Categorie: Een Perfecte Dag voor Literatuur

  • Coming of age in Rotterdam – Darko’s lessen van Michelle van Dijk

    darkos lessenDe Servische Darko (20) is op zijn elfde met zijn ouders naar Nederland gekomen vanuit voormalig Joegoslavië. Nederland wordt gezien als land met ongekende mogelijkheden en Darko is vastbesloten wat van zijn leven te maken. Opgeslokt door het volwassen worden, zijn werk, de liefde, de verleidingen van Rotterdam en het nog steeds leren van de taal, blijkt het nog niet zo gemakkelijk om dit te bereiken. Ook zit hij met vragen over het verleden, de rol van zijn vader in de oorlog en hun reis naar Nederland.

    Darko leert zijn taallessen, zijn lessen in de liefde en de lessen in het leven al doende en ervarende. Hij is helemaal gek op zijn vroegere en oudere lerares Janna die hem een anker geeft in zijn leven, terwijl ze zelf zoekende en twijfelende is. Twee generaties, twee culturen, het lijkt heel heftig maar ondertussen eigenlijk ook heel gewoon. Als Janna hem zonder duidelijke reden verlaat, zal moeten blijken of Darko genoeg lessen heeft geleerd om verder te komen in de soms hopeloos gecompliceerde maatschappij en situaties waarin hij zich bevindt.

    Dit boek bestaat uit drie delen waarin zeven maanden uit Darko’s leven worden beschreven. Lessen in taal waarin de lust, liefde en onenigheid tussen hem en Janna nog hoog oplaaien, terwijl hij de finesses van het Nederlands en de eigenaardigheden van de Nederlanders probeert te begrijpen. In het tweede deel, Lessen in liefde vraagt Darko zich af waar hij staat nu Janna hem doodzwijgt. Heeft een opleiding nog wel zin, heel hard werken brengt uitputting en verdoving. Als Janna hem vraagt of ze zijn verhalen die hij ter oefening in het Nederlands, opschreef, mag uitgeven, weigert hij. Darko pakt zijn opleiding weer serieus op en heeft daarnaast ruimte om zich te verdiepen in zijn vroege jeugd, de oorlog in de jaren 1990 in zijn geboorteland en de geschiedenis van zijn ouders. Het zijn deze lessen in leven waarmee hij uiteindelijk zijn examen maakt. Maar het is wel Janna die hij na afloop belt: ‘Zij maakt het verhaal, dus zij maakt ook het einde.’

    En hiermee heeft het boek een open einde en blijft de lezer achter met de vraag hoe het nu eigenlijk zit. Hoe zit het met de hoofdpersoon in het boek Janna en de schrijfster Michelle van Dijk? Hoe zit het met Darko’s verhaal en de publicatie ervan? Waar houdt de werkelijkheid op en begint de fictie? En hoe zat het eigenlijk ook weer met die vreselijke en verschrikkelijk ingewikkelde oorlog, die deze dagen weer zo actueel is met de uitspraken van het Joegoslavië tribunaal? En als je als lezer na het uitlezen van een boek met dit soort vragen achterblijft, als de schrijver van begin tot eind de touwtjes in handen heeft en ze dan op het juiste moment laat vieren dan heb je wat mij betreft een geslaagd boek geschreven.

    Dit boek, met prachtig omslag en met de grootste zorg vormgegeven en geredigeerd, leest als een trein en is wat mij betreft een jaloersmakend debuut, geschikt voor een groot lezerspubliek. Des te leuker dat dit boek komt uit de pen van een van mijn medebloggers bij Een Perfecte Dag voor Literatuur waarvoor wij dit boek lazen en beschreven. Michelle van Dijk en uitgeverij Douane dank voor het toesturen van een exemplaar van dit mooie boek.

    Lees hier wat anderen schreven over Darko’s lessen.

    Darko’s lessen. Michelle van Dijk. 179 pp. Uitgeverij Douane.

  • Een boek dat aan alle kanten klopt…Noodweer van Marijke Schermer

    noodweerPrecies op het moment dat ze beseffen dat hun relatie echt is en dat dit wel eens zou kunnen betekenen dat ze echt voor elkaar gaan kiezen, gebeurt er iets in het leven van dertigers Bruch en Emilia, wat hun relatie voorgoed zal bepalen…

    Als Emilia thuiskomt na een magische avond met Bruch wordt ze in haar huis aangevallen en verkracht. Ze besluit dit te verzwijgen voor Bruch, ze weigert slachtoffer te zijn en sluit zich op tot haar fysieke wonden zijn genezen om na deze periode van complete afwezigheid, terug te keren naar Bruch met de verklaring dat ze een time-out nodig had om te bepalen of ze echt met hem verder wilde. Hij lijkt dit te accepteren en ze pakken de draad op en gaan verder.

    Ze krijgen twee kinderen, gaan buiten wonen en lijken een hecht stel. Als Emilia op een onverwacht moment door een actie van een vriend en haar reactie daarop wordt teruggeworpen naar het verschrikkelijke dat haar is overkomen en het feit dat ze dit al die jaren heeft verzwegen voor Bruch, merkt ze hoe wankel haar basis is. Ze klampt zich uit alle macht vast aan haar leven en zekerheden om ondertussen steeds verder af te glijden en het gevoel te hebben te verdrinken. Ze sluit zich steeds verder af, drinkt te veel, en laat Bruch letterlijk en figuurlijk van zich afzwemmen. Dit beeld wordt versterkt door het noodweer dat aanhoudende regen veroorzaakt waardoor de rivier bij hun huis steeds verder aanzwelt en hun buitendijkse huis dreigt te verzwelgen. Op het moment dat de rivier hun huis binnenkolkt, vindt er een confrontatie tussen Emilia en Bruch plaats…

    Dit boek gaat over relaties, de intimiteit van een huwelijk en het feit dat zoiets intiems als een huwelijk, een relatie met verantwoordelijkheden en de liefde voor je kinderen, niet direct hoeft te betekenen dat je alles deelt. Wat verzwijg je uit liefde of uit zelfbehoud en wat deel je? Groeit je relatie, verandert je relatie en is deze zo later tegen iets bestand waarvan je dacht dat het dat eerst niet was? Dit soort vragen komen op en zijn leidend in dit verhaal. Wat is van jou en wat is van jullie samen? Wat bepaal je alleen en wat met elkaar? Wat doe je om te overleven, wat doe je uit noodweer en wat doe je in noodweer? Een mooi verhaal met prachtige dialogen die recht uit het hart van een relatie gegrepen lijken te zijn. Dit boek klopt van alle kanten.

    Dit boek las ik voor de literaire online boekenclub Een Perfecte Dag voor Literatuur. Op 15 februari zetten alle bloggers van EPVDL die dit boek lazen hun recensie online. Lees ze hier allemaal. Een exemplaar van het boek kreeg ik van de uitgeverij G.A. van Oorschot. Wat een mooi cadeau!

    Lees ook: Noodweer op shortlist ECI literatuurprijs 2017.

    Noodweer. Marijke Schermer. Uitgeverij G.A. van Oorschot. 159 pp.

  • Hollandse nuchterheid en Amerikaanse volharding van honderd jaar geleden in Edna Ferbers Het purperen land

     

    het-purperen-land 

    Als de negentienjarige en verweesde Selina Peake eind 19e eeuw op de bok van een boerenkar de reis van slechts 10 mijl van Chicago naar het gehucht High Prairie aflegt om daar schooljuffrouw te worden voor de kinderen van de Nederlandse groentekwekers, kan ze haar geluk niet op. Ze ziet deze onderneming als een tussenstation in een leven vol avontuur ‘dat je moest nemen zoals het kwam erop vertrouwend dat er ieder moment iets prachtigs op je pad kon komen.’ Hoe anders zal haar leven echter verlopen als ze niet lang na aankomst verliefd wordt op een stugge Hollandse weduwnaar die voor het ongeluk geboren lijkt te zijn. Maar Selina houdt vol en ondanks of misschien dankzij haar geromantiseerde kijk op het leven en met behulp van haar grote vastberadenheid ziet zij kans, na de dood van haar man, om hun boerenbedrijf nieuw leven in te blazen. Ze is vastbesloten haar zoon Dirk (Zogroot is zijn kinderkoosnaam, waarop de oorspronkelijke Engelse titel ‘So big’ berust) de culturele opvoeding en een artistiek leven te geven die zij voor zichzelf gewenst had. Dirk echter bewandelt een ander pad en kiest voor de financiële wereld en de rijke, luxe leefstijl die daarbij hoort.

    Selina blijft in de kleinste dingen iets moois zien en geniet van de eenvoud om zich heen. Dit zorgt voor mooie gesprekken tussen moeder en zoon die elkaar respecteren en vol liefde met elkaar omgaan. Dit boek dat bijna honderd jaar geleden in 1925 de Pulitzer Prize won, is verrassend modern en vlot geschreven en geeft een prachtig tijdbeeld van de opkomst van de industrialisatie en de financiële markten in Amerika met de bijbehorende uitspattingen van de rijke elite tegenover de eenvoud van een kleine boerderij en de schoonheid van het Amerikaanse platteland en noeste arbeid en de schone kunsten die ook een belangrijke rol spelen in dit boek. Daarmee is het helemaal een boek van zijn tijd met romantische aspecten alsook vleugjes realisme en naturalisme en het fin de siècle denken, waarbij de duidelijke boodschap is dat mooi niet altijd goed is, dat ‘lelijke’ mensen best een heel mooi karakter kunnen hebben en dat rijk zijn niet altijd betekent dat je veel geld hebt.

    Wat dit boek extra interessant maakt, is het feit dat een Hollandse gemeenschap er een grote rol in speelt. Deze gemeenschap van Nederlandse immigranten vestigde zich hier vanaf 1840 als groentekwekers die hun groenten verkochten op de markten van Chicago. Ze leefden hier hun Hollandse leven met stugge, no nonsens karakters in boerderijen naar Hollands voorbeeld. De verrukking van Selina over de prachtige velden vol groene en rode kolen, die zij als groene agaat en purpersteen benoemt, wekt grote hilariteit onder de nuchtere Hollanders.

    Wat mij ook fascineerde was de vertaling van het boek. Een vertaling die dus bijna honderd jaar na dato is gemaakt. Welke beslissingen neemt een vertaler over ouderwets taalgebruik, ouderwetse formuleringen en in het bijzonder: hoe zijn de vreemde Engelse zinnen van de Nederlandse personen in dit boek vertaald naar het Nederlands? In de Nederlandse vertaling spreken de Nederlandse personages in het boek een kortaf, beknopt Engels zonder lidwoorden en af en toe in een vreemde volgorde. Ik probeer hierin de Nederlandse invloed terug te vinden. En dit is lastig aangezien ik de tekst in een Nederlandse vertaling lees. Een Amerikaanse schrijfster heeft bijna een eeuw geleden Engelse zinnen met een Nederlandse ondertoon opgeschreven, die nu in het Nederlands zijn vertaald. ‘Never must anybody dress up in a bride’s dress only to get married’ wordt vertaald als ‘Nooit mag iemand bruidsjurk aantrekken, behalve om te trouwen’. Ik zou het interessant vinden om na te gaan hoe Ferber kwam tot deze zinnen en wat de argumenten van d e vertaalster waren om ze te vertalen zoals ze heeft gedaan. Even zo interessant zou het zijn om na te gaan hoe Edna Ferber aan haar kennis over deze Nederlandse gemeenschap is gekomen.

    Hetzelfde geldt voor de Nederlandse titel. Die is zo heel anders dan de oorspronkelijke Engelse en toch heel toepasselijk. Zowel de Engelse titel So Big als de Nederlandse titel Het purperen land worden in respectievelijk het eerste en tweede hoofdstuk verklaard en geven ieder op eigen wijze een duidelijke verwijzing naar een belangrijk aspect van het verhaal. SoBig de bijnaam van Dirk deJong, zoon van Selina waarmee hij letterlijk en figuurlijk zijn lengte en betekenis aangeeft en die een directe verwijzing is naar zijn toekomst en hoe verschillend deze is ten opzicht van de levenswijze van zijn moeder en haar wensen voor hem. Het purperen land verwijst naar de kolenvelden, het land dat ‘door de late middagzon in een gloed van rozerood, goud en glinsternevel wordt gezet, een gloed die bij dit merengebied hoorde.’ Zo ziet Selina het voor het eerst en ze wordt vervuld door een gelukzalig gevoel van avontuur, schoonheid en romantiek, niet wetende dat ze dit land de rest van haar leven niet meer zal verlaten en dat dit land ook ploeteren betekent en voor velen alle schoonheid heeft verloren.

    Een mooi boek, dat terecht nieuwe leven ingeblazen krijgt met deze Nederlandse vertaling.

    Het Purperen land. Edna Ferber. (Oorspronkelijke titel: So Big,1924). Uit het Engels vertaald door Lisette Graswinckel (2016). 319 pp.

    Een exemplaar werd me beschikbaar gesteld door Uitgeverij Nieuw Amsterdam, waarvoor mijn dank. Ik las dit boek en schreef dit stuk voor de online pop-up boekenclub Een Perfecte Dag voor Literatuur. Lees hier wat anderen leden van EPVDL over dit boek schrijven.

  • Aan het eind van de dag. Gedrukt of geschreven?

    aan-het-eind-van-de-dag

    Kun je aan het eind van de dag, als je leven ten einde loopt of richting het einde gaat, als je de balans opmaakt, leven met je eigen levensverhaal?

    Dat is de centrale vraag in dit boek.

    Hoofdpersoon en verteller is Katharina (Kat) Donker. Historica, feminist, politica in ruste. Maar ook moeder, echtgenote, vriendin in ruste. Een wantrouwige, gedreven, talige vrouw. Als zij door de jongere Clara Hartong gevraagd wordt, mee te werken aan haar biografie, saboteert ze haar aan alle kanten, ondanks verschillende ontmoetingen die ze hebben om over Kats leven te spreken.
    Tegelijkertijd besluit ze zelf de balans op te maken, een tegenwicht te bieden voor zichzelf aan wat ze denkt, vermoedt, vreest dat Clara gaat opschrijven. Aan de hand van herinneringen en bronnen (cassettetapejes en brieven) wordt ze zo de biografe van haar eigen leven. Het is geen fraai leven, tenminste niet op het persoonlijke vlak. Kat is een sterke vrouw, die voortdurend rationele beslissingen neemt, het voortouw neemt. De rol van ondergeschikte is aan haar niet besteed. Dit kost haar veel in de relaties met haar naasten, maar leek haar veel te brengen in haar loopbaan. Nu die loopbaan ten einde is, confronteert ze zich zelf met persoonlijke zaken die ze altijd wegduwde, ontkende, vreesde.

    Ik ben het niet. Ik ben nooit geweest wie ik zag. Ik weet niet wie ik is.

    Mijn oude ‘ikken’ waren personages die ik als alwetend auteur met enige tederheid kon beschrijven en deels bedenken.

    Zo lezen we de beschrijvingen van haar verschillende ‘ikken’, de verschillende levens die beschreven kunnen worden en die samen haar leven vormen. Het is aan de lezer, de toeschouwer of aan de biograaf om te bepalen waar de nadruk wordt gelegd. En aan de lever van het leven zelf.

    Dit spiegelpaleis van levens tornt al mijn naden los.

    Katharina komt er niet goed vanaf. Ze verliest veel in haar leven. Ze is geen aardig persoon en toch lukt het mij als lezer om sympathie voor haar op te brengen, om met haar mee te leven en te lezen en om het haar te gunnen dat ze helemaal aan het eind, aan het eind van de dag de confrontatie aangaat en verder gaat.

    Over speaking names en omslagontwerp gesproken
    Ik vond het leuk om te zien dat de twee hoofdpersonen, de twee ‘biografen’, speaking names hadden. Katharina (Kat, Kitty) Donker: Kat staat voor kattig, katachtig, op je pootje sterecht komen en Donker voor duister, verhullend, geheim. Een geheim waarvan ze niet wil dat de ander, Clara Hartong het ontdekt, onthult, aan het licht brengt door het op te schrijven, door te zeggen wat ze vindt.
    Ook het omslagontwerp verbeeldt heel mooi het onderwerp van dit boek: De titel in tweevoud, bijna drievoud weergegeven: twee keer in drukletters, een keer recht en een keer net iets uit het lood, en een keer in schrijfletters. De gedrukte versie en de geschreven versie, de versie van het boek en de spiegelversie.

    Aan het eind van de dag. Nelleke Noordervliet. Uitgeverij Atlas Contact. 348 pp.

    Een exemplaar van dit boek werd me beschikbaar gesteld door de uitgever, mijn dank daarvoor. Deze recensie schreef ik als deelnemer aan de online, pop-up bookclub Een Perfecte Dag voor Literatuur. Je kunt hier lezen wat andere deelnemers over dit boek schreven.

  • Waarom lees ik?

    hoe-lees-ikHoe lees ik? Dat is de vraag die lezer en uitgever en columniste en recensente en lector Lidewijde Paris zichzelf stelt. Niet zozeer omdat zij dat zelf niet weet, maar omdat het een vraag is die ze regelmatig van andere lezers krijgt. Omdat ze dacht dat zij met haar decennialange leeservaring daar wel iets zinnigs over kan zeggen, besloot ze aan de hand van haar eigen leeservaringen, leesmethodes en leesprocessen dit overzichtelijke boek te schrijven om andere lezers een handvat te reiken waarmee zij meer uit een boek kunnen halen, mochten zij dat willen.

    Geen lesboek vol theorie, ook al wordt er wel een aantal begrippen genoemd en besproken. Aan de hand van een groot aantal uitgebreide fragmenten en citaten vertelt ze welke signalen een boek/verhaal kan bevatten en hoe je die als lezer kunt herkennen en volgen. Schrijvenderwijs behandelt ze en passant de literaire technieken en trucs die een schrijver kan toepassen bij het schrijven van een verhaal/boek.

    Met mijn achtergrond (studie literatuurwetenschap, redacteur, recensent en ervaren lezer) was er op het gebied van de begrippen en technieken niet heel veel nieuws onder de zon te lezen, maar het was desondanks toch weer even een opfrissertje en een eye opener om sommige dingen op haar manier uitgelegd te krijgen. Dicht bij de lezer, dicht bij de boeken, zonder de afstand die een theorieboek al snel heeft.

    Mijn dochter moet over twee weken een leesverslag inleveren door vragen over een boek te beantwoorden. Ze mopperde, dat ze dat maar onzin vindt. Ze houdt enorm van lezen en doet niets liever, maar ze vindt een boek mooi of niet mooi en kan goed uitleggen waarom, gebaseerd op wat ze van de personages vindt, wat ze van de uitwerking vindt, van het verhaal en van het einde. Vragen naar bijvoorbeeld het benoemen van de emotionele spanningsbogen vindt ze nog veel te technisch en maar raar. Ik probeerde haar uit te leggen dat ze zo’n emotionele spanningsboog zeker wel ervaart tijdens het lezen, maar dat het soms lastig is om hem onder woorden te brengen, en dat het ook wel eens interessant kan zijn om nog meer uit een boek te halen tijdens en na het lezen.

     Ik hoop dat ik dàt heb laten zien: dat teksten die ogenschijnlijk ‘gewoon’ lijken, meer geconstrueerd blijken te zijn dan gedacht…Het mag wat training vergen om een natuurlijke artistieke argwaan te ontwikkelen, maar als die er is, wordt een tekst steeds rijker.

    Dat is wat Lidewijde Paris met dit boek bij mij heeft gedaan: mijn natuurlijke artistieke argwaan weer even flink wakker gemaakt, door elkaar geschud en opnieuw aangezet tot hard werken. Onder woorden brengen wat je ervaart tijdens het lezen en waardoor dat komt. Hoe lees je? Wat denk je? Wat vind je? Wat vind je zelf (wat is je mening?) maar vooral ook wat vind je in de tekst? Wat heeft de schrijver er in gestopt en wat haal jij er uit?

    En dan die prachtige teksten die ze heeft gebruikt. Sommige bekend, sommige onbekend, sommige nog ongelezen door mij. Maar daar gaat verandering in komen. Mijn leeslijst is nog langer geworden! En ik ga haar boek aan mijn tienerdochter geven en later aan mijn tienerzoons, ik denk dat ze er wat aan zullen hebben.

    Hoe lees ik? Lidewijde Paris. Uitgeverij Nieuw Amsterdam. 288 pp.

    Dit boek las ik samen met een aantal ander bloggers van de pop-up leesclub voor bloggers met een literaire smaak Een perfecte Dag voor Literatuur. Lees hier wat zij van dit boek vinden. Een exemplaar van Hoe lees ik? Werd me beschikbaar gesteld door d e uitgever.

  • ‘Ferrante fever’ of slechts een klein beetje verhoging?

    elena ferranteWie vlucht en wie blijft is het derde deel van een vierluik die ook wel bekend staat als de ‘Napolitaanse romans’ van de schrijfster Elena Ferrante. Ondanks de subtiele hints vooraf dat het misschien goed zou zijn om eerst de twee voorgaande delen te lezen om dit derde deel goed tot zijn recht te laten komen, dacht ik eigenwijs als ik ben en met tijdgebrek dit deel ook wel als stand alone te kunnen lezen.
    Ik denk dat dit geen goede beslissing was. Ik had enorme moeite om in het verhaal te komen, waarbij vooral de grote hoeveelheid namen van personen die meestal zonder enige vorm van introductie (want die hadden ze natuurlijk al gehad in de eerste twee delen) ten tonele verschijnen, me parten speelde. Maar ook de  politieke ondertoon kon me niet heel erg boeien. Het idee van twee sterke vrouwen die hun weg vinden in verschillende milieus in Italië in de tweede helft van de 20e eeuw spreekt me wel aan. Ook de Italiaanse sfeer, toch een bepaalde stijl die ik herken uit de boeken van Niccolò Ammaniti en Paolo Giordano, vind ik mooi. De vertaling is goed en leest soepel.
    Het verhaal gaat over twee jeugdvriendinnen die vroeger heel samen hebben meegemaakt, maar in dit deel, in de eerste fase van hun volwassen leven, nogal van elkaar vervreemd zijn. Alhoewel vervreemd misschien niet het juiste woord is, ze zien en spreken elkaar niet meer zo vaak, hun band sterk en blijft onuitwisbaar ook al lijkt het soms alsof ze elkaar niet begrijpen, verafschuwen, zelfs haten.
    31 pagina’s voor het einde vindt er een ‘onverwachte’ wending plaats die me toch doet afvragen hoe het verder zal gaan met Elena en Lila en ook wel een beetje hoe het ze eerder is vergaan.
    Men spreekt in verband met deze boeken die –kennelijk heel bekend zijn  – en het mysterie rondom de schrijfster – Elena Ferrante is het pseudoniem van een vrouw (of man) waarvan de ware identiteit compleet in nevelen gehuld is – wel van de ‘Ferrante fever’: de grote schare fan-lezers die smachtend wachten op ieder nieuw deel. Bij mij is er geen sprake van Ferrante koorts, misschien van een heel klein beetje verhoging. Ik ben er nog niet uit of het een virusje is dat blijft hangen of een snel weer vergeten verkoudheidje.

    Elena Ferrante. Wie vlucht en wie blijft.416 pp. Uitgeverij Wereldbibliotheek. Vertaald door Marieke van Laake.

    Een exemplaar van dit boek werd me beschikbaar gesteld door de uitgeverij, waarvoor mijn dank. Dit boek las ik samen met de literaire online leesclub Een Perfecte Dag voor Literatuur. Lees hier wat anderen ervan vonden.

    Meer over de auteur:

    -Anne Branbergen in de Groene, 13 september 2017: Elena Ferrante is een man!
    -Anne Branbergen in de Groene, 16 maart 2016: Collega onthult de identiteit van Elena Ferrante.
    -Daphne van Rijssel op Hebban, 13 juli 2015: Het mysterie rond Elena Ferrante.
    -Interview met de auteur door haar Italiaanse uitgevers Sando en Sandra Ferri in The Paris Review, spring 2015, nr.212.

     

     

  • Zo dochter, zo moeder

    schoppenvrouwDe schoppenvrouw komt er bij het kaartleggen niet goed vanaf. Deze donkere vrouw (innerlijk en uiterlijk) staat voor onrust, geheimen, duisternis. Het zou om een gescheiden vrouw gaan of een weduwe. Iemand die geheimen en schandalen niet schuwt en ze zelfs opzoekt of ze groter maakt.

    Wat gebeurt er als je op een leeftijd bent waarin je zeer ontvankelijk bent voor aandacht, liefde, zekerheid? Als je in de puberteit in aanraking komt met het spirituele en je te horen krijgt dat de schoppenvrouw je toekomst zal bepalen, dat je beter geen kinderen kunt krijgen, want dat het daar slecht mee af zal lopen, of anders gezegd, dat je een slechte moeder zult zijn? Laat je een dergelijke uitspraak je leven leiden of schiet hij je weer te binnen op een moment dat je je realiseert dat het klopt? Dat je een slechte moeder bent en dat je dochter iets heeft gedaan wat afschuwelijk is.
    Paula is een vrouw met geheimen, dat is zeker. Een gesloten vrouw, als meisje al een outsider. Ze schaamt zich voor haar moeder die als toiletjuffrouw in het Americain werkt. Een vader is niet in beeld. Ze kiest haar vrienden met een doel, met berekening, totdat er een nieuw, apart meisje in haar klas komt. Ze wordt meegesleept door de totaal andere, haast mystieke manier waarop Charlie en haar broer hun leven leiden, als volwassenen in een groot, oud huis met een ziekelijke moeder en een afwezige vader. De moeder maakt gebruikt van een spiritueel raadgever en ook de kinderen houden wel van een goed gesprek over geesten. Als Paula er op harde wijze achter komt dat ze gebruikt is in hun spelletjes, is haar hart gebroken en samen met de duistere voorspelling van de wonderdokter, is dit genoeg om een flinke muur om zich heen te bouwen en nooit meer haar ware gevoel bloot te geven. Ze bouwt een zorgvuldige toekomst op, gebaseerd op wat ze denkt dat goed voor haar is en later ook voor haar man. Ze is berekenend en denkt dat ze alles onder controle heeft. Ze denkt haar man te kennen en te weten wat hij denkt.

    Kijk, kijk hem liggen, hij slaapt en weet van niets. Vertellen zal ik het hem ook niet, het zou zijn leven vergiftigen.

    Met haar dochter is er een afstand, het is duidelijk dat ze van haar zestienjarige dochter veel niet weet, te veel. Als ze er achter komt dat haar dochter iets verschrikkelijks heeft gedaan, gaat de voorspelling over haar moederschap weer een prominente rol spelen, maar zij zal de controle niet verliezen. Of toch wel?

    In de weerspiegeling van het raam zie ik ze naar me kijken. Mijn dierbaren. Sluw, leugenachtig, berekenend, liefdevol op hun manier.

    Maar ziet ze niet ook haar eigen weerspiegeling in het raam?

    We zijn afhankelijk van elkaar, we zijn familie, we zijn een gezin dat ik zou kunnen opbreken.

    Wat gaat ze doen? Of heeft ze al iets gedaan, waardoor het buiten haar controle gaat vallen? Schoppenvrouw, een weduwe of gescheiden vrouw

    Geen woord te veel in dit boek en toch is het een rijk verhaal, met rake persoonsschetsen, voldoende geschiedenis en sprekende decors.

    Alleen dat omslag. Een tomaat, gezonde vrucht van een verder giftige plant. Symbool van geluk en harmonie? Rood en zwart, de kleuren in het kaartspel, waarbij de rode kaarten de positieve kanten verbeelden? Heb ik iets gemist in het boek? Ben benieuwd waarom voor deze afbeelding is gekozen en wat anderen er voor betekenis aan geven. Niet dat dat per se moet, maar ik vind het een fascinerend beeld.

    Schoppenvrouw. Mensje van Keulen. 137 pp.
    Dit was het boek dat we lazen in april 2016 voor Een Perfecte Dag Voor Literatuur. Het exemplaar dat ik las, werd beschikbaar gesteld door Uitgeverij Atlas Contact. Lees hier wat andere bloggers voor EPDVL over dit boek te zeggen hadden.

  • Gezocht… en gevonden…

    Dit wordt zijn thuis. En Hildegard…Zoals ze nu naar hem kijkt. Wat hem betreft is hij uit háár buik gekomen, een buik die niet al stiekem fantaseerde over reisjes alleen. Voortaan hoeft hij zich niet meer bezig te houden met een vorige moeder of een hitsige Viking in een supermarkt.

    Ouders krijgen een nieuwe zoon. Zoon krijgt nieuwe ouders. Dat is heel kort door de bocht waar het in dit boek om draait.
    Julien woont in een opvangtehuis voor wezen of kinderen die niet meer door hun ouders verzorgd kunnen worden. Zijn moeder is ziek? Dood? Of is ze, zoals hij zelf schijnt te denken, gewoon egoïstisch en wil ze niet meer voor hem zorgen? Zijn vader is er nooit geweest, behalve om zijn moeder te bevruchten. Een Zweed, een Deen of toch een Noor, van wie de voornaam met een A begint en die nu berucht is? Hij heeft het op zich goed, maar verlangt vooral naar een normaal leven, naar gewoonheid.
    Hildegard en Karl Kratz hadden een zoon, maar die leeft niet meer. Uitgegleden en van een dak af gevallen of gesprongen? Het dak van het opvangtehuis waar Julien woont. Was hij depressief of alleen maar sociaal onhandig? En zijn ouders, voelen zij zich schuldig of opgelucht? In ieder geval lijkt het een simpele rekensom. Ouders zoeken zoon, zoon zoekt ouders. Mooi geregeld dus. De vraag is of ze dit echt wel willen. Willen en kunnen ze wel het verleden afsluiten en samen aan iets nieuws beginnen. Ze willen het heel graag, maar of het lukt?

    Nooit meer een dierlijk gegrom, terwijl Julien doet alsof hij slaapt, waarna een tissue met 300 miljoen Neils op de vloer tussen hun bedden belandt.

    Met weinig woorden wordt het decor voor dit emotionele verhaal geschetst. Een opvangtehuis in een villawijk omringd door groen, een afgelegen huis in de rimboe naast een vluchtelingenopvangcentrum, een speels appartement in heldere kleuren voor mensen met wie het even wat minder goed gaat, warenhuizen waar nieuwe ontmoetingen plaatsvinden. En het weer is warm, broeierig, benauwd.
    Juliens vriend in het tehuis, Neil, klankbord van Julien, ‘partner in crime’ op meerdere gebieden, lijkt alleen een grappige side-kick, maar vervult een cruciale rol in het verhaal.
    In ruim 200 pagina’s zet Gerard van Emmerik een knap verhaal neer dat even eenvoudig, als droog als vernieuwend is in het taalgebruik en het idee.

    Verhaal over een ogenschijnlijk stabiele, verstandige jongen die al veel te veel heeft meegemaakt en wanhopig zijn best doet aardig, normaal en gewoon te doen en gevonden te worden. Een fijn en compact boek om te lezen. De nieuwe Kratz van Gerard van Emmerik.

    Dit boek las ik voor Een Perfecte Dag voor Literatuur en werd me beschikbaar gesteld door Uitgeverij Nieuw Amsterdam. Lees hier wat andere bloggers voor EPVDL van dit boek vinden.

    nieuwe kratz

  • Hotel Rozenstok met een vleugje Villa des Roses

    Hotel RozenstokAl eerder lazen bloggers voor een Perfecte Dag voor Literatuur een boek van Christophe Vekeman (Marie, 15 oktober 2013). Ik was daar niet bij. Nu deed zich weer de mogelijkheid voor een boek van hem te lezen voor deze online literaire boekenclub, het nieuwste Hotel Rozenstok. De titel intrigeerde me, verder wist ik niets van boek of auteur.
    De titel deed me namelijk denken aan Villa des Roses, de debuutroman van Willem Elsschot uit 1913. Een boek dat ik lang geleden las (ik denk voor mijn leeslijst Nederlands, ‘lekker dun’ was toen waarschijnlijk een van de motivaties om het te lezen, maar zeker ook de titel die me erg aansprak), maar dat me altijd is bijgebleven. Ik vroeg me af of het toeval was dat de ene titel de andere in gedachten riep en of de schrijver, ik kwam er toen pas achter dat hij ook een Vlaming is, daar misschien een bedoeling mee had. Ik besloot dus  van de gelegenheid gebruik te maken en eerst Villa des Roses te herlezen en zo optimaal voorbereid te zijn op wat ik misschien wel zou aantreffen in Hotel Rozenstok. In Villa des Roses wordt het wel en wee van de bewoners en uitbaters van een Parijs pension beschreven. Het schijnt autobiografisch te zijn en een van de personages, de jonge Duitser Grünewald zou gebaseerd zijn op Elsschot zelf die vier jaar in Parijs familiepension heeft doorgebracht.
    Daarna begin ik vol goede moed en inspiratie door Villa des Roses aan Hotel Rozenstok. Dit verhaalt van een schrijver – die net zo heet als de auteur zelf, Christophe Vekeman – die besluit te stoppen met schrijven. Waarom? Omdat hij niet genoeg succes heeft? Of omdat hij genoeg heeft van het succes? Hij concludeert dat hij weinig trouwe lezers heeft en niets meer heeft toe te voegen. Echter het idee van een nieuw leven waarin hij een baan moet vinden en zich in een keurslijf moet wringen lijkt hem angstaanjagend. Zo angstaanjagend  dat hij van de weeromstuit nog meer gaat drinken dan hij al deed en na een ongelukkig incident besluit in afzondering tot zichzelf te komen. Deze afzondering zoekt hij in het Noord-Nederlandse stadje L., in Hotel Rozenstok.
    En ja hoor op bladzijdes 77-78 vertelt de ik-persoon waarom hij nu juist zeventien nachten in dat hotel heeft geboekt. Het is vanwege de naam. De naam spreekt hem aan, spreekt tot zijn verbeelding en hij zou een boek met die titel meteen aanschaffen zonder te letten op achterflaptekst, auteursnaam of –foto. Vervolgens noemt hij verwachte reacties van nieuwsgierigen als hij ze zou verklappen dat zijn nieuwe boek Hotel Rozenstok zou gaan heten. Een van die reacties is: ‘Hotel Rozenstok? Dat doet me denken aan Villa des Roses van Willem Elsschot.’
    In en om Hotel Rozenstok maakt de gewezen schrijver een kleine existentiële crisis door met paranormale ervaring en al. Vernuftig wordt de zoektocht naar zijn betekenis als schrijver, als niet-schrijver, als mens beschreven. Wat is belangrijker voor hem? De werkelijkheid of de fantasie. Is hij in staat om zonder fantasie te leven? In zinnen met veel bijzinnen en grappige opmerkingen en veel details wordt de lezer meegenomen in deze zoektocht. Toch denk ik dat ik blijf horen bij de lezers die Vekeman in zijn boek beschrijft: de mensen die zijn boeken niet kopen op basis van een bewuste en zeer weloverwogen beslissing. Die bewuste en weloverwogen beslissing in mijn geval: een goed geschreven boek, met humor en literaire verwijzingen, tot zover allemaal dingen waar ik van houd in een boek, maar al met al niet mijn stijl. Net iets te populair, te dweperig en te veel bedacht. Van binnen en van buiten. Een boek dat ik zeker niet had gekocht als ik de auteursfoto had gezien, maar dat mij wel aansprak vanwege de titel. Geef mij maar Villa des Roses.

    Dit boek las ik voor de literaire online boekbloggersclub Een Perfecte Dag voor Literatuur. Een exemplaar werd me beschikbaar gesteld door Uitgeverij de Arbeiders Pers, waarvoor mijn dank.
    Lees hier wat andere EPVDL bloggers schreven over dit boek op 30 januari 2016.
    Hotel Rozenstok. Christophe Vekeman. Arbeiderspers. 206 pp.

  • Dit verhaal kabbelt, zwelt aan, zwakt af, is rustig, komt weer in een stroomversnelling, raast voort en raast uit…

    NoraHet conservatieve, katholieke  Ierland van begin jaren zestig van de twintigste eeuw. De na-oorlogse manier van leven, opkomende moderne geneugten als telefoon, televisie, een eigen auto worden langzamerhand ook hier gemeengoed. Een klein stadje in het zuidoosten, vlakbij  de kust. Met grote sociale controle, waar aanzien en een goede naam bepalend kunnen zijn. In dit tijdperk, in deze omgeving leeft Nora Webster. Een vrouw van in de veertig, sinds kort weduwe en moeder van vier opgroeiende kinderen. Een intelligente vrouw, een vrouw die iedereen kent, de vrouw van een gerespecteerde leraar, een koppige vrouw, met een eigen mening. Haar schoolgaande en studerende kinderen zijn allemaal op hun eigen manier bezig met het verdriet om het verlies van hun vader en de zorgen om hun moeder en de nieuwe manier van samenleven, zonder hun vader. Daarnaast ontwikkelen ze zich binnen de maatschappij en gaan ze hun eigen mening vormen over de politiek, hun sociale leven, hun opvoeding en hun moeder. Al deze gegevens en eigenschappen bepalen Nora’s positie en manier van leven. Maar bovenal bepalen ze haar gevoelsleven.
    In het verhaal gebeurt weinig opzienbarends. Tenminste in de buitenwereld. De ‘Troubles’ zijn nog in hun ontwikkelingsfase, Ierland is slaapt nog en is net bezig om langzaam wakker te worden. Maar binnen het gezin Webster en in het leven van Nora Webster gebeurt een heleboel. Nora probeert al haar kinderen in hun waarde te laten en mist haar man bij het nemen van beslissingen of bij het bespreken van zaken die zich voordoen. Ze doet het vanaf nu helemaal alleen en ze laat anderen eigenlijk niet toe bij deze belangrijke beslissingen. Ze trekt zich hun mening wel aan, maar zij is de baas.
    Soms komt dit heel afstandelijk en kil over, maar eigenlijk is dit zoals het gaat. Er gaat zoveel om in je hoofd, in je leven. Je kunt niet overal even lag bij stil blijven staan. De gebeurtenissen de tijd bepalen wat prioriteit krijgt en wat niet. Dit verhaal kabbelt, zwelt aan, zwakt af, is rustig, komt weer in een stroomversnelling, raast voort en raast uit.
    Ook dacht ik wel eens, kom moeder, toon eens wat meer liefde. Maar uiteindelijk denk ik dat ze dat ook wel doet, maar omdat het zo vanuit haar zelf is beschreven, komt dat stuk niet zo aan bod. Dat stuk s vanzelfsprekend voor haar, denk ik, en daarom wordt er in het verhaal geen aandacht aan besteed. Pas als ze twijfelt of ze dat wel goed genoeg doet of wanneer ze zelf behoefte heeft aan liefde en aandacht dan komt het ter sprake.

    Op het omslag en in meningen van anderen wordt dit boek vergeleken met Stoner. Aanvankelijk zag ik dit niet zo, maar na eng nadenken, begrijp ik het wel. “Een klein verhaal op een grootse manier verteld,” zoals ik iemand hoorde zeggen.
    Zo is Nora in meerdere opzichten een zinvol, mooi boek waarin prachtig een tijdgeest een en innerlijk gevoelsleven van ‘zomaar iemand’ in die tijd en omstandigheden wordt beschreven.

    Dit boek lazen we met de literaire online boekenclub Een perfecte Dag voor Literatuur. Op 30 december publiceerde een ieder over dit boek een blog. Deze blogs kun je hier lezen. Een exemplaar van het boek werd me ter beschikking gesteld  door Uitgeverij De Geus.

    Nora. Colm Tóibín. 2015.Vertaald uit het Engels (2014) door Anneke Bok. De Geus. 378 pp.