van Nina van Anne ter Beek is knap in elkaar gezet, maar soms zijn de overgangen en kunstgrepen die op de uitkomst aansturen wel heel abrupt of niet goed uitgewerkt en hierdoor bekruipt je gaandeweg het gevoel dat het niet helemaal klopt, maar niet op de manier waarop het echt niet klopt! In Het perfecte weekend is al snel duidelijk wat er aan de hand is en waar het op uit zal draaien. Naast het wel erg plotselinge einde vind ik dit verhaal niet goed uitgewerkt, terwijl het onderwerp juist wel tot mijn verbeelding spreekt. De brief van Joyce Willemse is een mooi verhaal, waarbij ik de opdracht niet meteen terug vind, maar desalniettemin knap geschreven, met mooie sfeertekeningen. De verhalen van Lisanne Ortsen en Conny Hoogendoorn spreken mij het meest aan. Twee gezichten is spannend met goede perspectiefwisselingen, het zit knap in elkaar en de uitkomst was onverwachts. Conny Hoogendoorn bewijst dat er meer is op het gebied van erotische verhalen dan de Vijftig tinten grijs boeken. Ik denk ook dat verhalen zich veel beter lenen voor dit genre en juist het balanceren op het randje tussen het verhaal en de erotiek en daarbij niet al te expliciet te worden gaat de auteur van De strop goed af. Van het laatste verhaal van Femmy Fijten, Maxima cum laude sprak vooral het open einde me erg aan…

    Een heel korte bespreking van ieder verhaal, maar dit moet voorkomen dat teveel van de inhoud verklapt wordt. Lees dit boek zelf en besef hoe moeilijk het is om een kort verhaal te schrijven en hoe knap het is wat deze auteurs hebben gedaan. De kwaliteit van de taal en de uitwerking van de ideeën is over het algemeen heel goed te noemen en de verhalen zijn ondanks hetzelfde thema, wel heel verschillend. Bijzondere verhalen dus die benieuwd maken naar de verdere stappen van deze auteurs. Het maakt ook benieuwd naar alle inzendingen die de laatste tien niet hebben gehaald: waren er veel verhalen die op elkaar leken, was het niveau van die verhalen ook zo hoog of sprongen deze verhalen er echt uit?

    Verder kan nog een kleine tip worden afgeleid uit deze verhalen: als je iets kwaads in de zin hebt met een persoon: kies een afgelegen boerderijtje uit dan kun je ongestoord je gang gaan. In maar liefst drie van de tien verhalen kiest de hoofdpersoon een dergelijk decor uit om zijn of haar snode plannen uit te voeren…

  • Werk in uitvoering: Uitgeverij Fenikso voor boeken met een blijvend karakter

    feniksoVia de boekhandel in mijn woonplaats kwam ik in contact met een van de auteurs van de verhalenbundel Niets is wat het lijkt van Uitgeverij Fenikso. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en een uurtje browsen leverde een schat aan informatie op over deze nieuwe uitgeverij en de persoon er achter: Sandra di Bortolo.

    Fenikso is het Esperanto woord voor de Phoenix, de vogel die uit zijn eigen as herrijst. De symboliek die de naam uitdraagt met alle betekenissen die verbonden zijn aan deze mythische vogel en het Esperanto wordt beschreven op de website. Wat verder meteen opvalt, is de duidelijke, open en eerlijke opzet van de website en de informatie. Een schrijver of in ieder geval iemand die zijn of haar verhaal hier ter beoordeling naar toe stuurt, heeft van tevoren een goed beeld van de vervolgstappen en vereisten mocht het manuscript uitverkoren worden voor uitgave. En die kans is klein, want Fenikso beoogt ongeveer vier titels per jaar te publiceren… Desalniettemin is het streven van deze uitgever nobel: meer auteurs een kans geven, die door de grote gevestigde uitgeverijen worden genegeerd.

    Sandra di Bortolo is duidelijk een ondernemende dame met veel talenten die zij nu gecombineerd heeft in deze uitgeverij: ze heeft een jaar geleden haar eerste roman gepubliceerd: Spaghetti met hutspot en een tweede titel staat op de lijst bij Fenikso. Ook heeft ze een eigen tekstbureau, niet verkeerd bij bijvoorbeeld de redactie. Deze twee talenten gecombineerd met een flinke portie ondernemerslust, een goed netwerk (gezien de namen op de blurb van de boeken en de website) en een gezonde dosis lef, leveren een frisse wind in uitgeversland op.

    niets is wat het lijktAls oudgediende bij een uitgeverij weet ik als geen ander hoe belangrijk publiciteit voor een boek is. In de huidige markt waarin boeken als pakken melk van de productieband afrollen – de laatste jaren zo’n 15.000 nieuwe titels per jaar – moet je als uitgever echt je best doen om je boeken onder de aandacht te brengen. En dit kan een uitgever niet alleen: ook de auteur moet er alles aan doen om zijn of haar boek(en) onder de aandacht te brengen…Hiervoor kan van alles uit de kast getrokken worden van websites voor het boek, sociale netwerken en lezingen tot blogs, cursussen, beurzen en de bekende signeersessies. Maar het leven is hard en vele van deze boeken zullen op de stapel blijven liggen en hun auteurs in de vergetelheid raken. Des te bewonderenswaardiger is het streven van Fenikso. Een van de initiatieven van deze uitgeverij is het uitschrijven van een jaarlijkse verhalenwedstrijd. Tien van de ingezonden verhalen worden uiteindelijk gepubliceerd. Een slimme en goede manier om talent aan te trekken en te inventariseren en tegelijkertijd de schrijvers een platform en opstapje te geven. De eerste bundel, Niets is wat het lijkt  is in maart 2013 verschenen en de tweede bundel met de titel Niemand mag het weten staat reeds aangekondigd en de instuurtermijn voor de verhalen is al gesloten. In het najaar van 2013 weten we welke verhalen zijn uitverkoren. De titels niemand mag het wetenvan de bundels hebben in mijn ogen nog een hoog Mijn Geheim gehalte, maar ongetwijfeld is hier goed over nagedacht en het zorgt er wel voor dat de verhalen wel heel duidelijk in het thema passen. Overigens overstijgen de verhalen zelf de hierboven genoemde vergelijking in positieve zin in ruime mate. Ik ben benieuwd wat Fenikso verder, naast deze hopelijk (tweejaarlijkse) publicaties nog meer zal gaan uitgeven en of het fonds zich duidelijk zal gaan onderscheiden, ofwel door een duidelijke originele lijn te volgen ofwel door gedurfd anders en verschillend te blijven.

    Voor meer informatie kijk op http://fenikso.nl of www.facebook.com/UitgeverijFenikso Ook de boeken hebben veelal hun eigen Facebookpagina’s.

    Binnenkort wordt hier ook een recensie van Niets is wat het lijkt gepubliceerd.