Categorie: Blog

  • Werk in uitvoering: Uitgeverij Fenikso voor boeken met een blijvend karakter

    feniksoVia de boekhandel in mijn woonplaats kwam ik in contact met een van de auteurs van de verhalenbundel Niets is wat het lijkt van Uitgeverij Fenikso. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en een uurtje browsen leverde een schat aan informatie op over deze nieuwe uitgeverij en de persoon er achter: Sandra di Bortolo.

    Fenikso is het Esperanto woord voor de Phoenix, de vogel die uit zijn eigen as herrijst. De symboliek die de naam uitdraagt met alle betekenissen die verbonden zijn aan deze mythische vogel en het Esperanto wordt beschreven op de website. Wat verder meteen opvalt, is de duidelijke, open en eerlijke opzet van de website en de informatie. Een schrijver of in ieder geval iemand die zijn of haar verhaal hier ter beoordeling naar toe stuurt, heeft van tevoren een goed beeld van de vervolgstappen en vereisten mocht het manuscript uitverkoren worden voor uitgave. En die kans is klein, want Fenikso beoogt ongeveer vier titels per jaar te publiceren… Desalniettemin is het streven van deze uitgever nobel: meer auteurs een kans geven, die door de grote gevestigde uitgeverijen worden genegeerd.

    Sandra di Bortolo is duidelijk een ondernemende dame met veel talenten die zij nu gecombineerd heeft in deze uitgeverij: ze heeft een jaar geleden haar eerste roman gepubliceerd: Spaghetti met hutspot en een tweede titel staat op de lijst bij Fenikso. Ook heeft ze een eigen tekstbureau, niet verkeerd bij bijvoorbeeld de redactie. Deze twee talenten gecombineerd met een flinke portie ondernemerslust, een goed netwerk (gezien de namen op de blurb van de boeken en de website) en een gezonde dosis lef, leveren een frisse wind in uitgeversland op.

    niets is wat het lijktAls oudgediende bij een uitgeverij weet ik als geen ander hoe belangrijk publiciteit voor een boek is. In de huidige markt waarin boeken als pakken melk van de productieband afrollen – de laatste jaren zo’n 15.000 nieuwe titels per jaar – moet je als uitgever echt je best doen om je boeken onder de aandacht te brengen. En dit kan een uitgever niet alleen: ook de auteur moet er alles aan doen om zijn of haar boek(en) onder de aandacht te brengen…Hiervoor kan van alles uit de kast getrokken worden van websites voor het boek, sociale netwerken en lezingen tot blogs, cursussen, beurzen en de bekende signeersessies. Maar het leven is hard en vele van deze boeken zullen op de stapel blijven liggen en hun auteurs in de vergetelheid raken. Des te bewonderenswaardiger is het streven van Fenikso. Een van de initiatieven van deze uitgeverij is het uitschrijven van een jaarlijkse verhalenwedstrijd. Tien van de ingezonden verhalen worden uiteindelijk gepubliceerd. Een slimme en goede manier om talent aan te trekken en te inventariseren en tegelijkertijd de schrijvers een platform en opstapje te geven. De eerste bundel, Niets is wat het lijkt  is in maart 2013 verschenen en de tweede bundel met de titel Niemand mag het weten staat reeds aangekondigd en de instuurtermijn voor de verhalen is al gesloten. In het najaar van 2013 weten we welke verhalen zijn uitverkoren. De titels niemand mag het wetenvan de bundels hebben in mijn ogen nog een hoog Mijn Geheim gehalte, maar ongetwijfeld is hier goed over nagedacht en het zorgt er wel voor dat de verhalen wel heel duidelijk in het thema passen. Overigens overstijgen de verhalen zelf de hierboven genoemde vergelijking in positieve zin in ruime mate. Ik ben benieuwd wat Fenikso verder, naast deze hopelijk (tweejaarlijkse) publicaties nog meer zal gaan uitgeven en of het fonds zich duidelijk zal gaan onderscheiden, ofwel door een duidelijke originele lijn te volgen ofwel door gedurfd anders en verschillend te blijven.

    Voor meer informatie kijk op http://fenikso.nl of www.facebook.com/UitgeverijFenikso Ook de boeken hebben veelal hun eigen Facebookpagina’s.

    Binnenkort wordt hier ook een recensie van Niets is wat het lijkt gepubliceerd.

  • Zwart op wit: MZ TV

    webZapp-service, de TV draait door, tientallen TV blogs, kijkcijfers… Kortom er wordt genoeg over TV geschreven en gepraat. Ik ga hier dus geen aankondiging doen van nog een nieuw TV blog, maar een eenmalig kijkje gunnen in mijn TV-kijk-gedrag van afgelopen week…

    Maandag: met een half oog en oor meegekeken en geluisterd naar GTST.

    Dinsdag: Klokhuis en Jeugdjournaal, GTST en veel later op de avond (want opgenomen) een hoogtepunt van de TV week: The following. Spannende en regelmatig misselijkmakende tv serie met Kevin Bacon en James Purefoy. Rondom intelligente, charismatische Edgar Allan Poe adept, seriemoordenaar en voormalig literatuur professor ontstaat een sociaal netwerk van aanbidders, die in de geest van Poe moorden en handelen. De FBI zit hem op de hielen, maar is telkens net te laat. Zeer gewelddadig, met veel bloed. Verhaal is doorspekt met verwijzingen naar Poe’s verhalen. Blijft een mooi gegeven om literatuur, intelligentie en misdaad met elkaar te verbinden, maar geeft je wel te denken met een echte gestoorde Poe-fan in je directe omgeving…

    Woensdag: wat flarden van Tussen kunst & kitsch gezien en daarna neergestreken voor de KRO-detective DCI Banks. Een leuke serie, alhoewel ik ook wel erg kon genieten van George Gently en het recentelijk uitgezonden seizoen 1 van de serie Scott & Bailey over twee vrouwelijke rechercheurs.

    Donderdag: Na Klokhuis en Jeugdjournaal een ontwenningsavond, want House is afgelopen. Wat een goede serie was dat. Op een gegeven moment haakte ik een beetje af, maar de laatste reeks was wel weer ijzersterk. Nu voorgoed afgelopen. Volgens mij heb ik uit verdriet gekeken naar Help mijn man is klusser, maar zag vooral een huilende man die zijn zoontjes ‘pik’ noemde en niet aan klussen toekwam vanwege onverwerkt verdriet van dertien jaar geleden…

    Vrijdag: GTST en naar een aflevering van Dalziel & Pascoe gekeken.

    Zaterdag: De kinderen wilden vrijdag graag Everybody Dance Now  zien, maar is te laat voor ze vinden we. Dankzij de moderne techniek hebben we dit dus in de namiddag van zaterdag ‘en famille-sans père’ gekeken, want manlief doen we hier echt geen plezier mee. Vooral het enthousiasme en commentaar van de kinderen maakt het zo leuk om hier naar te kijken. We waren blij dat Andreas een wildcard kreeg en we hebben met open mond naar paaldanseres Yvonne zitten kijken.

    Linda heeft ons nog een beetje vermaakt met Weet ik veel, onaneren als culinaire term, 80 paar schoenen in de kast en nog allerlei trivia over de deelnemers die je eigenlijk helemaal niet hoeft te weten. Het is altijd leuk om een aantal dingen te weten die je man niet weet, maar vice versa komt ook vaak voor…Ik weet niet of we hier nog vaker naar kijken…maar met wederom bijna 2,4 miljoen kijkers denken duidelijk veel mensen daar anders over. Heel even bleef ik hangen voor het volgende programma De Grote Improvisatie Show, maar zo na 4 minuten behoorde ik niet meer tot de 1,4 miljoen kijkers die dit programma trok. Zappen deed mij uitkomen in de reeds begonnen film Babel die ik al kende en waarvan ik mij nog herinnerde dat ik het einde onbevredigend vond. Reden genoeg dus om te blijven kijken

    Mmm, terugkijkend op mijn TV week, kan ik wederom concluderen dat ik TV gebruik voor instant vermaak en afleiding. Nieuws, cultuur en intellectueel voer haal ik uit kranten, internet en boeken…

  • Zwart op wit: jeugdherinnering

    Toen ik een jaar of elf was, had mijn vader op een zaterdag een plan. Ik werd naar boven gestuurd om “iets leuks en netjes” aan te trekken. Zelf dacht ik dat mijn net afgemaakte, zelfgebreide beenwarmers wel geschikt waren voor die gelegenheid. De blik van mijn ouders toen ik beneden kwam, deed vermoeden dat zij er anders over dachten.

    Niet lang daarna vertrok ik met mijn vader en de beenwarmers in de auto naar Zutphen. Daar, zo vertelde hij, zou in een boekhandel een beroemde Nederlandse dichteres haar boeken signeren. Zij was niet alleen een dichteres die hij bewonderde om haar dichtkunst, maar ook was zij zijn lerares klassieke talen geweest op De Werkplaats in Bilthoven waar hij was opgegroeid. Mij zei het allemaal niet heel veel, maar tijd met mijn vader was altijd leuk en ik was er aan gewend om veel tijd in de boekhandel door te brengen, want hij nam ons altijd mee als hij ‘even’ boeken ging kijken bij Praamstra in Deventer.

    gerhardtIn de boekhandel in Zutphen zat een ‘oude’ mevrouw achter een tafel. We stonden een tijdje in de rij en toen waren we aan de beurt. Ik merkte dat mijn vader toch wel een beetje benieuwd was of zij zich hem nog zou herinneren. Hij vertelde haar wie hij was en ja, ze wist het nog wel. Ik werd verlegen, want opvallen was niet mijn favoriete bezigheid, helemaal niet meer toen hij mij aan haar voorstelde. We gaven elkaar een hand en ze sprak de woorden “veel belofte”. Mijn vader was trots en drukte me op het hart deze woorden, tot mij gericht door zo een wijze vrouw, niet licht op te vatten en vooral nooit te vergeten.

    En nee, ik ben die dag, om een heleboel redenen, nooit vergeten. Al was het alleen maar omdat wij daarna, toen mijn vader natuurlijk ook nog ‘even’ in die boekhandel wilde blijven rondkijken, tussen de boeken een nogal opvallend, luid pratend heerschap zagen lopen in zo’n lange groene loden jas. In mijn herinnering zelfs met een pijp in zijn mond. Mijn vader herkende hem, want zei tegen mij: “zo nu heb je op een dag een van de belangrijkste Nederlandse dichteressen en een van de belangrijkste Nederlandse schrijvers van deze tijd gezien…”

    De dichteres was Ida Gerhardt, de schrijver was Harry Mulisch.

    Deze herinnering werd weer levendig naar aanleiding van het overlijden van Harry Mulisch en mijn vader in respectievelijk 2010 en 2012 en het verschijnen van De geest in dit huis is liefderijk van Daniela Hooghiemstra eerder dit jaar, over het leven en De Werkplaats van Kees Boeke.

  • Werk in uitvoering: MoodyDoodle en een recensie: Monster en Meisje

    boek_foto-377x342Via via hoorde ik al eens van dit bedrijf met nobele bedoelingen. Met kerst 2012 kregen mijn kinderen een van hun producten cadeau, namelijk het boek Monster en Meisje. Genoeg reden om eens wat meer te weten te komen over MoodyDoodle. MoodyDoodle is een bedrijf dat kindercommunicatie voorop stelt. Op verschillende manieren willen zij bijdragen aan het betrekken van kinderen bij Grote Mensen Zaken.

    Vanuit hun eigen visie hebben zij een verhaal ontwikkeld waarin Monster en Meisje de hoofdrol spelen. Deze twee figuren lopen samen met een aantal andere karakters als een rode draad door de activiteiten en initiatieven van MoodyDoodle heen. Daarnaast doet MoodyDoodle opdrachten voor derden waarbij ze verhalen ontwikkelen en beelden maken die de maatschappelijke betrokkenheid van hun opdrachtgevers ondersteunen, zodat Monster en Meisje vriendjes kunnen worden met nieuwe figuren. Zo zijn ze al vrienden met Mees en Makkie van de Euromast (http://www.euromastkidsclub.nl), de Gibra van Villa Zebra (http://www.villazebra.nl/) en met Hoppy, de mascotte van het Rode Kruis Studentendesk Rotterdam.

    Een speciaal plekje in hun hart heeft De Heer Bij. MoodyDoodle en Monster en Meisje trekken zich namelijk het lot van de bijen erg aan en terecht! In het boek Monster en Meisje wil Meisje de verdrietige Heer Bij graag helpen. Hij heeft verdriet over de zieke bijen. Ondertussen is er een speciale website gemaakt voor De Heer Bij: http://www.de-heer-bij.nl. Dit is wat zij er zelf over vertellen:bijlogo

    Vrolijk, en vol met mogelijkheden om zelf de bijen te helpen. Deze website hebben we uiteraard in samenwerking met anderen tot stand gebracht en op moment van schrijven zijn we druk bezig met het ontwikkelen van een imker-cursus voor kinderen. In samenwerking met de Nederlandse Bijenhouders Vereniging, twee imkers, een natuurillustrator, muzikant, stemacteur, HTML-5 expert en in de toekomst nog meer mensen/organisaties. We gaan de cursus aanbieden aan Imkerverenigingen, scholen en uiteraard aan ouders en kinderen via een speciale website, gekoppeld aan De-Heer-Bij.nl.

    Het boekje zelf is mooi vormgegeven. Meisje is een echt meisje zonder een meisje-meisje te zijn; monster is een echt monster zonder angst aan te jagen. Het bevat heel veel informatie en stof tot nadenken, niet alleen voor kinderen, maar ook voor de volwassenen die dit (voor)lezen. Al het materiaal is mooi en verzorgd en draagt hopelijk bij aan een verdere bewustwording van het feit dat we best wat voorzichtiger kunnen omgaan met alles wat ons op deze aarde tot onze beschikking staat: natuur, dieren en mensen!

    Grote inspirators achter de schermen zijn Koen Verberne, zakelijke contacten en spelontwikkelaar; Marlous Wessels, schrijfster en uitvoerster en Sander Willems, art director en tekenaar. Genoeg know-how en talent bij elkaar om nog veel meer van te verwachten…

    Monster en Meisje. 2011. 76 pp. gedrukt met ecologische inkt op gerecycled papier.

    http://www.moodydoodle.com/

  • Recensie: Eet mij. De psychologie van eten, diëten en te veel eten. Van Asha ten Broeke & Ronald Veldhuizen

    Begin december 2012 was het weer in het nieuws. Het aantal mensen met overgewicht en met ernstig overgewicht stijgt. Meer dan de helft van de mannen (54%) boven de 20 is te zwaar en vrouwen doen hier niet veel voor onder: van hen is 43% te zwaar.

    Toen dit nieuws voorbij kwam, was ik net toe aan het laatste hoofdstuk van Eet mij. Een interessante verhandeling over eten en de hersenen, dikke mensen, dunne mensen, zinloos lijnen, andere problemen als gevolg van overgewicht en een aanzet tot een eventuele oplossing voor het doorbreken van patronen en omstandigheden die leiden tot het aanbieden, kopen en opeten van ongezonde, dik makende voedingsmiddelen.

    Eet-mij-omslag-600-202x300In Eet mij wordt gesteld dat “de meeste kilo’s die momenteel over onze collectieve broekboorden hangen een onopzettelijk en ongewenst gevolg zijn van de niet-optimale onbewuste voedingskeuzes waar onze moderne eetomgeving voortdurend toe uitnodigt.”

    De auteurs, Asha ten Broeke – volgens eigen zeggen een dikkerd die zich daar heel bewust van is en van alles doet en heeft gedaan om af te vallen en in ieder geval fit is – en Ronald Veldhuizen – een slanke den, die hier niets voor hoeft te doen of te laten, maar daardoor niet per definitie fitter en gezonder is dan een persoon met overgewicht – bekijken in dit boek de diverse aspecten die te maken hebben met de oorzaken en gevolgen van dik worden, dik zijn en dik blijven.

    De paden die zij zelf bewandelen, de mensen die zij spreken, de onderzoeken die zij aanhalen en de praktijkvoorbeelden die ze beschrijven zijn herkenbaar, duidelijk, soms vermakelijk, vaak ook stuitend en verhelderend.

    Het leert je kritischer te kijken naar zaken die met eten kopen en opeten te maken hebben en waarvoor je tot nu toe niet genoeg aandacht had. Zo is daar bijvoorbeeld de indeling van de supermarkt die van begin tot eind er op is ingericht om mensen zoveel mogelijk te laten kopen, vooral dingen die ze lekker vinden en die per definitie niet heel gezond zijn. Nu begrijp ik ook waarom ik te vaak thuiskom met die fel geglazuurde donuts die meteen naast de groente-afdeling aan het begin van de supermarkt op kinder-ooghoogte staan uitgestald, als ik met mijn vijfjarige boodschappen heb gedaan. Stuitend ook om te lezen dat de marge op groente en fruit heel hoog is om te compenseren voor de lage prijzen van bijvoorbeeld bier en wasmiddelen. Begrippen als afslankmythe, jojo-effect, snacktaks en fruitkorting, maar ook het obligate Pavlov-effect en de B(ody)M(ass)I(ndex) passeren de revue.

    Als dit boek iets duidelijk maakt, dan is het dat er achter een (te) dik persoon een scala van omstandigheden zit verscholen, die er in meer of mindere mate aan bijdragen dat die persoon dik is (o.a. biologische, neurologische, sociaal-economische factoren) of die het voor veel mensen moeilijker maken om weerstand te bieden aan de eet-mij omgeving waarin wij tegenwoordig leven. Het is te simpel om te zeggen dat iemand die te dik is teveel eet, te weinig beweegt en beter zou moeten weten.

    Een leuk, verhelderend boek, een goede aanrader om te lezen bijvoorbeeld in de maand van overvloed of aan het begin van het nieuwe jaar. Het geeft je inzicht, stof tot denken en goede moed en tips om naar dik zijn te kijken en er indien nodig wat aan te doen of er mee om te gaan. Prettig, gemakkelijk leesbaar geschreven, soms lijkt het iets te haastig geformuleerd en/of geredigeerd te zijn, wat leidt tot een aantal slordigheidsfoutjes. Maar die staan het leesplezier niet in de weg. Uitgebreide toelichtende noten aan het einde van ieder hoofdstuk en een index maken het verhaal compleet.

    Eet mij. Geschreven door Asha ten Broeke en Ronald Veldhuizen. Uitgegeven door Maven Publishing. Verschenen: november 2012. 248 pp.

  • Recensie: Onzichtbaar van Deon Meyer

    Wederom een boek dat het etiket literair krijgt opgeplakt door de uitgever. Toegegeven, het heeft misschien iets meer diepgang dan menig andere thriller, maar literair is nog steeds te veel eer voor dit boek. Literair light  zou toepasselijker zijn. De auteur doet zijn best om een diepere laag in zijn verhaal te leggen en slaagt hier vooral in het eerste gedeelte beter in dan meer naar het eind. Daar wordt het al meer een verhaal van het kaliber van dik hout zaagt men planken, waarbij de verschillende losse eindjes en grote hoeveelheid aan ontbrekende informatie in rap tempo worden prijs gegeven. Hierdoor zit er wel veel vaart tegen het einde en daarmee is het spanningsveld met het meer langzame begin wel weer goed opgebouwd.

    Privé bodyguard Marty Lemmer krijgt de opdracht de mooie Emma Le Roux te beschermen nadat zij in haar huis is belaagd door drie gemaskerde mannen. Hij heeft meteen door dat zij hem niet alles vertelt en gaandeweg komt hij achter de waarheid. Emma neemt hem namelijk mee op een zoektocht naar haar twintig jaar eerder doodverklaarde broer, van wie zij het vermoeden heeft dat hij nog leeft. Al snel blijkt dat er iemand helemaal niet blij is met hun onderzoek en dat er weinig middelen geschuwd worden om Emma en andere personen die informatie zouden kunnen hebben uit de weg te ruimen. Als Emma vervolgens ternauwernood een tweede aanslag op haar leven overleeft en in coma raakt, voelt Lemmer zich in zijn eer als beschermer aangetast en hij besluit niet te rusten voordat hij haar belagers heeft uitgeschakeld. Een spannend kat en muis spel volgt en het zal de lezer niet verbazen dat uiteindelijk het goede zegeviert.

    Het boek bevat − naast het op te lossen mysterie − de klassieke ingrediënten voor een thriller: twee hoofdpersonen, man en vrouw, waartussen de gebruikelijke fysieke en geestelijke spanning en aantrekkingskracht speelt, machtige opdrachtgevers, domme schurken, rijkdom, een politieman en de nodige bijfiguren die het geheel meer kleur moeten geven. In dit boek valt die kleur ook letterlijk op te vatten aangezien het verhaal speelt in het huidige Zuid-Afrika. Land van tegenstellingen, onzekerheid en minderwaardigheid. Een land met een beladen geschiedenis die ook in dit verhaal een rol speelt en land van de prachtige, maar tegelijkertijd bedreigde natuur en erfgoed. En hier ligt voor een deel de kracht van Deon Meyer: het decor van zijn boeken, Zuid-Afrika. De rauwe eerlijkheid waarmee hij het landschap, de problemen en de verscheurdheid van de diverse bevolkingsgroepen beschrijft en waarmee hij voor een deel de motieven en denkwijzen van de personages verklaart, verdient met vlagen het etiket literair…light.

    Onzichtbaar. Vertaald uit het Afrikaans (Onsigbaar) door Martine Vosmaer en Karina van Santen. Verschenen: 6 november 2012 bij A.W. Bruna Fictie. 360 pp.

  • Recensie: Heerlijk oneerlijk van Dan Ariely

    Een boek over hoe we allemaal liegen, met name tegen ons zelf.

    Het is een hot topic deze dagen, maanden, de afgelopen jaren. Grote fraudezaken in de Verenigde Staten (Enron, Bernard Madoff), maar ook dichter bij huis en meer persoonlijk zoals de Duitse minister van Defensie Zu Guttenberg, die in 2011 officieel werd beschuldigd van plagiaat in zijn proefschrift uit 2007 waarmee hij toen summa cum laude promoveerde. En meer recent is er nog een Duitse minister in opspraak gekomen wegens fraude. In Nederland kun je denken aan de bouwfraude en ook de naam Diederik Stapel ligt nog steeds voor op de tong als we aan fraude denken. Deze hoogleraar in de sociaal-psychologie fingeerde op grote schaal onderzoeksresultaten met als een van de gevolgen dat vele conclusies van anderen, gebaseerd op de verzonnen resultaten van zijn onderzoeken, nu in twijfel getrokken worden.

    Een Amerikaanse ‘collega’ van Stapel is Dan Ariely, hoogleraar psychologie en gedragseconomie aan Duke University. Hij deed de laatste jaren baanbrekend onderzoek naar de waarheid achter oneerlijkheid. En de resultaten, deels beschreven in zijn boek Heerlijk oneerlijk, zijn verbluffend: eerlijke mensen bestaan niet. De gemiddelde persoon is echter niet zo berekenend dat hij een rationele kosten-batenanalyse maakt voorafgaand aan het plegen van een misdrijf of fraude, want als dat zo zou zijn, zouden er op veel grotere schaal misdrijven gepleegd worden. De gemiddelde mens wil echter wel voordeel halen uit het plegen van fraude, maar tegelijkertijd wil hij zichzelf ook nog recht kunnen blijven aankijken in de spiegel. Het gevolg van deze twee op het oog elkaar tegensprekende waarden is gesjoemel. De sjoemelmarge, dus de mate waarin we dit doen, blijkt sterk afhankelijk te zijn van invloeden van buitenaf. Om er een paar te noemen: de samenstelling van de sociale groep waarin iemand zich bevindt op het moment van het plegen van fraude of het al dan niet dragen van nepmerkkleding. Ook blijkt dat creatieve mensen beter in staat zijn om te sjoemelen en dat controlerend gedrag en blootstelling aan ethische codes fraude juist beperkt. Daar ligt meteen ook een belangrijke conclusie van dit boek: er is geen medicijn dat frauduleus gedrag kan uitroeien. Echter door meer controles in te bouwen en mensen blijvend te wijzen op hun gevoel voor ethiek, zal frauduleus handelen wel beter beperkt kunnen worden dan nu soms het geval is.

    Dit boek geeft een humoristische en verfrissende kijk op een zeer veel voorkomend aspect van het menselijk handelen. Waarbij enige zelfreflectie onvermijdelijk is. Ariely beschrijft op heldere, begrijpelijke wijze de vele onderzoeken die hij heeft gedaan en de doelstelling ervan. De vertaling is verbluffend goed en draagt zeker bij aan het feit dat, ondanks dat dit een Amerikaans boek is met onderzoek uitgevoerd aan Amerikaanse instituten en veelal onder Amerikaanse studenten, dit boek geen Amerikaanse bijsmaak heeft. Een bijsmaak die in heel veel soortgelijke populair-wetenschappelijke boeken en hun vertalingen wel aanwezig is, waardoor het vaak moeilijk is om de inhoud op ons zelf, nuchtere Nederlanders of Europeanen te betrekken.

    Uitgegeven door Maven Publishers, uitgever van toegankelijke wetenschappelijke kennis over het menselijk gedrag. Oktober 2012. 288 pp.

  • Zwart op wit: Indrukwekkende tentoonstelling

    Het is Kinderboekenweek 2012. Het thema van dit jaar luidt: Hallo Wereld! –over verschillende culturen. Met boeken ontdek je de wereld. Je reist naar verre landen, leert allerlei bijzondere uithoeken van de aarde kennen en maakt kennis met mensen uit een andere cultuur. Met het Kinderboekenweekgeschenk van Tosca Mentink op zak kun je tijdens de kinderboekenweek drie musea gratis bezoeken: het Museum Volkenkunde in Leiden, het Afrika Museum in Berg en Dal of het Tropenmuseum in Amsterdam. Toen oudste zoon met deze informatie thuiskwam uit school, besloten wij het Museum Volkenkunde te bezoeken. In Leiden hebben wij veel voetstappen liggen (drie van ons gezin zijn er geboren, vier hebben er gewoond), dus een goede reden om er weer eens heen te gaan. Iets later dan gepland, om een uur of half twee zondagmiddag 7 oktober liepen wij in opperbeste stemming het terrein van het museum op. Dat de directeur op ons af kwam, zich voorstelde en een vriendelijk praatje maakte, wekte bij mij en mijn zoon geen argwaan op, we kletsten er vrolijk op los en vertelden dat het zijn idee was en dat we daarom hier nu waren. Op het moment dat we deur door liepen, begrepen we opeens het doel van het gesprekje: bloemen, fotoflitsen, handen schudden: onze zoon was de honderdduizendste bezoeker van 2012. Hij was overdonderd en liet alles rustig over zich heen komen. We kregen cadeaus en taart en heel veel aandacht. Wat een bijzondere ervaring.

    Dat weekend was ook de feestelijke opening van de nieuwe, grote, interactieve familietentoonstelling van het museum: ‘Het verhaal van de totempaal’. Deze tentoonstelling vertelt het verhaal van de indianen van de Noordwestkust van de Verenigde Staten en Canada. Het zijn deze indianen die wereldberoemd zijn om hun prachtige totempalen. Speciaal voor het museum en deze tentoonstelling hebben Indiaanse houtsnijkunstenaars een acht meter hoge totempaal gemaakt van een duizend jaar oude boom. Gedeeltelijk in Canada gemaakt en hier in Nederland afgemaakt. Indrukwekkend. De tentoonstelling vertelt dit verhaal en het verhaal van de Noordwestkust indianen. Het is een prachtige, overzichtelijke tentoonstelling vol kleur en geluid. De interactieve ontdekroute maakt het voor kinderen extra interessant, maar de opzet en de inhoud van deze tentoonstelling spreekt jong en oud aan. Voor de opening, dit weekend, was een groep van twintig Kwakwaka’wakw indianen aanwezig om de bezoekers kennis te laten maken met hun tradities. Ze vertelden, lieten zien en dansten. Ons bezoek was in alle opzichten indrukwekkend.

    Kijk voor meer informatie over de tentoonstelling en onze ervaring eens op http://volkenkunde.nl/nl

  • Recensie: Onder het water van Morgan McCarthy

    Een verhaal dat zich voornamelijk afspeelt in de romantische, Engelse countryside. Met gemak waan je je bij de beschrijvingen van het landhuis, de tuin, de omgeving, het nabijgelegen dorpje en de tijdsbestedingen van de hoofdpersonen in het Engeland van de rijke grondbezitters van 100 jaar geleden. Het lijkt alsof de tijd heeft stilgestaan. Maar langzamerhand wordt duidelijk dat dit het decor is voor een verhaal in de huidige, moderne tijd.

    Twee kinderen groeien op in materiële luxe, maar zonder de liefde en aandacht die ieder kind nodig heeft om tot bloei te komen en op te groeien tot evenwichtige volwassenen. Jonathan en zijn zusje Theo zijn in het grote landhuis voornamelijk op elkaars gezelschap, inzichten en steun aangewezen. Dit maakt de band die ze hebben in hun vroege jeugd en als jongvolwassenen hecht, maar ook problematisch omdat ze niet in staat zijn om goed om te gaan met elkaars verstoorde emoties, als gevolg van hun jeugd. Een jeugd waarin een vader en moeder afwezig waren, vader in letterlijke zin en moeder in figuurlijke zin, verdoofd door drank. De komst van hun grootmoeder, de invloedrijke, mondaine en charismatische zakenvrouw en gewezen politica Eve Anthony, lijkt hier verandering in te brengen. Zij geeft de kinderen in ieder geval aandacht en stilt hun ergste verlangen naar verhalen over het verleden van hun familie. Met haar hulp en aanmoediging beginnen de kinderen aan de volgende fase van hun leven, een leven op eigen benen. Maar al snel blijkt hun beider onvermogen er voor zichzelf en elkaar te zijn, elkaar te begrijpen en de juiste signalen goed te interpreteren die er op duiden dat ze totaal niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid van het leven in alle facetten te dragen. Dit heeft desastreuze gevolgen die de familieverhoudingen compleet omgooien.

    Een mooi verhaal met prachtige sfeertekeningen en bij vlagen heel mooie beeldspraken: “Toen keek Maria me aan en glimlachte, en ik had het gevoel dat ik dit moment moest onthouden, het moest begraven als een noot, voordat de winter inviel.” Vooral in het begin komt de vertaling wat houterig over; er wordt te veel vastgehouden aan de Engelse zinsconstructies. Later in het boek gaat dit veel soepeler. De Engelse titel van dit boek luidt: The other half of me. Een titel die beter de lading dekt dan de Nederlandse. Af en toe heeft het boek iets gekunstelds en worden er wel heel veel zijweggetjes aan de haren bijgesleept en waarom? Om het verhaal meer waarheidsgehalte te geven? De connecties die Eve Anthony had met de Kennedyfamilie, Marilyn Monroe en Amerikaanse maffia naast een beroemde vader, een ontdekkingsreiziger van het kaliber Howard Carter, maken het verhaal eerder ongeloofwaardiger en leiden af van de puurheid van het echte verhaal.

    Op de omslag van de Nederlandse uitgave heeft de uitgever de volgende typering neergezet: “Fascinerend als Atonement. Subtiel als Brideshead Revisited.” Ook in diverse Engelse boekbeschrijvingen kom ik die vergelijkingen tegen. Prachtig om met deze meesterwerken vergeleken te worden en ja, in heel ruwe vorm heeft dit boek inderdaad elementen van die stijlen. Een debuut dat om meer vraagt van deze schrijfster.

    Onder het water. Morgan McCarthy. 376 pp. Karakter Uitgevers. September 2012.

  • Zwart op wit: Stille wateren…

    Met enige regelmaat melden de media dat er in Nederland een klein kind is verdronken. In ons waterrijke land met vele rivieren, meren, sloten en andere waterbronnen moeten ouders van kleine kinderen permanent op hun hoede blijven voor dit gevaar. Toen ik mijn eigen zoontje van drie eens in een kort moment van onoplettendheid uit het oog verloor en ik hem vervolgens niet meer zag op het plein achter ons huis, waar hij aan het spelen was, rende ik meteen naar de voorkant van ons huis, waar een sloot loopt, om het water af te speuren. Een buurman die mij zag staan, had meteen door wat mijn angst was en vertelde me later dat hij, toen hij een jaar of zeventien was, meehielp met het zoeken naar een klein buurjongetje dat ook was verdwenen. Hij was degene die hem uiteindelijk vond, verdronken in de sloot…

    Extra oplettendheid is dus vereist voor ouders van jonge kinderen zolang ze niet een bewezen proeve van zwemvaardigheid en zelfredzaamheid hebben. In ons dichtbevolkte land, met dichtbebouwde woonwijken en kleine aan elkaar grenzende tuinen ligt echter nog een extra watergevaar op de loer: vijvers. Een hobby van vele mensen die hun tuin pas compleet vinden als er een mooie waterpartij, groen begroeid als een natuurlijk object in hun tuin is verwerkt. En ja, natuurlijk, iedereen mag in zijn tuin een vijver maken als hij dat mooi vindt. Probleem is dat je vaak niet van het bestaan van zo’n vijver een paar huizen verderop afweet, zeker niet als je ergens nog niet zo lang woont en niet bij alle buren in je wijk de deur plat loopt. Een extra reden waarom je je kinderen goed in de gaten moet houden en waarom je je kinderen al jong moet leren dat ze niet zomaar bij jan en alleman de tuin in kunnen lopen. Hoe aardig de bewoners ook lijken en hoe aanlokkelijk de kinderen, glijbaan of ander object in aangrenzende tuinen ook zijn.

    Toen een paar jaar geleden een buurman, een paar huizen verderop, en met zijn tuin uitkomend op hetzelfde plein als onze tuin, dan ook met veel vertoon zijn tuin opnieuw liet aanleggen inclusief imposante vijver, waren wij extra op onze hoede. We hadden het geluk dat de installatie van deze vijver ons niet kon ontgaan, omdat zijn directe buurvrouw, die zelf ook twee heel jonge kinderen heeft, met veel verontwaardiging en lawaai iedereen aan het plein hiervan op de hoogte bracht. Ze sprak er schande van. Hoe kon iemand zo asociaal en onnadenkend zijn en alleen maar aan zichzelf denken. Wij waren blij met deze ophef, want een gewaarschuwd mens telt voor twee. We waarschuwden onze kinderen en letten extra op als ze buiten waren, of de toegang tot de vijvertuin wel dicht was. Toen bleek dat de al wat oudere kinderen van de vijverbuurman de deur van hun tuin vaak openlieten, spraken we de kinderen en hun ouders hier vriendelijk op aan en hun toezegging dat ze er extra op zouden letten, kwamen ze na en sindsdien was de deur altijd gesloten. Hun directe buurvrouw liet echter geen gelegenheid onbenut om de rest van dat jaar haar luide ongenoegen over de vijver en het gevaar dat deze met zich meebracht, met name voor haar eigen kinderen, te benadrukken.

    Het jaar daarna kreeg dit verhaal een nat staartje. De vrouw, die het jaar daarvoor zo’n ophef had gemaakt over de vijver van haar buurman, kwam met een blik die het midden hield tussen vijandig en schuldig, ons vertellen dat – ook al vond ze het eigenlijk onze eigen verantwoordelijkheid en hoefde ze het ons dus eigenlijk niet te melden – ze een grote vijver in haar tuin had aangelegd. Ze bewees ons een dienst door dit te vertellen, want zo benadrukte ze nog maar eens, eigenlijk hoefde ze ons dit niet te vertellen want het was onze eigen verantwoordelijkheid, maar ze zou het toch wel heel erg vinden als een van onze kinderen, die tot dat moment veel bij haar in de tuin kwamen, zou verdrinken in haar vijver. Toen ik haar zeer beduusd vroeg of ze dan geen zorgen had over haar eigen kinderen, deed ze dit af met een opmerking in de trant van dat de oudste al kon zwemmen en dat de jongste zo voorzichtig en gewaarschuwd was dat ze daar geen zorgen over had. Bovendien merkte ze fijntjes op dat zij wel op haar eigen kinderen zou letten, maar dat ze geen zin had om de verantwoordelijkheid voor andere, waaronder onze, kinderen te nemen. Ze deed nog wel de belofte dat ze de toegang tot haar tuin dicht zou houden. Een uitspraak die ze vanaf het begin tot op heden niet is nagekomen. Ons bleek geen andere oplossing dan onze oudste, die inmiddels ook kon zwemmen, extra te waarschuwen en onze jongste te verbieden daar nog te komen zonder dat hij eerst aan ons had gevraagd of hij naar zijn vriendinnetje toe mocht.

    De moraal van dit verhaal is wat mij betreft een dubbele: water en jonge kinderen gaan niet zomaar samen en voor ouders moet dit een duidelijk punt van constante oplettendheid blijven. De andere is meer een verbaasde conclusie over het soms ondoorgrondelijke motief achter iemands handelen: ook niet zo stille wateren hebben soms diepe, onbegrijpelijke gronden.