Categorie: Een Perfecte Dag voor Literatuur

  • Een perfecte dag voor literatuur: De zes levens van Sophie door Sarah Meuleman

    De-zes-levens-van-SophieAgatha Christie (1890-1976), wereldberoemd schrijfster van misdaadboeken, verdwijnt op 36-jarige leeftijd spoorloos. Haar verdwijning duurt slechts 11 dagen, dan duikt zij weer op. De dood van haar moeder en haar slechte huwelijk zouden de oorzaken zijn geweest van haar labiele psychische toestand. Barbara Newhall Follett (1914-onbekend), wonderkind dat debuteerde op haar 13e met de novelle The house without windows, raakt depressief na een moeilijke jeugd, waarin haar vader haar en haar moeder verliet en door een slecht huwelijk. Op 25-jarige leeftijd verlaat zij haar huis en zij is nooit meer teruggezien. Virginia Woolf (1882-1941), Brits schrijfster en feministe en belangrijke literaire figuur in het interbellum, pleegt op 59-jarige leeftijd zelfmoord door verdrinking in de rivier bij haar huis en wordt pas drie weken later gevonden. Ze leed sinds het overlijden van haar moeder in 1895 aan zenuwinzinkingen en wilde haar omgeving niet langer tot last zijn, zo schreef zij in een afscheidsbriefje aan haar man.

    Drie belangrijke schrijfsters die een hechte band met hun moeder hadden, die nare dingen in hun jeugd hebben meegemaakt, die het leven niet meer aan kunnen. Over deze tragische vrouwen wil de hoofdpersoon uit De zes levens van Sophie, Hannah, een boek schrijven. Ook zij maakt in haar jonge leven al het nodige mee, opgroeiend in het laatste decennium van de vorige eeuw in een klein Vlaams dorpje in de tijd van de ontdekkingen van de gruwelijkheden begaan door Dutroux. Deze periode eindigt met de verdwijning van Sophie, een meisje dat het thuis moeilijk heeft en op school ook. Haar beste vriendin is Hannah, maar ook die vriendschap staat onder druk.

    Achttien jaar later woont Hannah in New York in een wereld vol glamour en geluk. Maar dit is slechts schijn. Ze worstelt met haar oppervlakkige bestaan en met de spoken uit haar verleden. Ze besluit te breken met haar leven en te doen wat ze al lang wilde doen, een biografie schrijven “over verdwenen vrouwen die ècht mooie dingen maakten.” Dit gaat haar echter niet goed af en Hannah raakt al meer verstrikt in haar verleden, heden en het leven van de vrouwen waarover ze schrijft.

    Tot zover de inhoud. Dit zou iets leuks kunnen opleveren, maar mijns inziens is Sarah Meuleman daar niet goed in geslaagd. De structuur, de perspectieven, het heen en weer springen in de tijd, allemaal niets nieuws, maar het lijkt niet helemaal gelukt in dit verhaal, het klopt niet. De korte hoofdstukken hebben allemaal een titel, een Engelse als het hoofdstuk in Amerika of Engeland afspeelt, een Nederlandse/Vlaamse (en 1 x een Franse) als het hoofdstuk zich in Nederlands taalgebied afspeelt. Ik herken hier veelal titels in van songs, toneelstukken, films, maar soms ook meer direct verwijzend naar iets uit het hoofdstuk: Handicap als er golf in het hoofdstuk voorkomt, Maaltijd als het gaat over hoe Sophie zich thuis redt met eten. Het lijkt wel of het allemaal moet kloppen of geforceerd alles met alles verband moet houden. De beroemde schrijfsters komen niet goed uit de verf. Ik kan me voorstellen dat ze de hoofdpersoon en auteur intrigeren, maar ze doet er zo weinig mee. Dutroux en de dreiging die van dat soort personen uitgaat wordt er bij gesleept, seks, drugs en rock& roll, glamour, misbruik. Ik vind het teveel van het goede. Is dit een thriller of een roman, welke kant gaat het op? Moet ik een duister plot verwachten, een meesterlijke wending of moet ik me laten meeslepen door de zielenroerselen van de hoofdpersonen? Is de structuur leidend, de tijd- en perspectiefwisselingen? Moet ik iets zoeken achter de hoofdstuktitels? Dit soort vragen hield me bezig tijdens het lezen, ik werd er onrustig van, ik wist niet wat ik er van moest denken. Dit kan prikkelend werken op een goede manier, maar bij mij pakte het met dit boekanders uit. De voor sommigen misschien verrassende ontknoping was dan ook voor mij al duidelijk op een derde van het boek en de uitwerking ervan ronduit slecht en kort door de bocht. Er zitten prachtige zinnen in, maar de zes levens van Sophie – ik heb er in het boek vijf kunnen vinden, de zesde zal dan wel beginnen waar het boek eindigt – hebben mij geen bevredigend leesgenot verschaft.

    De zes levens van Sophie. Sarah Meuleman. Lebowski Publishers. 288 pp.

    Dit boek lazen ik en een aantal andere bloggers voor de literaire online leesclub Een Perfecte Dag voor Literatuur hier wat de andere bloggers over dit boek schreven.

  • Een perfecte dag voor literatuur: Iedereen kan schilderen van Emma Curvers

    Iedereen-kan-schilderenIedereen kan schilderen, maar kan ook iedereen (blijven) schrijven?

    Toen ik dit boek begon te lezen, wist ik niets van auteur en haar boek. Gaandeweg het lezen werd het me duidelijk dat het bijna niet anders kon dan dat dit boek tenminste gedeeltelijk autobiografisch van aard was. Wat Emma Curvers beschrijft, niet alleen wat ze beschrijft maar ook hoe ze het beschrijft, kan bijna alleen maar uit eigen ervaring komen. Ten eerste zijn de gebeurtenissen bijna te onwaarschijnlijk om te verzinnen (zelfs als je ze met een korreltje zout neemt), maar ten tweede is het door het gevoel, het medeleven en ook door het respect dat er uit spreekt voor mij zo duidelijk dat het verhaal wel heel dicht bij de schrijfster staat.

    In het verhaal krijgen we een kijkje in het gezin Kostons. Twee dochters van begin twintig beiden wonen op kamers, een moeder die haar best doet om liefdevol te zijn voor haar dochters en ondertussen een oneerlijke strijd voert met haar man. Hans Kostons, succesvol zakenman maar lijdend aan depressies, psychoses, koopziekte, vernielzucht, hypochondrie en nog heel wat meer. Niet alleen moeder Elsbeth lijdt hieronder, ook beide dochters functioneren duidelijk niet geheel naar behoren. Met de beschrijving van een aantal feestdagen (verjaardag, kerstmis, pasen en een vakantie), gelegenheden waarbij de druk bij Hans nog hoger wordt en de situatie regelmatig en steeds heftiger escaleert, lezen we mee met de groeiende onmacht, de uitzichtloosheid, de twijfel (aan henzelf) en de gevolgen van en voor de drie vrouwen. Ze dealen alle drie op hun eigen wijze met de situatie, maar bovenal proberen ze er telkens weer het beste van te maken. Ze groeien toe naar het besef dat het eigenlijk niet meer kan, zoals het gaat, maar hoe het te veranderen is lastig. Het einde is open, maar sterk. Het geeft aan dat ze eindelijk met z’n drieën een front vormen, niet individueel strijd blijven voeren, maar samen een lijn trekken.

    Op lichtvoetige, humoristische wijze wordt een zeer schrijnende situatie verteld. Toch spreekt er respect en liefde uit van de dochter naar haar ouders, dus ergens hebben ze ook een heleboel goed gedaan in de opvoeding. De dochters lijken ietwat ontspoord maar niet zodanig dat je denkt dat het helemaal zal misgaan met ze, ze blijven thuis komen, elkaar steunen en het proberen met hun vader en proberen om zichzelf sterker te maken .

    Toen ik achteraf las dat het boek inderdaad autobiografische elementen bevat en dat Emma Curvers op z’n minst geïnspireerd is geweest door haar eigen vader voor de persoon van Hans Kostons, verbaast dat me dus niets. Emma Curvers heeft een mooi boek geschreven met een aparte stijl. Korte situatieschetsen, met weinig woorden een beeld of gebeurtenis beschrijven die toch duidelijk is. De vraag is alleen of het bij dit krachtige debuut blijft of dat ze in staat is om nog meer van dit soort boeken te schrijven en lukt haar dat alleen als ze over dit onderwerp schrijft of kan ze het ook volhouden met deze stijl in een heel ander verband? De reactie van haar vader op haar boek geeft in ieder geval stof voor nog een boek over een wel heel aparte vader-dochter relatie.

    Dan nog wat dingetjes die me opvielen, aanwijzingen voor de gekte van Hans of Iris die ik mis of slordigheden van auteur en redacteur?

    Het gaat over de alarmcode. Op p.11 staat: “De code. Natuurlijk: de geboortedatum van Hans. 12-09-53.” Op de volgende bladzijde staat: “Het is zaterdag 15 september en mijn vader is jarig.”

    Op p. 47 gaat het over een stamboom van de familie Kostons: “In 1953, vlak na de geboorte van de laatste Kostons in de generatie voor ons, is de stamboom voor het laatst bijgewerkt, door Tineke, een zus van opa Kostons.” Iris wil deze stamboom aanvullen en meer te weten komen over de geestelijke gemoedstoestand van de personen die er al op staan om in te kunnen schatten of ze erfelijk belast is. Daarover staat op p. 48: “Als we het onheil niet afwachten, zouden we het kunnen afwenden. De rest van de treinreis schrijf ik in een notitieboek. Eerst wil ik weten wie deze mensen tot 1963 zijn geweest.”

    Op p. 91 vertelt Iris wat voor dingen haar moeder zegt als ze haar belt. Het gaat over de poetsvrouw die zeurt over haar man. In regel 13 heet hij Harry, in regel 19 nog steeds, maar nu geschreven als Harrie.

    We gaan zien wat Emma Curvers ons nog gaat brengen. Meer van dit soort sterke werken, slappe aftreksels of helemaal niets.

    Emma Curvers. Iedereen kan schilderen. 206 pp. Lees hier wat andere bloggers voor EPDVL van dit boek  vinden.

  • Wat ideeën van een rechtshandige over De linkshandigen

    linkshandigenChristiaan Weijts schreef een in omvang bescheiden roman van 191 pp., klein formaat (12,5 x 19,5 cm.). De titel is De linkshandigen. Zonder ook maar een letter meer te hebben gelezen dan die op de voor- en achterflap kom je al te weten dat linkshandigen anders zijn, anders omgaan met dingen dan rechtshandigen. Dit boek is namelijk zo vormgegeven van buiten dat het lijkt of de rug aan de rechterkant zit en je dus het boek van links naar rechts moet openslaan en dus ook lezen? Het blijkt een optische grap en met enig frutselen en vouwen verandert het toch in een ‘normaal’ – daar gaan we al – te lezen boek. Meteen rijst de vraag hoe ik, als rechtshandige mijn boek lees. In welke hand houd ik het vast, met welke hand sla ik de bladzijden om? Zelf heb ik helemaal niets met links en voelt bijvoorbeeld een beker in mijn linkerhand onnatuurlijk en smaakte vroeger een sigaret met links vastgehouden minder goed dan met rechts opgerookt… Nooit zo over nagedacht hoe dat met een boek lezen gaat. De proef op de som genomen, merk ik dat ik het boek overwegend met links vasthoud en gebruik ik rechts om de bladzijde om te slaan. Als dit een wet van Meden en Perzen is, zou een ‘omgekeerd’ boek voor een linkshandige lekkerder lezen, beter hanteerbaar zijn. Misschien is dit inderdaad zo, in ieder geval voor Weijts en is dat de reden dat hij zijn boek dat voor een belangrijk deel gaat over het sinistere gezelschap van linkshandigen, in ieder geval van buiten omgekeerd heeft vorm laten geven? Of heeft hij dit helemaal niet zelf bedacht en was dat een heel creatieve (linkshandige) vormgever of redacteur die dat bedacht heeft? Maakt wat mij betreft niet uit, je wordt als lezer in ieder geval al meteen aan het denken gezet en je vormt je een houding ten aanzien van het boek en dat is mooi.

    In vier delen – vier dagen van ieder elf hoofstukken – die steeds korter worden (resp. zondag 63 pp., maandag 55 pp., dinsdag 37 pp. en woensdag 26 pp.) maakt de lezer kennis met Simon Sinkelberg tijdens een omwenteling in zijn leven. Hij is op zondagochtend nog de gevierde, bekende cartoonist van een van de vooraanstaande dagbladen in Nederland, maar op zondagmiddag is hij werkeloos, on the road, vergezeld van een liftster met een onduidelijke missie (dit geldt zowel voor Simon als voor zijn metgezel Katharina en haar onafscheidelijke witte cellokoffer).

    Zelf heeft Simon ook de nodige bagage. Naast een veel te dure, kalfsleren rechterschoen, zijn dit vooral herinneringen, ervaringen en spoken uit het verleden en zijn denkbeelden over heden en toekomst. Simon Sinkelberg is linkshandig en schaart hiermee zichzelf in het sinistere gezelschap der linkshandigen – NB voor degene die dit nog niets wist: sinister betekent links. Hij ziet zijn leven als een aaneenrijging van toevalligheden en hij houdt er interessante denkbeelden op na:

     Haar leugenachtigheid intrigeert hem en hij is vast besloten het spoor te volgen dat haar gekte haar ingeeft. En dan is er ook nog die linkshandigheid, die hij geleerd heeft te beschouwen als een brandmerk van het lot, het sinistere keurmerk van de uitverkorenen. Hij denkt: jij bent een linkshandige van het juiste slag. Je bent een sinistere vrouw in wie zich het noodlot voltrekt. Nu kan ik daarin meegaan. Nu moet ik erin meegaan. Omdat ik nu vrij ben. Of zou het zelfs omgekeerd zijn: dat ik vrij ben opdát ik hier met jou on the road kan zijn?

    Dit levert een aangenaam verhaal op, met snelheid en vindingrijkheid geschreven. Een verhaal dat je aan het denken zet over privacy, vrijheid van meningsuiting – nog meer dan Weijts voor ogen kon hebben, omdat pas na de verschijning van zijn boek de gruwlijkheden op de redactie van Charlie Hebdo plaatsvonden – en over de voor- en nadelen van linkshandigheid, voor linkshandigen.

     Ze vormen een verborgen minderheid, eentje die nooit als groep vervolgd is en zich daarom ook nooit als groep heeft verenigd. Ze delen een handicap die geen handicap is. Ze zijn geen serieus object van discriminatie. Ze hebben geen gedeelde ideologie of levensovertuiging. Er wordt geen geld voor ze ingezameld. Toch zijn ze anders.

    Een lichtvoetig, linkshandig verhaal. Weijts is linkshandig, maar hoe schreef hij dit verhaal? Ik denk op een toetsenbord met links en rechts? Tenminste zo doe ik het met rechts en links, waarbij rechts wel ene beetje dominant is. Maar op het toetsenbord voelt het bijna alsof ik ambidexter ben. Fascinerend.

    Dit boek is een kritische noot en een kwinkslag ineen. Een verfrissend inkijkje in het leven van een interessant fictief persoon en zijn wederwaardigheden in vier dagen. Ik zal er misschien iets langer aan denken dan vier dagen, maar zoals een andere blogger het mooi zei: ‘dit is geen roman die de Nederlandse literatuur op haar grondvesten laat trillen.’

    Gelezen met de online literaire boekenclub Een perfecte dag voor literatuur. Lees hier wat andere bloggers van EPDVL van dit boek vinden.

  • Een perfecte dag voor literatuur: Het boek met de lange titel

    omslag-VergetenVerhaal_lr-378x600Toen schrijversechtpaar Anneloes Timmerije en Charles den Tex op het spoor kwamen van een wel zeer bijzonder verhaal over oorlog en liefde, besloten zij hun krachten te bundelen en er samen een boek over te schrijven. Het resultaat is een mooi boek met een zeer lange titel: Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd. Een roman gebaseerd op ware feiten, zich afspelend in Nederlands-Indië en Australië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er zit veel waarheid in het boek en een groot deel van de personages die in het boek voorkomen zijn echt en worden bij naam genoemd: de vliegers, de bevelhebbers en andere gezaghebbenden, zoals Simon Spoor en Hubertus van Mook.

    Het is het verhaal van het uitbreken van de oorlog in de Pacific, in het bijzonder op Java waar Lienke, de vrouw van piloot Guus Hagers, woont te midden van hun beider families. De families worden geïnterneerd in de Jappenkampen en meer en meer blootgesteld aan het nietsontziende, wrede regime van de Japanners. Guus Hagers zit ondertussen ‘vast’ in Australië. De vliegtuigen die hij en zijn collega piloten moesten ophalen voor de verdediging van hun land zijn er niet, ze kunnen niet terug naar huis en ze hebben geen idee wat er met hun families is gebeurd. Ze willen vechten voor hun land, ze willen terug naar hun vrouwen, ze willen weten waar ze aan toe zijn. Ze raken al meer gefrustreerd in het hete, droge Australië waar de oorlog zich meer op papier en in vergaderingen lijkt af te spelen. Hier wordt ook al gedacht en gewerkt aan de situatie in een naoorlogs Indië. Guus Hagers blijft onwankelbaar geloven in het feit dat zijn vrouw Lienke nog leeft en dat hij overeind moet blijven voor haar. Hij onderwerpt zichzelf aan een ijzeren discipline en probeert zo het hoofd koel te houden. Lienke raakt steeds verzwakter en labieler in het kamp, waar werkelijk onmenselijke, haast ongelofelijke praktijken plaatsvinden. Ook zij blijft hopen op een levensteken van Guus. Als dat teken eindelijk komt als de oorlog is afgelopen, lijkt de manier waarop wel verzonnen, een onmogelijke waarheid, maar toch is dit echt gebeurd, weten we o.a. van het interview met Anneke van Loggem in De Wereld Draait Door.

    Tot zover in grote lijnen het ware verhaal. Goed beschreven, in een hele dwingende, herhalende, overtuigende stijl, dicht op de huid van de personages. Daartussendoor vlechten zich de verhalen waar de auteurs hun gevoel voor en ervaring met fictie hebben gebruikt. Het verhaal van geheim agenten, spionage, diamanten, macht en verraad. Dit verhaal is voor een deel gebaseerd op historische feiten en vermoedens over onder andere de ambities van Simon Spoor en de veranderende verhoudingen binnen Nederlands-Indië, al voor, tijdens en vooral na WO II. Daarnaast duikt er aan het eind van het boek opeens een verteller op, een ik-persoon die wel heel dicht betrokken blijkt te zijn bij het verleden van een aantal van de hoofdpersonen Lienke, Guus en Marja. Wat mij betreft krijgt het boek daardoor aan het eind nog een hoog wat ik noem ‘Titanic gehalte’ (denk aan stokoude vrouw in die film, die die ramp overleefde en het collier dat wordt gevonden in het wrak).

    Een boek met een lange titel waar veel verschillende lezers, veel verschillende lezerservaringen aan zullen beleven.

    Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd door Anneloes Timmerije en Charles den Tex. Uitgeverij De Geus. 416 pp.

    Lees hier wat andere bloggers van Een Perfecte Dag voor Literatuur over dit boek schreven.

  • Een perfecte dag voor literatuur: Een klassieker uit een luxe cassette

    WP_20150216_09_19_05_ProMet een aantal leden van de online boekenclub voor literatuur Een perfecte dag voor literatuur, bloggen we deze keer niet allen over hetzelfde boek, maar ieder over een boek naar keuze. Harde voorwaarde was zoals gewoonlijk dat het betreffende boek wel literatuur moet zijn, buigbare voorwaarde was dat het om een boek moest gaan dat prioriteit had bij je om wat voor reden dan ook. Met andere woorden een boek uit je prioriteitenkabinet. Leuke term, leuk idee… Ik heb gekozen voor een boek uit de oude doos, dat wil in dit geval zeggen, een ware literaire klassieker uit een luxe cassette. Namelijk een deel uit de luxe cassette met werken van Couperus. Deze cassette bevat dertien van de meer bekende werken van Louis Couperus, gebonden in tien banden met leeslint en stofomslag. Destijds speciaal uitgebracht voor verkoop bij het Kruidvat en door mij aangeschaft in 2004 voor het mooie prijsje van euro 49,95. couperus cassetteDe volgende titels zijn er in opgenomen: Eline Vere, Noodlot, Extase, Majesteit, Wereldvrede en Hoge troeven (de drie voorgaande samen de Koningsromans), Metamorfose, Psyche, Fidessa, Langs lijnen van geleidelijkheid, De stille kracht, De boeken der kleine zielen en Van oude mensen, de dingen, die voorbij gaan… Een aantal hiervan had ik al eens gelezen en nu (her)lees ik eens in de zoveel tijd een boek uit die cassette. Dit keer Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan… Een typisch Couperusboek met kenmerken van de naturalistische roman en de familieroman, veel psychologie en doordrongen van de voor Couperus bekende thema’s als determinisme, de onherroepelijkheid van de voortschrijdende tijd met angst voor ouderdom en dood, alsook huwelijksproblemen en decadentisme, de ijdelheid en hang naar geld en status. Het verhaal gaat over een duister familiegeheim, een drama dat zestig jaar geleden heeft plaatsgevonden in de familie Dercksz en waar de betrokkenen nog steeds onder te lijden hebben. In stilte, in afwachting van hun einde. De generaties na hen, kunnen slechts gissen naar wat dit vreselijke geheim is en hebben zo ondertussen hun eigen besognes, als huwelijk, scheiding, kinderen, geldzaken en ouder worden. Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat het geheim niet zo geheim is, maar nog steeds wordt er niet over gepraat in grote kring, waardoor heel veel mensen het weten, maar niet van elkaar en ze zo ieder de last ervan op hun eigen schouders meedragen. Zelfs als de oude direct erbij betrokken mensen zelf allemaal zijn overleden. Prachtig gesitueerd in het Den Haag van begin 1900 binnen gegoede Hollandse burgerfamilies met de voor die tijd gebruikelijke banden met Nederlands-Indië, en waar de meeste familieleden niet veel meer om handen lijken te hebben dan bij elkaar op visite te gaan. Het taalgebruik is verschrikkelijk ouderwets, de schrijfstijl ook, maar dit draagt juist bij aan de charme van Couperus’ boeken en de tijdsgeest. Doordat de thema’s tijd- en generatie overschrijdend zijn, zijn de boeken nog steeds heel actueel en bovendien herkenbaar. Hebzucht, buitenechtelijke relaties, scheidingen en andere vrije opvattingen over huwelijk en ongehuwd samenleven, angst voor de dood, het afgunstig kijken naar de (financiële) situatie van anderen, passie, zowel fysieke als intellectuele, niets menselijks is de karakters die ruim honderd jaar geleden leefden vreemd. Hieronder een paar lukrake citaten die het taalgebruik tonen: “Vijfenzeventig, was hij stil, somber, in zichzelf gekeerd door langdurig eenzaam leven, vól eenzame gedachten, om zichzelf, gedachten, die nog zinnelijkten in hem en dan troebelden op voor zijn ogen…” “Lot Pauws zat op zijn kamer te werken, toen hij beneden hoorde de stemmen van zijn moeder en van haar man Steyn. De stem van mama Ottilie klonk scherp, in een stijgende, stijgende drift, en de kalme, onverschillige basstem van Steyn scandeerde met kort hakkende zinnen en hitste mama’s woorden aan, zo dat zij ze stotterde, en hijgende er bijna in stikte.” Het debuut van Couperus, Eline Vere is een van zijn bekendste werken. Ook De stille kracht is bekend. Mijn grote favoriet zijn De boeken der kleine zielen. Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan… telt in de door mij gelezen versie 254 pp. In een vrij klein font met aangepaste spelling. Geef je over aan de aparte manier van schrijven en je kunt je onderdompelen in een voorbije tijd. images3DJT6PDU Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan…Deel X uit de serie Grootste werken van Louis Couperus, uitgegeven door Brilliant Books in 2004, exclusief voor het Kruidvat. Lees hier over welke boeken uit hun prioriteitenkabinet andere bloggers voor Een perfecte dag voor literatuur schreven.

  • De man die ophield te bestaan. Ingmar Heytze dicht over (aanstaand) vaderschap

    Ingmar Heytze de man die ophield te bestaanOmdat ik niet dagelijks poëzie lees (ook niet wekelijks, vaak niet eens maandelijks). Omdat ik het moeilijk vind iets zinnigs te zeggen over gedichten. Omdat ik wel iets zinnigs wilde zeggen over de nieuwe bundel van Ingmar Heytze, De man die ophield te bestaan. En omdat ik nog niet eerder bewust iets van hem had gelezen – misschien eens ergens vluchtig een gedicht in een recensie of ergens anders – wilde ik mij goed voorbereiden door alvast eerst wat andere van zijn gedichten te lezen. Ik leende op de pas van mijn dochter de bundel Alle goeds met daarin de bundels De allesvreter (1997), Sta op en wankel (1999) en Aan de bruid (2001).

    Ingmar Heytze Alle goedsMijn zoon van tien zag de cover en dacht dat het om een kinderboek ging. Ik legde hem uit dat dit niet zo was en dat ook op boeken van grote mensen getekende afbeeldingen konden staan. Ik legde hem uit dat het een boek met grote mensen gedichten was en dat die er vaak niet uit zien als gedichten, omdat ze niet rijmen en dat het vaak ook lastig is om te zeggen waar ze precies over gaan, wat er precies mee bedoeld wordt. Ik daagde hem uit en zei: “Lees er maar eens een en kijk maar of je het snapt.” Hij sloeg het boek open en het bleef lange tijd stil. Toen vroeg hij: “Mama, wat zijn Rennies?” Omdat ik er zelf ook al in had gelezen wist ik dat hij het had over het tweeregelige gedicht:

    Voorzichtige zelfmoordpoging

    Twee Rennies
    en een kopje kruidenthee
    .

    (uit: De Allesvrezer).

    Ik legde hem uit wat Rennies zijn en hij zei me dat hij nog steeds het gedicht niet begreep… En dat begreep ik nu weer wel. Niet het gedicht, maar dat hij het niet begreep. En zo gaat het vaak bij gedichten, denk ik, bij mij tenminste wel. Vaak zijn gedichten zo persoonlijk, zo op de huid van de dichter, zo gezien door de ogen van de dichter dat ze niet goed of in ieder geval niet meteen overkomen. Wanneer lees je bijvoorbeeld een gedicht, hoe kies je voor een bepaald gedicht, waarom heeft de dichter gekozen voor het schrijven van een bepaald gedicht. Allemaal omstandigheden die er aan bijdragen dat je een gedicht wel of niet snapt, wel of niet mooi vindt, wel of niet een plaats kan krijgen binnen in je. Want dat is wat gedichten die ik mooi vind, die ik begrijp, die ik voel, die ik versta, bij mij doen. Ze blijven me bij, ik onthoud ze, ik onthoud het gevoel dat ze opriepen en dan is er opeens een situatie, een emotie, een herinnering, een ontmoeting waarbij ik me dat gedicht en het gevoel herinner, waar dat gedicht bij past. En dat is mooi.
    Het lezen van de gedichten in de nieuwste bundel van Ingmar Heytze, De man die ophield te bestaan, om er een blog over te schrijven, kwam dus een beetje verplicht over. Nu moest ik iets van die gedichten gaan vinden, er iets zinnigs over zeggen en ook nog voor een bepaalde datum. Gelukkig kregen we van de uitgever onder embargo de gedichten iets eerder te lezen en was er nog enige tijd voor contemplatie. Ingmar Heytze werd vader en bracht zijn gedachten, gevoelens en ervaringen over het naderend en prille vaderschap onder woorden in 41 gedichten. Je proeft zijn onzekerheid over de op handen zijnde veranderingen, zijn heimwee naar een tijd die voorbij is en de sterke gevoelens en gedachten die hij heeft als zijn dochter eenmaal is geboren. Ja, een man die ophield te bestaan, maar ook een nieuwe man die werd geboren, samen met zijn dochter en haar moeder. Dit benoemt hij in het gedicht Dochter,.

    Dochter,

    Langzaamaan begin ik te begrijpen
    dat we alle drie tegelijk geboren worden.

    Prachtig ook hoe hij aan de hand van drie gedichten, eerste echo, tweede echo en derde echo de verschillende fases van de zwangerschap en zijn groeiende besef van het naderend vaderschap beschrijft, vooral Laatste echo vind ik mooi:

    Laatste echo

    Hierna zul je dicht zijn,
    Overvol van top tot teen
    gekleed in huid. We zwijgen,

    kijken voor het laatst dwars
    door je heen, een waterdier
    op weg naar het droge.

    Straks, ben je hier met open ogen.

    In een later gedicht gaat hij dan weer door op die open ogen. Mooi hoeveel de gedichten terughalen en vooruitwijzen naar dingen die hij dan in andere gedichten weer benoemt. Wat mooi als je vader zo onder woorden kan brengen wat hij voelde en dacht toen je bezig was te groeien en geboren te worden. Wat een geschenk!
    Deze bundel zal me zeker bij blijven en ik zal hem vaak uit de kast pakken om iets na te lezen, op te zoeken, om een gevoel, een herinnering, een gebeurtenis te versterken met een gedicht uit De man die ophield te bestaan.

    Deze gedichten las ik voor de literaire online boekenclub Een perfecte dag voor literatuur. Lees hier wat andere bloggers over De man die ophield te bestaan schreven.

  • Een perfecte dag voor literatuur: Het labyrint

    labyrintLabyrint
    1. Doolhof. Tuin met vele kunstig door elkaar gevlochten slingerpaden.
    2. (figuurlijk) Verward, duister geheel – netelige toestand.

    Het kenmerk van een labyrint is dat het door mensen is gemaakt, door mensen is uitgedacht. Het is dus kunstmatig, bedacht. Net als dit boek. Via de vier personages, die in elkaar verschillende en soms overlappende periodes hun gedachten loslaten over hun leven, hun werk, hun relaties, hun trauma’s, komt de lezer met omwegen, doodlopende suggesties, snelle passages en vertragende overpeinzingen tot het middelpunt, tot in het hart van het labyrint. Hier ligt de oplossing. Met de herinneringen die ik heb aan de doolhoven waarin ik wel eens heb gelopen, weet ik dat als je al komt tot het middelpunt, tot de oplossing, dit slechts een tijdelijke opluchting geeft. Je moet immers ook nog terug, je moet de weg naar buiten ook weer vinden. Misschien iets gemakkelijker dan heen, maar omdat je toch vaak als een dolle stier door zo’n doolhof rent, op goed geluk een gang proberend, ben je al snel je oriëntatie kwijt en vind je vaak de goede weg op goed geluk, zonder echt op te letten wat je nu eigenlijk hebt gedaan. Zo is het ook in dit boek. Je volgt de kronkelige weg die de auteur je biedt, je verdenkt deze en gene en je komt bij het eind, bij de oplossing. Dan heb je het boek uit, maar dan moet je nog terug. Nadenken over wat je nu precies hebt gelezen, wat precies de personages bewoog en hoe alles in elkaar grijpt. Je gaat door het labyrint, maar de echte uitdaging is er weer uit te komen, er buiten te komen. Met het einde van dit boek komen we tot de conclusie dat de oplossing niet in het labyrint ligt, maar er buiten.

    Vier mensen (twee mannen en twee vrouwen, twee paren) laten hun gedachten gaan over hun leven, hun relatie tot elkaar, maar vooral over hun relatie tot een elfjarig meisje. Een meisje dat is verdwenen. Wisselingen van perspectief en tijd zorgen voor fragmentarisch geheel. Wat mij betreft te gekunsteld, te bedacht. De vorm zit als een soort glazen muur tussen de lezer en de personages. Maar neemt niet weg dat het knap in elkaar zit en goed geschreven is.

    Het labyrint door Sigge Eklund. 336 pp. Meridiaan Uitgevers.

    Dit was het laatste boek dat ik las en beschreef voor Een perfecte dag voor literatuur in 2014. Ik ben benieuwd wat 2015 ons gaat brengen. Lees hier wat anderen van dit boek vonden.

  • Een perfecte dag voor literatuur: De offers van Kees van Beijnum

    offersVlak voordat ik met het lezen van dit boek begon, redigeerde ik de vertaling van een groot dik (coffeetable) boek boordevol tekst en beeldmateriaal over de Tweede Wereldoorlog. Het complete verhaal van de aanloop tot de nasleep. Tijdens het werk kwam ik er tot mijn tevredenheid achter dat ik er al best veel vanaf wist. Dat wil zeggen van de Europese oorlog. Van de oorlog aan de andere kant van de wereld, startend met de Japanse aanval op Pearl Harbor en met het gruwelijke einde van de twee atoombommen op Japan, wist ik veel minder. Ik las er interessante dingen over de zeeslagen, de strijd om alle eilanden aldaar, de rol van Japan, de onaantastbaarheid van de Japanse keizer, over de brandbommen op Tokio, de honger van de bevolking na afloop van de oorlog en de wederopbouw van Japan. Tot dat moment wist ik niet veel meer dan de gruwelijke wreedheden die de Japanners hadden begaan, en dan met name uit de eerste hand, namelijk de verhalen van mijn opa die als krijgsgevangene heeft gewerkt aan de Birma spoorlijn, terwijl mijn oma met haar twee oudste kinderen (waaronder mijn moeder) in een Jappenkamp op Sumatra zat. De Japanners hebben vreselijke daden begaan, daar in voormalig, koloniaal Nederlands-Indie maar ook in China. Mijn opa is er uiteindelijk goed uitgekomen en heeft de verschrikkingen die hij meemaakte een plaats kunnen geven. Maar alles wat met Japan te maken had, was fout. Ik weet nog dat mijn moeder in de jaren tachtig een Japanse auto kocht en het moeilijk vond om dit aan hem te vertellen…
    Met al deze oude en nieuw opgedane kennis begon ik aan de De offers. Ik kon me daardoor een goed beeld vormen van de situatie waarin Tokio op dat moment verkeerde: hele wijken weggebrand, de rijkdom in het centrum waar de Amerikaanse bezetter de dienst uitmaakte. De compleet terneergeslagen Japanse bevolking, letterlijk en figuurlijk, die misschien nog wel meer uit het veld geslagen was door het besef dat hun goddelijke keizer ook maar een mens was die de Japanse overgave bekendmaakte, dan door het verlies van de oorlog zelf en het verlies van hun huizen en geliefden.
    Tegen deze achtergrond beschrijft Kees van Beijnum de verhalen van drie personen: De Nederlandse rechter Rem Brink die in Tokio deel uitmaakt van het internationale tribunaal dat de Japanse kopstukken die verantwoordelijk worden gehouden voor de rol van Japan in de oorlog, moet berechten. De Japanse zangeres Michiko, die haar ouders heeft verloren tijdens de brandbommenaanval op Tokio en die nu als protegee van een rijke Duitse dame een veelbelovende carrière als zangeres tegemoet kan zien. En de verminkte Japanse soldaat Hideki, die terugkomt uit de oorlog tegen China als een gebroken jongeman en in zijn dorp in de bergen ervaart dat de oorlog eigenlijk nog niet voorbij is. Het verhaal van deze drie mensen, wier paden zich meerdere malen kruisen in dit boek en de vraag over goed en kwaad, verantwoordelijkheid en toeval, onschuld en schuld, is door Van Beijnum prachtig verteld. Je leert de personages goed kennen en leest ademloos mee met hun fysieke en geestelijke reizen en zoektochten naar wat goed is. Goed voor de wereld, goed voor hun families, goed voor hen zelf. Daarnaast krijg je als lezer een mooi beeld van de situatie op dat moment in Japan en de belangen die daarachter schuilgaan.

    De offers. Kees van Beijnum. De Bezige Bij. 512 pp.
    Gelezen voor de online boekenclub Een perfecte dag voor literatuur. Lees hier wat andere bloggers van dit boek vinden.

  • Een perfecte dag voor literatuur: De evolutie van een huwelijk

    evolutieEen familieopstelling. Vijf mensen, zittend, staand, alleen of tegen elkaar aanleunend, stuk voor stuk beschreven, in stilte. De zesde persoon komt binnen, staat in de deuropening en overziet dit tafereel, de kamer waarin ze zitten en de tuin op de achtergrond als een toneeldecor. Het is niet duidelijk wat hun relaties of onderlinge samenhang is. Zo begint De evolutie van een huwelijk. Als het einde van een toneelstuk, of als het begin. In dit geval is het meer het einde van het middenstuk of het begin van het eindstuk. Breekpunt tussen alles wat is geweest, gedaan, gedacht en alles wat vanaf nu zal zijn, zal gebeuren, zal veranderen. Zes personen en een baby: twee broers, hun vrouwen en hun drie dochters, daar gaat het om in dit verhaal. Een verhaal dat een wonderlijke vorm heeft en waarin de compositie een belangrijke rol speelt. Zeven delen, een deel voor ieder van de zes personen: Masha, haar dochter Molly Bloem, haar man Bastiaan, hun andere dochter Anna K, Shannon, vrouw van Freek, die op zijn beurt de broer van Bastiaan is. De baby is Deirdre, dochter van Shannon en Freek. Het achtste en laatste deel zet de puntjes op de i, vult de laatste gaatjes en maakt het geheel rond. Ieder deel vanuit het perspectief van een van de zes personen, vertelt afwisselend over Vandaag: de dag waarop het boek begint, Gisteren, de dag daarvoor en Morgen de dag erna. Verder wordt met flashbacks de zomer, herfst en winter aan deze drie dagen voorafgaand beschreven. De echte hoofdpersoon is Masha. Noem het toeval maar het vorige boek dat ik las (Misschien wel niet van Hannah Loontjens) gaat ook over een Mascha, ook een vrouw met een gezin, een carrière en zekerheid die blijkt te bestaan uit onzekerheden. Beiden studeerden literatuurwetenschap. In beide boeken zitten veel literaire verwijzingen, maar De evolutie van een huwelijk staat er werkelijk bol van. Al te beginnen met de namen van de drie dochters: Molly Bloem en Anna K (voluit Anna Karen), directe verwijzingen naar Molly Bloom, de vrouw van Leopold Bloom, hoofdpersoon uit Ulysses (1922) van James Joyce en Anna Karenina, hoofdpersoon uit gelijknamige boek (1877) van Tolstoj. Bij Deirdre, de naam van de babydochter van Freek en Shannon moet ik sterk denken aan Deirdre en de zonen van Usnach (1920) van Adriaan Roland Holst. Maar hier houdt het niet op. Veel boektitels passeren de revue allemaal met hun eigen functie. Een grappige verwijzing is naar een ander boek, het debuut, van de schrijfster Rebekka W.R. Bremmer. In De evolutie van een huwelijk denkt Freek na over wat hij betekent voor Masha en hij denkt: “Alsof hij een roman voor haar was geweest, waar ze intens en betrokken was terwijl ze erin verdiept was, maar een vage herinnering werd nadat ze het had uitgelezen. Het was uit. Ze kon hen nu analyseren, deconstrueren, opslaan, in een mapje op haar computer.” Vervolgens pakt hij het boek waarin hij las, geleend van Masha uit haar enorme boekenkast en “gooit het tegen de grond, trapt er nog eens tegen. Het was toch niet om door te komen: weinig actie, nauwelijks plot. Een vrouw op een eiland wier man niet thuis was gekomen van het vissen, een mysterieuze buitenstaander.” De auteur debuteerde met Eb (2012), een verhaal over een eiland met een vrouw die op haar man wacht die niet thuiskomt van het vissen en dan komt er nog een vrouw op het eiland… Een andere belangrijke verwijzing is die naar het boek The Riders (1994) van Tim Winton, een prachtige roman van een Australische auteur waarin een vader en zijn jonge dochter worden verlaten door hun vrouw/moeder, waarna een wanhopige zoektocht door Europa volgt, zonder resultaat, althans ze vinden haar niet. Masha geeft dit boek aan Freek, een kleine twintig jaar eerder, nadat ze hem naar Schiphol heeft gebracht. Ze haalde hem ook op toen hij aankwam en er is iets gebeurd in de tussentijd. Was het alleen een blik, was het meer? Dat blijft onduidelijk, maar feit is dat, als Freek nu terugkomt naar Nederland met Nieuw-Zeelandse vrouw en pasgeboren baby, er heel wat speelt tussen Masha en Freek. Het beheerst Masha zo dat ze eigenlijk geen oog heeft voor haar twee tiener/puber dochters die zelf nogal met hun eigen problemen, vragen en levens worstelen. Vooral de oudste Molly Bloem is met dingen bezig waar haar ouders geen weet van lijken te hebben. Ook Anna K voelt zich kennelijk niet zo fijn thuis, want kleeft als een kleefballetje aan Shannon en het Nieuw-Zeelandse avontuur. Op de laatste dag van het boek, Morgen, blijkt dat alle vrouwen in het verhaal zo hun eigen beslissingen hebben genomen die hun verhaal en hun relaties compleet ondersteboven gooien. Mooi boek!

    Lees hier wat andere bloggers voor Een perfecte dag voor literatuur ervan vonden.

  • Geloof, hoop en liefde in het ‘slechtste’ dorp van Nederland

    hollandssiberieAuteur Mariët Meester groeide in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw op in de Drentse gevangeniskolonie Veenhuizen . Het gebied met zijn uitgestrekte veenmoerassen, weidse uitzichten en ruige uiterlijk werd al van oudsher Hollands Siberië genoemd. Met de stichting in 1823 van een detentiedorp kreeg deze benaming een extra betekenis door de vergelijking met het Russische Siberië waar misdadigers naar verbannen werden. De inrichtingen in Veenhuizen werden gebouwd met als doel de opvang en heropvoeding van bedelaars, landlopers en wezen. De bewoners van deze gestichten of rijkswerkinrichtingen werden ‘verpleegden’ genoemd. Steeds meer kwam echter de functie van de inrichtingen te liggen op het herbergen van delinquenten en gevangenen. Na de tweede wereldoorlog zaten er veel oorlogsmisdadigers vast. Tegenwoordig staan er nog steeds gevangenissen in Veenhuizen. Naast de inwoners van de inrichtingen woonden in Veenhuizen ook het personeel van de inrichtingen met hun families en andere werknemers van justitie die nodig waren om het dorp te laten functioneren (schoolmeesters, dominee, pastoor etc.). Meester schreef als writer in residence het boek Hollands Siberië tijdens een verblijf in de pastorie van Veenhuizen. Ze verbleef er zestien maanden en sprak met vele inwoners van het dorp over hun herinneringen aan vroeger en de verhalen van hun voorouders. Dit leverde een schat aan informatie op over de periode voorafgaand aan WO II, tijdens en vlak daarna. Ze kwam op het spoor van een van de inwoners van de pastorie, een Franciscaner pater die er woonde en werkte van 1936 tot 1950. Zijn voorgangers hielden het maar kort uit in de ingewikkelde samenleving die het dorp – dat afgesloten was van de buitenwereld – vormde. Deze pater, in het boek Peter Pex genaamd, was zeer toegewijd aan zijn werk en probeerde voortdurend iedereen in het dorp, bewaarder, verpleegde, huishoudster, collega, boer en kind te helpen, te woord te staan en bij te staan. Het is al vrij snel duidelijk dat hij hierbij handelt vanuit een diep menselijk gevoel dat hem niet zo zeer door zijn geloof is ingegeven als wel door zijn hele wezen. Mariët Meester heeft een prachtig boek geschreven over het leven in Veenhuizen, gebaseerd op historische feiten en persoonlijke verhalen, gezien vanuit het perspectief van deze bijzondere man. Hierbij heeft zij zich natuurlijk waar het zijn gedachten en gevoelsleven betreft, vrijheden geoorloofd. De combinatie van feiten en fictie is in dit boek heel geslaagd en geeft een prachtig beeld van een vooraanstaand man in deze unieke samenlevingsvorm in drie opeenvolgende periodes: de vooravond van de Tweede wereldoorlog als de pastoor aangesteld wordt en langzaamaan zijn weg zoekt en soms vindt tussen zijn parochianen en de andere bewoners van het dorp, de Tweede wereldoorlog zelf als de pastoor en zijn huishoudster in het verzet zitten en meer en meer naar elkaar toegroeien en de periode vlak na de oorlog waarin de ontwikkelingen in het leven van de pastoor en in de functie van de inrichtingen en het soort gevangenen elkaar snel opvolgen en voortdurend van aard veranderen. Een fascinerend verhaal dat mij van begin tot eind boeide en aanleiding gaf tot het zoeken naar meer informatie over Veenhuizen en de auteur. In een radio-interview vertelde ze over haar periode in de pastorie waarin ze steeds meer ontdekte over de pastoor, zoals een geheime bergplaats waarin hij zich verstopte in de oorlog en een oud schilderij van hem, geschilderd door een Duitser die gevangen zat in Veenhuizen na de oorlog. En het waren ook ‘politieke delinquenten’ (oorlogsgevangenen) die in de periode vlak na de oorlog de huidige namen van de inrichtingen verzonnen na het uitschrijven van een prijsvraag. Alleen al deze aspecten geven aan hoe zeer de levens van de inwoners van het dorp, binnen en buiten de muren en hekken van de inrichtingen met elkaar verweven waren. En dit leidde tot mooie, komische maar ook treurige situaties die uiteindelijk ook niet goed uitpakten voor pastoor Pex. Hollands Siberië door Mariët Meester. Arbeiderspers. 280 pp. Deze recensie schreef ik als lid van de online boekenclub Een perfecte dag voor literatuur. Lees ook wat andere bloggers voor Een perfecte dag voor literatuur van dit boek vonden. Lees o.a. meer over de auteur en haar andere boeken op www.marietmeester.nl.